| Archief P.J. Risseeuw en archief C. Rijnsdorp, berustend in het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) te Amsterdam. |
| Collecties H. de Bruin, K. Heeroma, Roel Houwink, G. Kamphuis en Willem de Mérode, berustend in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage. |
|
| Achterberg, Gerrit, Briefwisseling met Gerrit Kamphuis. Bezorgd door R.L.K. Fokkema en Gerrit Kamphuis met medewerking van Joost van der Vleuten. Amsterdam 1987. |
| Asselbergs, W.J.M.A., Het tijdperk der vernieuwing van de Noord-nederlandse letterkunde. 's-Hertogenbosch/Brussel [1952], p. 278-291. (Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden ix) |
| Bakker, Siem, Literaire tijdschriften van 1885 tot heden. Amsterdam 1985, p. 149-155. |
| Bregman, C., ‘Bezinning op christelijke literatuur in Opwaartsche Wegen’. In: Radix jrg. 2, nr. 1 (januari 1976), p. 1-22. |
| Brouwers, Jeroen, De laatste deur. Essays over zelfmoord in de Nederlandstalige letteren. Amsterdam 1983, p. 349-367. |
| Christelijke dichters van dezen tijd. Bloemlezing bijeengebracht door P.J. Risseeuw. Kampen 1931. |
| Christelijke dichters van dezen tijd. Bloemlezing bijeengebracht door P.J. Risseeuw. Nieuwe bundel. Kampen [1939]. |
| Derde Réveil, Het. Honderd verzen van Jong-Protestantse dichters. Met een inleiding van K. Heeroma. Amsterdam [1934]. |
| Gerrit Achterberg. Samengesteld door Daisy Wolthers, met medewerking van J.C. Achterberg-van Baak, Wim Hazeu, Anton Korteweg en Jan Vermeulen. 's-Gravenhage 1981. (Schrijvers Prentenboek deel 21) |
| Groot, Jan H. de, ‘Opwaartsche Wegen 1923-1940’. In: Kruispunt jrg. 27, nr. 109 (september 1987), p. 2-43. |
| Ham, J. van, ‘Een geschiedenis van de Christelijke literatuur na 1880’. In: De Werkplaats jrg. 1, nr. 2, 4, 6 en 8 (februari, april, juni en augustus 1936), p. 82-91; 184-189; 278-281 en 365-374. |
| Hazeu, Wim, Gerrit Achterberg. Een biografie. Amsterdam 1988, p. 100-303. |
| Heeroma, K., ‘Hein de Bruin’. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1946-1947. Leiden 1948, p. 42-46. |
| Heeroma, K., ‘Jacob Haantjes’. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1958-1959. Leiden 1959, p. 64-71. |
| Heukels, Nico en Ton Veen, ‘Harmen van der Leek veertig jaar geleden overleden’. In: Nederlands Dagblad, 17 en 18 november 1981. |
| Meertens, P.J., ‘Klaas Hanzen Heeroma’. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1972-1973. Leiden 1974, p. 137-150. |
| Moor, Wam de, Van Oudshoorn. Biografie van de ambtenaar-schrijver J.K. Feijlbrief 1876-1951. Boek twee (1933-1951). Amsterdam 1982, p. 610-656. |
| Mulder, Gerard en Paul Koedijk, H.M. van Randwijk. Een biografie. Amsterdam 1988, p. 36-160. |
| Opwaartse Wegen. Een bloemlezing uit de poëzie der ‘jong-protestanten’ 1923-1940. Samengesteld en ingeleid door Gert J. Peelen. Kampen 1986. |
| Peelen, Gert J., ‘Vergeten dichters’. In: VU-magazine jrg. 12, nr. 9 (oktober 1983), p. 331-346. |
| Puchinger, G., Christen en kunst. [Gesprekken met o.a. Roeland Koning, C. Rijnsdorp en Ad den Besten]. Delft 1971. |
| Puchinger, G., ‘Cornelis Rijnsdorp’. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1981-1982. Leiden 1983, p. 85-92. |
| Reünie van jong-protestantse dichters. Met een inleiding van K. Heeroma. Baarn 1939. (Elckerlyc-boekjes no. 8/9) |
| Rijnsdorp, C., In drie etappen. [Essay waarin de hedendaagse Calvinistische literatuur en critiek worden getoetst aan de aesthetische beginselen van Calvijn]. Baarn [1952]. |
| Rijnsdorp, C., ‘Pieter Johannes Risseeuw’. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1968-1969. Leiden 1971, p. 174-180. |
| Rispens, J.A., Richtingen en figuren in de Nederlandsche letterkunde na 1880. Kampen [1938], p. 358-396. |
| Risseeuw, P.J., Christelijke schrijvers van dezen tijd. Kampen 1930. |
| Sizoo, A., ‘Christiaan Tazelaar’. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1951-1953. Leiden 1954, p. 113-116. |
| Spectrum. Bloemlezing uit de poëzie van de Jong-Protestantsche dichters. Samengesteld door Bert Bakker, Barend de Goede en G. Kamphuis. Kampen [1936]. |
| Stille opvaart. Verzen bijeengebracht uit werk van jongere christelijke dichters door A.J. van Dijk en Jan H. de Groot. Amsterdam 1930. |
| Stuiveling, G., Wegen der poëzie. Beknopte beschouwingen over de Nederlandse dichtkunst sinds de oorlog. Amsterdam 1936, p. 41-55. |
| Veen, Ton, ‘“Door-leefd chriftendom”. Een onderzoek naar de kunst-, c.q. literatuurbeschouwingen binnen het tijdschrift Opwaartsche Wegen, 1923-1940, in hun relatie tot de levensbeschouwelijke achtergronden’. Ongepubliceerde afstudeerscriptie. [R.U. Groningen] 1979. |
| Veltkamp, Evert Paul, ‘De neerwaartse wegen van Opgang’. In: Juffrouw Ida jrg. 14, nr. 3 (december 1988), p. 11-13. |
| Werk. Het boek der jong-protestantsche letterkunde. Onder redactie van Jan H. Eekhout. 's-Gravenhage [1936]. |
| Werkman, Hans, De wereld van Willem de Mérode. Amsterdam 1983. |
| Werkman, Hans, Schrijven en geloven. Gesprekken [...] met Jo van Dorp-Ypma, Jan H. de Groot, Roel Houwink, W.A.P. Smit [e.a.]. Kampen 1985. |
| Willem de Mérode. Samengesteld door Gerrit Borgers, Gerrit Kamphuis en Hans Werkman en ingeleid door P.J. Meenens. 's-Gravenhage 1973. (Schrijvers Prentenboek deel 18) |
Auteursrechtelijk beschermd