Altijd acht gebleven. Over de kinderliteratuur van Annie M.G. Schmidt
(1991)–Tine van Buul, Aukje Holtrop, Murk Salverda, Erna Staal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 146]
| |
1911Anna Maria Geertruida Schmidt wordt op 20 mei geboren in de pastorie van Kapelle op Zuid-Beveland. Haar vader, J.D. Schmidt, is hervormd dominee. Haar moeder, G.M. Schmidt-Bouhuijs, is huisvrouw. Annie, die ook wel Zus wordt genoemd, heeft één broer, Wim, die acht jaar ouder is. | |
1917-1928In Kapelle gaat Schmidt naar de openbare lagere school. De hbs bezoekt zij in Goes, waar zij in 1928 haar einddiploma (A) behaalt. Gedurende haar schooltijd maakt Schmidt al veisjes. Rond haar twaalfde jaar schrijft zij aan Philips een loflied op de radio, dat prompt beloond wordt met een radio. Schmidts moeder stuurt in 1926 een aantal versjes van Annie op naar Willem Kloos en krijgt het vleiende antwoord ‘dat zij waarachtigen aanleg heeft’. | |
1928-1932Evenals haar broer Wim begint zij in Den Haag de studie notariaat. Ze breekt die voortijdig af om bij Schoevers een cursus steno en typen te gaan volgen. In 1930 gaat zij als au pair voor een korte periode naar Hannover waar zij in huis komt bij de drie gezusters Von Levetzow. | |
1932-1946In 1932 begint Schmidt met een opleiding voor bibliothecaresse. Ze doet een jaar vooropleiding in Middelburg en vindt daarna een stageplaats als leeszaalassistente in Schiedam. Vervolgens is zij werkzaam in Vlaardingen (voor een salaris van ƒ40, - in de maand). In 1936 komt ze in dienst van de befaamde Nutskinderleeszaal in de Wijde Steeg in Amsterdam. In 1938 debuteert Schmidt met twee versjes in het protestants-christelijke tijdschrift Opwaartsche wegen (16e jaargang, november 1938, p. 487-489). Deze versjes, ‘Herinnering’ en ‘Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten...’, worden in haar debuut voor volwassenen En wat dan nog? (Amsterdam 1950) opgenomen. Begin jaren dertig schrijft Schmidt af en toe een gedichtje in het Bibliotheekblad en levert ze een aantal bijdragen - onder andere het kindervers ‘Als Mussert eens won...’ - aan De blaasbalg, een uitgave van de antifascistische stichting ‘Weest op uw hoede’. Het blad staat onder redactie van mr. G.J. van Heuven Goedhart (later tot 1950 hoofdredacteur van het naoorlogse Parool). In 1940 doet Schmidt de zogenaamde ‘directeurscursus’, een opleiding aan de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag voor leidinggevende functionarissen in de bibliotheekwereld. Tijdens de opleiding wordt zij door directeur Greve betrapt op roken in de bibliotheek. Als straf moet zij een bibliografie samenstellen over de haardracht door de eeuwen heen. Jaren later, in 1958, zal zij voor het Gouden Feest van de Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken een aantal cabaretteksten schrijven. Na het behalen van het directeursdiploma wordt zij in 1941 directrice van de Openbare Bibliotheek in Vlissingen. Daar sticht zij een kinderleeszaaltje. Tijdens de oorlog schrijft zij een versje voor het illegale Parool, volgens Schmidt zelf'een heel lelijk versje over een zielig jodenjongetje’. | |
