Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse
(1993)–Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk, Murk Salverda– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 81]
| |
De scharlaken stadVeel van wat hierboven is opgemerkt over de eerste en de derde historische roman van Haasse, geldt ook voor de tweede, De scharlaken stad (1952). De tijd waarin deze roman zich afspeelt, ligt zo'n honderd jaar later dan die van Het woud der verwachting: het is niet meer het tijdvak van de late middeleeuwen, maar het cinquecento, de nabloei van de renaissance. De belangrijkste locatie is Rome, dat in deze jaren wordt gedomineerd door de in scharlaken gestoken geestelijkheid - vandaar de titel van de roman. Meer precies is de periode waar het om gaat die van 1525, het jaar van de slag bij Pavia, tot en met 1527, het jaar waarin de Eeuwige Stad door de muitende troepen van keizer Karel v wordt geplunderd, de zogenaamde Sacco di Roma. Een tijd van oorlogsellende derhalve, vergelijkbaar met die welke de schrijfster had moeten doormaken,Ga naar eind14 maar ook van bloei van kunsten en wetenschappen, van een opeenhoping van artistiek talent, zoals die zich vaker op ‘breukvlakken der geschiedenis’ heeft voorgedaan. De roman telt zeven personen, die op diverse manieren met elkaar zijn verbonden, al is dat niet altijd via het directe persoonlijke contact. Het zijn Michelangelo, Machiavelli, Guicciardini, Aretino, Vittoria Colonna, Tullia d' Aragona - allen uit de historische overlevering min of meer bekend - en Giovanni Borgia. De laatste is een bastaard uit het beruchte Spaanse geslacht dat jarenlang een dominante rol in Rome heeft gespeeld. Spreekwoordelijk verdorven waren paus Alexander vi (1430-1503), zijn zoon Cesare (1475-1507), die het tot kardinaal bracht, en zijn dochter Lucrezia (1480-1519), in wier netten vele mannen verstrikt raakten. Afgezien van de naam Giovanni en het gegeven dat hij als kind door paus Alexander tot hertog van Camerino werd benoemd, is niets over deze Borgia bekend - was hij trouwens wel een Borgia? Dat is precies de vraag waarmee Giovanni in de roman worstelt: hij kent zijn afkomst, zijn voorgeschiedenis niet. Hij hecht geloof aan geruchten als zou hij de zoon zijn van Cesare of zelfs van Alexander en diens eigen dochter, om die vervolgens weer te verwerpen. Uiteindelijk wordt hij, inmiddels lichamelijk zwaar verminkt (ontmand) en half blind (symbolisch voor zijn geestelijke onvolgroeidheid), van onbekende klerk bij de pauselijke kanselarij tot secretaris van kardinaal Farnese, de latere paus Paulus iii. Diens motieven om hem in dienst te nemen zijn hem niet duidelijk en hij vindt ze daarom verdacht. Is hij misschien een bastaard van Farnese? De laatste woorden van de roman: ‘Farnese ben ik, Farnese’ zijn een echo van de eerste: ‘Borgia ben ik; tweevoudig, drievoudig Borgia misschien’, en geven aan dat Giovanni geen stap verder is gekomen in zijn pogingen zijn afkomst te achterhalen. De overige personages in de roman dienen als contrast voor de tevergeefs naar de raadsels van zijn verleden en daarmee zijn identiteit zoekende Giovanni. Michelangelo wordt getekend in zijn gevecht met de materie, zijn angst om niet tastbaar te kunnen maken wat hem bezielt, zijn opoffering van een deel van zichzelf om een wedergeboorte te kunnen bereiken; Macchiavelli en Guicciardini analyseren in hun correspondentie de contemporaine politieke situatie en bepalen hun eigen rol daarin; Pietro Aretino, wendbaar als Odysseus, ridiculiseert de waan van de dag; Vittoria Colonna, de deugdzame matrone die haar echtgenoot, een militaire houwdegen, in
Amerikaanse vertaling van De scharlaken stad (Chicago 1990) door Anita Miller. Op het omslag een detail van een schilderij van Dosso Dossi (1479-1542), dat in de bibliotheek van het Vaticaan hangt, met de enig bewaard gebleven afbeelding van Giovanni Borgia. Rechts van hem Alfonso, graaf van Ferrara. The New York Times Book Review (16 juni 1991) schrijft: ‘The Scarlet City propels readers into a labyrinthine of war and intrigue, secrets revealed and withheld, all artfully displayed on the colorful canvas of 16th-century Italy. [...] The Scarlet City is rich historical fiction written with panache.’ Al in 1954 was er een vertaling in het Engels verschenen bij McGraw-Hill Publishing Company Limited in Londen.
