Het geestelyck kaert-spel
(ca. 1750)–Joseph a Sancta Barbara– AuteursrechtvrijJoseph a Sancta Barbara, Het geestelyck kaert-spel. Andreas Colpyn, Antwerpen ca. 1750 (derde druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 233 O 3, scans van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de derde druk Het geestelyck kaert-spel van Joseph a Sancta Barbara uit ca. 1750. De eerste druk dateert van 1676.
redactionele ingrepen
Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is in deze digitale editie steeds tussen vierkante haken aangegeven.
p. 4: Konstelyek → Konstelyck: ‘hebbe bedreven in dit Konstelyck Spel der Liefde’.
p. 4: bebben → hebben: ‘gepredickt ende geschreven te hebben heel simpelyck’.
p. 12: Even-naesten → Even-naesten: ‘Even-naesten, (Deuter.cap.6.) Gy sult beminnen uwen Godt’.
p. 16: Phropheten → Propheten: ‘begonde my aen te sien als een kint der Propheten’.
p. 16, noot b: het onjuiste nootverwijzingsteken a is verbeterd.
p. 38: gokomen → gekomen: ‘Doen Jesus neder gekomen was van den bergh’.
p. 45: adus → aldus: ‘en volbrengen 'tgen' sy beloven, aldus spreckt hy’.
p. 57, noot b: qnid → quid: ‘spei, si quid gratiae, si’.
p. 60: hehadt → gehadt: ‘af-beeldinge als voorseyt is hadde gehadt in sijn handen’.
p. 68: Satetdagen → Saterdagen: ‘Jaers ende Saterdagen van Kersdagh tot Lichtmisse’.
p. 69: Meget → Maget: ‘dese devotie tot de H. Maget Maria souden’.
p. 72: hnnne → hunne: ‘door een Goddelyck ingeven, willende hunne versteende’.
p. 77: bermherheyt → bermhertigheyt: ‘weten overvloedigheyt van sogh der bermhertigheyt’.
p. 77: geschickteyck → geschicktelyck: ‘kinderen die redelyck, geschicktelyck en heylighlyck’.
p. 92: Christns → Christus: ‘door de venster, alsoo heeft Christus gesproken by’.
p. 101: Vaber → Vader: ‘O eeuwigen Vader by u met een woort geseyt’.
p. 109: vliegeu → vliegen: ‘cito soude vliegen naer de Maen toe’.
p. 113: də → de: ‘spel 't welck aen de wereltlycke menschen’.
p. 125: Godeu → Goden: ‘uwen Godt gy en sult geen vremde Goden hebben’.
p. 137, noot a: Het nootverwijzingsteken ontbreekt in de tekst. De noot is hier onderaan de pagina geplaatst.
p. 151, noot a: Populnm → Populum: ‘S. Ioan. Chrysost, Homil. 13. ad Populum’.
p. 172: Maegbden → Maeghden: ‘De thien Maeghden in het Evangelie worden al’.
p. 172: daedeu → daeden: ‘Onder ander daeden der voorsichtigheyt van de serpenten’.
p. 172: gelyek gelyck: ‘gelyck een serpent sy selven doof maekende met’.
p. 175, noot a: het onjuiste nootverwijzingsteken b is verbeterd.
p. 186: uiet → niet: ‘dat men dese niet en acht alleenelyck hemelsche dingen’.
p. 200: ddt → dat: ‘Om dat sy niet en hebben geleyt in de handen Christi’.
p. 204: bet → het: ‘om dat hy door het ampt en het officie Christi’.
p. 206: Schufture → Schrifture: ‘wort in de H. Schrifture 't is een onfaelbaer’.
p. 263: nwen → uwen: ‘gy sult beminnen uwen Heer uwen Godt’.
p. 280: dar → der: ‘vasten-dagen onderhoudende voor 't welvaren der zielen’.
p. 281: goedederen → goederen: ‘hy al sijn goederen hadde aen hem achter gelaeten’.
p. 286: 10. → 10.): ‘den Wysen-man (Eccl. 10.) Beter is de doodt’.
p. 293, noot b: het onjuiste nootverwijzingsteken a is verbeterd.
p. 316: Jeɯant → Jemant: ‘Jemant sal my antwoorden (seght onse H. Moeder Teresa) dat’.
p. 320: indachtigigh → indachtigh: ‘weest indachtigh uwe Vyttersten’.
p. 322: ‘biechte en wercken der waerachtige penitentie’>
p. 338: voldoeu → voldoen: ‘dat wy soeckende haere godt-vruchtige begeerten te voldoen’.
p. 343, noot a: het ontbrekende nootverwijzingsteken is toegevoegd.
p. 346: Meffreth → Meffreth): ‘O Barbara (seght Meffreth)’.
p. 346, noot a: Brrbara → Barbara: ‘O Barbara apud te est fons vitae’.
p. 354: Kaers-spel → Kaert-spel: ‘propost en komt in dit Geestlyck Kaert-spel’.
p. 365: Silver-hnys → Silver-huys: ‘waerom niet geseyt Goudt-huys, oft Silver-huys’.
p. 375: audere → andere: ‘jaren te schepe gegaen zynde met 30. andere persoonen’.
p. 384: maldanderen → malkanderen: ‘gelyck de duyven met haer gayen onder malkanderen doen’.
p. 386: . → .): ‘(Exod. Cap. 19.)’.
p. 410: profjt → profijt: ‘geest soude meer profijt doen haer onderhoudende’.
p. 410: plaetle → plaetse: ‘sy selven stellen op een plaetse seer verheven’.
p. 411: fonder → sonder: ‘aengesien dat men werckt sonder eygen baete’.
p. 441: segt) → segt: ‘den H. Bisschop gaet voort en segt:’.
p. 462: ofr → oft: ‘H. Sacrament des Autaers, de thien oft vyfthien jaeren’.
p. 463: dnyvelsche → duyvelsche: ‘als hy de duyvelsche leeringe van’.
p. 477: Geeheel → Geheel: ‘Geheel, oft geen deel.’.
p. 485: mes → met: ‘ende Susanna heeft geroepen met een groote stemme’.
p. 488: Christeiycke → Christelycke: ‘heel over een komende, en gelyck aen de Christelycke’.
p. 504: vorliest → verliest: ‘En die verliest, die wint’.
p. 505, noot a: het ontbrekende nootverwijzingsteken is toegevoegd.
p. 506: Matth. → (Matth.: ‘(Matth. cap. 26.)’.
p. 507: goederən → goederen: ‘die door't oudt leven andermans goederen begeert’.
p. 522: in de inhoudsopgave is het onjuiste paginanummer 114 verbeterd in 144.
p. 525: XII. → XIII.: ‘Het XIII. capittel. Van het Herten Aes’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, t.o. 27, t.o. 48, t.o. 96, t.o. 124, t.o. 155, t.o. 183, t.o. 215, t.o. 229, t.o. 295, t.o. 320, t.o. 354, t.o. 380, t.o. 435, t.o. 448) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
Het geestelyck kaert-spel met herten troef, oft het spel der liefde
DOOR DEN EERW: PATER Fr. JOSEPH VAN DE H. BARBARA CARMELIT DISCALS.
Verciert ende vermeerdert met veel schoone Copere Platen
Den derden Druck.
t' ANTWERPEN,
By de Weduwe Thieullier, en Andreas Paulus Colpyn, Boeck-drucker en Boeckverkooper op de groote Merckt in de Pauw.