1946Mia van Meurs-van der Burg, die Schmidt al uit haar tijd in de Openbare Leeszaal in Schiedam kent, haalt haar naar Het Parool. Op 1 februari wordt Schmidt chef van de documentatie ter redactie. Ze is in vast dienstverband gebleven tot 1 september 1958. Tot 1948 werkt zij als chef documentatie, vervolgens gaat ze voor de krant schrijven, na 1958 als free-lance medewerker. Schmidt schrijft zeven versjes in het jeugdtijdschrift Ruim baan (1945-1946), dat door Wim Hora Adema geredigeerd wordt. In café Scheltema ontmoet Schmidt, door bemiddeling van S. Carmiggelt, haar toekomstige uitgever Reinold Kuipers, toen werkzaam bij De Arbeiderspers. Hij wil graag een bundel ‘light verse’ van Schmidt uitgeven, maar zal nog tot 1950 moeten wachten tot er genoeg kopij is. Op 24 december verschijnt Schmidts eerste versje ‘Kerstliedje’ in Het Parool. Op dezelfde pagina staat ook een kort verhaal van haar, ‘Adriaan en de kerstkabouters’, en op een andere pagina van hetzelfde nummer het gedicht ‘Zoo zijn we nou’. | |
1947Voor een personeelsfeest van de krant in De IJsbreker in het voorjaar werkt zij mee aan een voor die gelegenheid opgericht journalistencabaret. Het gezelschap dat zich De Inktvis gaat noemen, met onder anderen Wim Bijmoer, Han G. Hoekstra, Jeanne Roos en Wim Hora Adema, zal van 1947 tot 1953 ook buiten Amsterdam volle zalen trekken. In totaal worden er drie programma's gebracht, waarvan als eerste De Inktvis (première: Américain, Amsterdam, 30 mei). Schmidt schrijft en componeert voor De Inktvis en brengt ook een aantal van haar eigen teksten ten tonele. Af en toe (vanaf 1949 vrijwel wekelijks) verschijnt er een gedicht van Schmidt op de kinderpagina van Het Parool, die onder redactie staat van Hora Adema. | |
1948Schmidt ontmoet de chemicus dr. Dick van Duyn (1909-1981), met wie ze gaat samenwonen. Na een verhuizing naar Schiedam gaat ze een half jaar werken bij Het Rotterdamse Parool (winter 1948-1949), waar ze een aantal interviews doet en cursiefjes gaat schrijven. Op 14 oktober verschijnt in het Amsterdamse Parool de eerste ‘Impressie van een simpele ziel’, een column die | |
[pagina 147]
| |
regelmatig verschijnt in de rubriek ‘Voor de vrouw (maar niet voor haar alleen)’, onder redactie van Hora Adema. De Inktvis treedt op met het programma In de bizarre bazar (première: Concertgebouw, Amsterdam, 19 april). Op 10 juni maakt Schmidt haar televisiedebuut in het ‘18e televisieprogramma van Erik de Vries’, met haar eigen creaties ‘De Hoeksema's’ en het ‘Moe'-liedje’. Bijmoer (1914) zingt in een door hem gemaakt decor ‘Monsieur Maurice’, een tekst van Schmidt. Al gauw schrijft en componeert Schmidt ook voor onder anderen Wim Kan en Wim Sonneveld, die haar tussen 1948 en 1968 regelmatig opdrachten geven. | |
1949Schmidt keert terug naar Amsterdam. Vanaf 1 oktober schrijft zij wekelijks een versje en/of een verhaaltje op de pagina Parool Junior, de kinderpagina van Het Parool, onder redactie van Hora Adema. Samen met Hoekstra (1906-1988) vertaalt zij Rudyard Kipling, Zo zit dat (Baarn 1949; vert. van Just so Stories, [1930]). Bijmoer verzorgt de illustraties. | |
1950In Het Parool verschijnt op 14 januari de eerste aflevering van ‘Het schaap Veronica’, met illustraties van Bijmoer. Tot augustus 1957 zal er ongeveer maandelijks een aflevering over dit schaap verschijnen. Haar debuut als schrijfster voor kinderen, Het fluitketeltje en andere versjes (ill. Bijmoer; Amsterdam 1950; deels nieuwe versjes, deels al eerder in Het Parool verschenen versjes), verschijnt vrijwel gelijktijdig met haar debuut voor volwassenen, En wat dan nog? (Amsterdam 1950). Het bevat onder andere ‘light verse’, eerder in Opwaartsche wegen en Vrij Nederland gepubliceerd. Gebundelde ‘stukjes en versjes behelzende de feesten in de maand December met hun perikelen, muizenissen