delen hebben. En het reizen op die manier zal voor hen tweeën stellig niet meer kosten dan wanneer zijzelf alleen zich bij een of ander reisgezelschap zou aansluiten. Met alle decepties die erop volgen op de koop toe, denkt ze een beetje wrang.
‘Ik wil thuis de brochure eerst even doornemen,’ zegt ze, op haar eigen wagentje toe lopend. ‘Weet u wat? Als u vanavond met een aantrekkelijk en voor mij aanvaardbaar voorstel kunt komen, hap ik toe. Ik zal zorgen, dat de koffie bruin is.’
En met een liefkozend gebaar over de motorkap van de Kadett strijkend: ‘Ik ben echt aan mijn beestje gehecht. Mijn lieveheersbeestje, zoals ik hem altijd noem. Hij heeft het altijd goed bij me gehad.’
‘Houdt u deze erbij,’ stelt hij voor. ‘Uw zoon zal ook wel eens willen rijden. Dan is die mogelijkheid meteen geschapen.’
Schalks kijkt ze hem aan. ‘Wat denkt u van me? Ik ben weduwe. Moet ook nog zorgen dat mijn zoon op de plaats van bestemming komt.’
‘Het was maar gekheid. Hoewel... u zoudt de eerste niet zijn. Het is “in” om een dubbele garage bij zijn huis te hebben. Ja, ja! We leven in een welvaartsstaat. Of in een, waarin vrouwen en mannen gelijke rechten hebben. Zoals u het wilt!’
Ze haalt haar schouders op. ‘Ik wil op het moment alleen maar graag dat u vanavond met de uiterste prijs bij me komt. U heeft me altijd goed geholpen. Alleen... u mag niet vergeten, dat, toen ik deze wagen kocht, ik u de klandizie gegund heb. Dat moet u ook wat waard zijn.’
's Avonds aan tafel vertelt ze Arie van haar plannen. ‘Jij zult er ook meer aan hebben, jong! Niets voor jou om in zo'n uitgesproken dameswagentje te rijden.’
‘Ik had hem best willen erven. Laten overspuiten of inwisselen voor een tweedehands racewagen. Je had hem me overigens al zo'n beetje toegezegd.’
Ze knikt. ‘Vergeet niet dat ik je een tweede merrie níet beloofd had. Die krijg je nu zo maar eer ik weet of je je diploma zult veroveren.’
‘Al goed, hoor! Tob er verder maar niet over. Met een Peugeot 504 kun je inderdaad voor de dag komen.’
Ze knikt. ‘Weet je wat de dealer voorstelde?’
‘Ik zou het niet weten.’
‘De Kadett erbij te houden. Het is “in”, beweert hij, om er twee