Inleiding.
Mij is gevraagd dit gedenkboek te willen inleiden. Ik voldoe hieraan met grote liefde en voel mij in deze zeer vereerd. Ik denk vooral op dit moment bij het neerschrijven van deze inleiding aan mijn voorgangers, afgetreden Voorzitters, die vóór mij de leiding van de S.V.B. hebben gehad. Zij hebben samen met vele afgetreden bestuursleden mij een organisatie overgedragen waarop ik trots ben. Ze hebben een basis gelegd waarop ik kon voortbouwen. Veel dank is dan ook aan hen verschudigd, dat ik thans samen met mijne mede-bestuursleden iets groots aan Suriname kan aanbieden, nml. ‘Het Suriname-Stadion’.
Ik zal niet teruggrijpen naar de geschiedenis van de S.V.B., anderen zullen in dit gedenkboek daarvoor zorgen. Wel wil ik voor deze geschiedenis vastleggen dat ik alle eer, die mij straks te beurt mocht vallen wens te delen met mijne mede-bestuursleden en allen maar dan ook met allen die het mogelijk hebben gemaakt dat de S.V.B. tot een organisatie kon uitgroeien waarop de gehele Surinaamse gemeenschap trots mag zijn.
Ik denk ook vooral aan de verbroedering tussen de S.V.B. en