Omslag Julia Anderson. Collectie Hella S. Haasse | |
[pagina 82]
| |
In het schriftje waarin Haasse tijdens haar studie-tijd de aantekeningen van het college Zweeds noteerde, begon zij jaren later aan de historische roman De scharlaken stad (1952). In korte bewoordingen noteert zij een deel van de plot van de roman. Onder het collegedictaat werd een radicale streep gezet.
Collectie Letterkundig Museum [bijna halverwege de pagina:] Tullia is verliefd op G.[iovanni] B.[orgia]/ Giulia ziet hier niet veel in, & kan geen zekerheid krijgen/ over G.B.'s fortuin, en bovendien Tullia moet geen amant/ de coeur hebben, dat zou iemand met haar aard teveel/ in beslag nemen. P.[ietro] A.[retino] wil de zaak toch in orde brengen/ (G.B. wordt er financieel beter op sinds hij in Morone's/ gevolg is) maar dan moet T.[ullia]/ G.B. zien te bewegen informaties/ te winnen over de ware aard van het contact Morone-/ Pescara. (De inlichtingen van Strozzi voldoen P.A. niet,/ te eenzijdig van standpunt patriot-/ ten!) Hij prik- | |
[pagina 83]
| |
kelt Tullias jalouzie door te vertellen dat/ B.[orgia] Vittoria C.[olonna] bewondert./ Brengt G.B. voor één ontmoeting/ naar Tullia (einde eerste hoofdstuk Tullia!) T. komt juist van het dak met gouden haar./ In gesprek G.B.-P.A. zegt P.A. nog (als de/ bloedschande Cesare-Lucrezia ter sprake komt): Giulia Ferrarese, de moeder van Tullia, weet er waarschijnlijk méér/ van, die was zelf vaak aan het hof v.d. Borgias en heeft/ ze in hun ‘dessous’ gekend. Daarom gaat G.B. toch weer naar Tullia!/ Giulia zegt tegen G.B.: Lucrezia verzorgde óók zo haar/ haren, beroemd haar, gevaarlijk haar. Strozzi/ (verwant van Tullia's minnaar) de pos-/ tillon d'amour tussen L.[ucrezia] en Bembo is vermoord omdat hij/ een lok van dat haar had overgebracht aan B.[embo]. Deze mede-/ delingen prikkelen G.B. weer. Zonderling hartstocht gevoel voor/ die verdwenen Lucrezia van vroeger. Hij bemint T. s'nachts/ voor haar haren (die hem een illusie van L. geven) en jasmijngeur/ In de ochtend haat hij haar omdat hij zich bewust wordt van het in-/ cestueuze element in zijn neigingen. Ben ik dan tot op de kern/ / [bedorven, wat bezielt mij eigenlijk?] haar gedichten bijna goddelijke status heeft verleend, bezint zich op de macht van het woord en doorziet de problematische kanten daarvan; de courtisane Tullia schenkt haar lichaam aan wie dat kopen kan, maar blijft haar droom van belangeloze liefde trouw. Wat hen van Giovanni onderscheidt, is dat zij inzicht verwerven in hun eigen innerlijk en kunnen veranderen, en zich daardoor staande kunnen houden in een wereld die naar de afgrond lijkt af te glijden. Thematisch gezien zijn er dus overeenkomsten tussen Het woud der verwachting en De scharlaken stad: beide romans gaan over identiteit en creativiteit; een belangrijk verschil is dat in de eerste roman de berusting, de zelfaanvaarding, het zich willen schikken in het lot centraal staan, terwijl de tweede roman laat zien dat wie zijn verleden niet goed kent, geen toekomst heeft en dat waarachtige creativiteit berust op een vermogen tot adaptatie en metamorfose. |
|