en verrukkelijkheden’ verschijnen onder de titel Brood en mangelpers (ill. Bijmoer; Amsterdam 1950). Schmidts boeken verschijnen vanaf haar debuut bij uitgeverij De Arbeiderspers, tenzij anders vermeld. In het Vara-cabaretprogramma Triangel (van Wim Ibo) maakt Schmidt op 8 januari haar radiodebuut met een vertolking van haar ‘Impressies van een simpele ziel’. Ze zal dat een aantal malen doen en gaat voor Ibo's programma ook liedjes en monologen schrijven. De Inktvis treedt op met het derde en laatste programma Extra editie (première: Concertgebouw, Amsterdam, oktober). | |
1951Schmidt schrijft de ‘Nieuwjaarswensch van Thomasvaer en Pieternel’ (première: Stadsschouwburg, Amsterdam, 3 januari). Voor het cabaret van Sonneveld schrijft ze vier teksten die door hem op de opening van de Boekenweek gepresenteerd worden. Samen met ‘De schrijver in de Boekenweek’ worden de teksten gebundeld in Bloemlezing uit ‘Een bloemlezing in prachtband’ (ill. Jan van Keulen; Amsterdam 1951). De columns die Schmidt voor de vrouwenpagina van Het Parool schrijft verschijnen in boekvorm onder dezelfde titel Impressies van een simpele ziel (Querido, Amsterdam 1951). Het tweede boek voor kinderen verschijnt, Dit is de spin Sebastiaan (ill. Bijmoer; Amsterdam 1951), met korte verhalen en versjes. Het schaap Veronica (Amsterdam 1951) is een verzameling van de afleveringen die gemiddeld ongeveer eens per maand, geïllustreerd door Bijmoer, op de kinderpagina van Het Parool verschijnen. | |
1952Schmidt wordt moeder van zoon Flip. Op 13 oktober wordt het eerste deel van het hoorspel De familie Doorsnee op de radio (Vara) uitgezonden. Het vervolghoorspel zou tot 21 april 1958 (91e en laatste aflevering) te beluisteren zijn. Schmidt schrijft de teksten en Cor Lemaire maakt de muziek voor de liedjes; de regie is in handen van Ibo. Liedjes van De Inktvis verschijnen als Cabaretliedjes (ill. Bijmoer; Amsterdam 1952). De tweede bundel columns ziet het licht, Nieuwe impressies van een simpele ziel (ill. Bijmoer; Querido, Amsterdam 1952). Voor de jeugd verschijnt de versjesbundel Veertien uilen (ill. Bijmoer; Amsterdam 1952). Op de kinderpagina van Het Parool verschijnen op 13 september de eerste belevenissen van Jip en Janneke, met de zwart-wit silhouetten van Fiep Westendorp (1916). Tot 7 september 1957 zijn de belevenissen bijna wekelijks te volgen. Tot 1960 verschijnt er elk jaar een boekje over deze twee kleuters. Met collegae Willem Wittkampf. Ferdinand Langen, | |
[pagina 148]
| |
Simon Carmiggelt en Eli Asser treedt Schmidt op in het land. Het gezelschap noemt zich passagiers van de ‘Lolbus’. | |
1953In maart treedt cabaretgroep De Inktvis, ten bate van de slachtoffers van de watersnoodramp, voor het laatst op in het Nieuwe De la Martheater met een programma ‘Oud Nieuws’. In Het Parool verschijnt wekelijks een stripverhaal Hendrik Haarklover (van 10 oktober 1953 tot 23 januari 1954). Schmidt schrijft de teksten bij illustraties van Bijmoer. Behalve een bundel versjes De toren van Bemmelekom (ill. Bijmoer; Amsterdam 1953) schrijft Schmidt voor kinderen de avonturenroman over de liftjongen Abeltje (ill. Bijmoer; Amsterdam 1953) en wordt opnieuw een aantal ‘schapen’ gebundeld, Kom, zei het schaap Veronica (ill. Bijmoer; Amsterdam 1953). Ook verschijnt de eerste bundel Jip en Jan-ne-ke (ill. Fiep Westendorp; Amsterdam 1953). Voor volwassenen verschijnt een derde deel Impressies van een simpele ziel (Querido, Amsterdam 1953). Samen met Hoekstra neemt Schmidt de redactie op zich van de serie Gouden Boekjes (De Bezige Bij, Amsterdam). Ze bewerken of vertalen de Amerikaanse kinderboekjes. Ook vertaalt Schmidt De familie uit de Doodloopsteeg (Amsterdam 1953; vert. van Eve Garnett, The family from One End Street; ill. Eve Garnett; 1949). Voor het theater schrijft Schmidt een eenakter Als vrouwen staken, die wordt opgevoerd door een amateurgezelschap voor de Vereniging van Vrouwenbelangen, Vrouwenarbeid en Gelijk Staatsburgerschap. | |
