Uit menschlievendheid zoude ik barbaar kunnen worden. Reizen in Azië 1770-1830
(1992)–Greetje Heemskerk, Jaap de Moor, Murk Salverda, Paul van der Velde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
Bij het omslag
‘Dus woedde de vreesselijke hongersnood in het vruchtbare Bengalen; dus wierden meer dan drie millioenen menschen van den aardbodem verdelgd, door deze Britsche Monsters, welker landgenooten nog, tot op den huidigen dag, de Inwoners van dit zelfde Bengalen (aan welken deze vreesselijke moord wierd gepleegd) door de uitgezochtste onderdrukking en afpersingen benaauwen, en, door duizend verfoeijelijke middelen, zich van derzelver eigendommen en vermogen meester maken, om het in hun vaderland in pracht en weelde te kunnen verteren! [...] Ik vrees maar al te zeer de teêrgevoelige harten mijner geachte Lezers door het verhaal van alle die wreedheden vermoeid te hebben: het mijne zelfs weigert om langer daar bij te blijven stil staan. Toorn en verontwaardiging vervullen mijne ziel [...]. En uit menschlievendheid, zoude ik zelf een Barbaar kunnen worden.’ Jacob Haafner in ‘Verhaal van een vreesselijken hongersnood, door de Engelschen in Bengalen verwekt’ in Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen, 1807, II, p. 324-325 |
|