[Woord vooraf]
Ik wensch door de uitgave van deze brochure elk misverstand weg te nemen omtrent mijn persoonlijk standpunt ten opzichte der vrouwenquestie, vooral sinds mijn naam verbonden is geworden aan de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid door mijn mede-lid zijn van de Letterkundige en de West-Indische Rubriek-Commissìeën. De richting toch welke het Hoofdbestuur dier Tentoonstelling van lieverlede heeft ingeslagen, vooral wat de Congressen en het daar verhandelde betreft, is allerminst de mijne. Het boek der Presidente van het Hoofdbestuur predikt de leer, dat de vrouw die zich een zelfstandigen werkkring veroverde, dáárin haar geluk zou kunnen vinden zoo goed als de man. Tegenover haar boekenmenschjes: Corona van Oven en Hilda van Suylenburg, stel ik het intieme gemoedsleven dier werkelijkheids-vrouwen: Sonja Kowalewska en Marie Baschkirtzew, zooals zij zichzelven eerlijk gegeven hebben. Terecht zegt Laura Marholm: ‘De vrouw die wat beteekent is zeldzaam, maar nog véél zeldzamer is de vrouw die voor zichzelve en haar geslacht eerlijk is.’ Tot die uitzonderingen van eerlijkheid wensch ik te behooren door de volgende bladzijden.