1954Schmidt verhuist met man en zoon naar Berkel en Rodenrijs. De familie Doorsnee (Amsterdam 1954) is niet alleen op de radio te beluisteren maar ook als boek - met foto's en illustraties van Bijmoer - verkrijgbaar. Er verschijnen een tweede bundel verhaaltjes, De groe-ten van Jip en Jan-ne-ke (ill. Westendorp; Amsterdam 1954), een (zesde) bundel kinderversjes De lapjeskat (ill. Bijmoer; Amsterdam 1954) en gedichten voor volwassenen Weer af geen weer (Amsterdam 1954). Schmidt schrijft in opdracht het pedagogisch getinte Van schuitje varen tot Van Schendel (ill. Westendorp; Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, Amsterdam 1954), een boekje over de kinder- en jeugdliteratuur in Nederland. | |
1955Met collega Carmiggelt treedt Schmidt op in den lande en trekt volle zalen. Voor kinderen schrijft ze nieuwe avonturen in proza, De A van Abeltje (ill. Bijmoer; Amsterdam 1955). Versjes worden gebundeld in Ik ben lekker stout (idem) en verhaaltjes in Hop maar Jip en Jan-ne-ke (ill. Westendorp; Amsterdam 1955). Een kort verhaal ‘Uit met juffrouw Knoops’ verschijnt in een bloemlezing van vertaald en oorspronkelijk werk voor kinderen die Schmidt samenstelt en inleidt, De ark. Van mensen, dieren en dingen (ill. Jenny Dalenoord (1918); Amsterdamsche Boek- en Courantmij., Amsterdam 1955). De ark bevat een aantal door Schmidt vertaalde verhalen en gedichten, van onder anderen Hans Christian Andersen, Lewis Caroll, Eve Garnett en Ovidius. Voor volwassenen verschijnt In Holland staat mijn huis (Querido, Amsterdam 1955), ‘een reeks artikelen’ die in de jaren 1954-1955 in Het Parool is verschenen. Samen met Henri Knap schrijft Schmidt een beurtzang-in-proza in Het Parool. Voor het boek dat daaruit wordt samengesteld, illustreert Westendorp de vrouwen-voorkant De vrouw zo, de man zus en Charles Boost de mannen-voorkant De man zus, de vrouw zo (Amsterdam 1955). | |
1956Doorsnee in doorsnee (Amsterdam 1956) bevat nieuwe liedjes over de bekende radiofamilie. Voor kinderen verschijnen de bundel versjes Op visite bij de reus (ill. Bijmoer; Amsterdam 1956) en de bundel verhaaltjes Daar gaan Jip en Jan-ne-ke (ill. Westendorp; Amsterdam 1956). | |
1957Een nieuw medium dient zich aan. Schmidt gaat voor de televisie (Vara) schrijven. Op 5 oktober vindt de eerste | |
[pagina 149]
| |
uitzending plaats van de serie Pension Hommeles, die tot 5 april 1959 (16e en laatste aflevering) zal lopen. De regie is in handen van Erik de Vries en ‘Doorsnee’-regisseur Ibo doet de produktie. Lemaire verzorgt de muziek. In 1959 wordt de serie bekroond met de tv-prijs van het Prins Bernhard Fonds. Het boek Wiplala, dat eerst als feuilleton in het jeugdtijdschrift Kris Kras is verschenen (Kris Kras 4e jrg. nr.1, 12 april 1957 t/m nr.16, 8 november 1957), wordt bekroond met een prijs die in 1958 door de cpnb wordt uitgereikt: Wiplala wordt Het Kinderboek van het jaar. Tien jaar later, in 1968, wordt het boek in Oostenrijk bekroond met de Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur. Twee gedichtenbundels en één bundel verhaaltjes volgen nog; voor kinderen De graaf van Weet-ik-veel (ill. Bijmoer; Amsterdam 1957) en Een zoen-tje van Jip en Jan-ne-ke (ill. Westendorp; Amsterdam 1957) en voor volwassenen Huishoudpoëzie (ill. Westendorp; Amsterdam 1957). | |
1958Voor de feestavond van de jubileumviering van de Centrale Vereniging op 3 juni schrijft Schmidt een cabaretprogramma dat wordt uitgevoerd door leeszaalassistenten. Lemaire verzorgt de muziek. De regie is in handen van Jan Retèl. De Kinderboekenweek wordt ingeluid in de Rotterdamse schouwburg, waar Schmidt gehuldigd wordt voor haar Kinderboek van het jaar 1957, Wiplala. Voor de gelegenheid zijn kinderen verkleed als figuren uit haar boeken. Samen met Westendorp gaat Schmidt ‘in de reclame’. Voor de Nederlandsche Persil Maatschappij n.v. verzorgen Schmidt en Westendorp in opdracht reclameboekjes, die te krijgen zijn bij een pak waspoeder of schuurmiddel. In totaal maken ze voor Persil drie series verhaaltjes; de eerste serie, Drie stonterdjes, bestaat uit negen boekjes. Voor kinderen verschijnen de versjesbundel Het beertje Pippeloentje (ill. Bijmoer; Amsterdam 1958) en Goed zo, Jip en Jan-ne-ke (ill. Westendorp; Amsterdam 1958). Behalve de Gouden Boekjes vertaalt Schmidt een boekje voor de Diogenesreeks van De Bezige Bij, Paultje en het paarse krijtje (Amsterdam 1958: vert. van Crockett Johnson, Harold and the Purple Crayon, 1955). Schmidt schrijft een eenakter, Vrouwen om Dr. Deninga, op verzoek van koningin Juliana, die zelf de hoofdrol speelt. De ‘première’ vindt plaats op Paleis Soestdijk. Met haar man maakt Schmidt in november een reis naar Mexico. In het weekblad TV (no. 4, 1959) schrijft zij over deze reis. | |
1959Iedereen heeft een staart (ill. Bijmoer; Amsterdam 1959) is de elfde bundel kinderversjes en Pas op Jip en Jan-ne-ke (ill. Westendorp; Amsterdam 1959) alweer de zevende bundel verhaaltjes voor kleuters. In de serie Gouden Boekjes verschijnt een origineel Nederlands Gouden Boekje Wim is weg, ‘naverteld door Annie M.G. Schmidt’, met illustraties van Rogier Boon (1937). Voor Persil maakt Schmidt samen met Westendorp een nieuwe reeks van negen reclameboekjes, Prélientje en voor R.S. Stokvis & Zonen stelt ze het boekje De vrolijke keuken samen, dat opent met haar verhaal ‘De vrolijke keuken’ en stukken bevat van onder anderen Henri Knap en Simon Carmiggelt. | |
1960Op de tv (Vara) wordt op 5 december Schmidts kindermusical Fluitje van 'n cent uitgezonden. Lemaire verzorgt wederom de muziek. Het boekje (met grammofoonplaatje, met illustraties van Westendorp) was eerder dat jaar geschreven voor Pro Juventute. Voor de Rotterdamse Verkeerspolitie schrijft Schmidt Woelewippie onderweg (IJmuiden 1960), door Westendorp geïllustreerd. Voor Citroën maakt Schmidt een liedje ‘Het lelijke eendje’. Rond deze tijd verschijnt het verhaal Sloddervrouwtje en Sloddermannetje (z.j.), een reclame-uitgave voor Tomado. Voor kinderen zijn er twee bundels versjes Dag, meneer de kruidenier (ill. Bijmoer; Amsterdam 1960) en Het hele schaap Veronica (ill. Bijmoer; Amsterdam 1960) en de achtste en laatste bundel verhaaltjes, E-ven-tjes la-chen, Jip en Jan-ne-ke (ill. Westendorp; Amsterdam 1960). Samen met Hora Adema stelt Schmidt Het rad van avontuur samen (Amsterdam 1960), een | |
[pagina 150]
| |
bloemlezing van verhalen en versjes uit Nederlandse kinderboeken. Voor de serie Diogenes-boekjes van De Bezige Bij vertaalt Schmidt Paultje op Mars (vert. van Crockett Johnson, Harold's Trip to the Sky, 1957) en We gaan naar het oerwoud (vert. van Leif Krantz, Baruen i djungeln; ill. Ulf Löfg'ren; [1959]). | |
1961De bloemlezing Cabaretliedjes (ill. Bijmoer; Amsterdam 1961) komt uit. Voor de jeugd verschijnen de bloemlezing Dikkertje Dap en een heleboel andere versjes (ill. Bijmoer; Amsterdam 1961) en het muziekboek De wim-wam reus en andere liedjes voor de jeugd (ill. Bijmoer; Amsterdam 1961), waarvoor Herman Nieland de muziek schreef. Met Hora Adema verzorgt Schmidt een nieuwe bloemlezing van versjes en verhalen, deze keer van buitenlandse auteurs, De vlaggelijn (Amsterdam 1961). Voor Venz schrijft Schmidt een muzikaal hoorspel, Ibbeltje, dat namens de chocoladefabrikant wordt uitgezonden op de commerciële radiostations Veronica en Radio Luxemburg. Van Ibbeltje worden twee grammofoonplaatjes gemaakt, Ibbeltje en De duif van de directrice én twee boekjes. Vis en Muizen. Westendorp maakt de illustraties, Lemaire schrijft de muziek, de regie is in handen van Ibo. Een uitgebreide versie verschijnt als vervolgverhaal in Televizier. Ibbeltje kan gezien worden als een soort voorloper van het in 1970 gepubliceerde verhaal Minoes. Op 17 oktober maakt Schmidt haar entree in het panel van het bekende tv-programma Hou je aan je woord. Andere leden van het panel zijn Victor E. van Vriesland, Karel Jonckheere, Godfried Bomans en Henri Knap. De familie Doorsnee wordt op Radio Luxemburg uitgezonden. | |
1962Een bloemlezing van ‘Impressies van een simpele ziel’ verschijnt onder de titel Troost voor dames (Querido, Amsterdam 1962). Voor kinderen komen er nieuwe avonturen van het ‘tinkelende’ kaboutertje Wiplala weer (ill. Dalenoord; Amsterdam 1962). In het Utrechts Nieuwsland en een aantal andere regionale dagbladen verschijnen dagelijks vanaf 1 mei 1961 vier stripverhalen van Schmidt en Westendorp, Tante Patent (tot 29 augustus 1962), Tante Patent [en Gore Gerrit] (30 augustus tot 1 december 1962), Tante Patent [en juffrouw Tuttema] (3 december 1962 tot 21 februari 1963) en Tante Patent [en Buurman Bezig] (22 februari tot 6 mei 1963). | |
1963Samen met Knap schrijft Schmidt een nieuwe beurtzang-in-proza, Meneer recht, mevrouw averecht (De Bezige Bij, Amsterdam 1963). Ook deze stukjes stonden eerst in Het Parool. Voor Persil maakt het duo Schmidt/Westendorp een derde serie van zes reclameboekjes, Pluis en Poezeltje (Jutphaas 1963). | |
1964Schmidt publiceert een aantal ‘sprookjesverhalen’ onder de titel Heksen en zo (Amsterdam 1964). Carl Hollander (1934) verzorgt de illustraties. Voor kinderen verschijnt de bloemlezing Vingertje Lik en een heleboel andere versjes (ill. Bijmoer; Amsterdam 1964). Voor de klm maken Schmidt en Westendorp een reclameboekje Spiegeltje Rondreis (Amsterdam 1964). | |
1965Een aantal versjes van Schmidt wordt door Paul Chr. van Westering (1911-1991) op muziek gezet en verschijnt onder de titel Dikkertje Dap en achttien andere liedjes (ill. Coby Krouwel; De Toorts, Haarlem 1965). Schmidt krijgt de Staatsprijs 1964 voor het Kinderboek, door haar zelf betiteld als de P.C. Kinderhooftjesprijs. Het is een bekroning voor bijna twintig jaar kwaliteit in kinderversjes en -verhalen. John de Crane, haar impresario, stimuleert Schmidt tot het schrijven van een musical. De première van Heerlijk duurt het langst vindt plaats op 2 oktober in het Nieuwe de la Martheater. Harry Bannink verzorgt de muziek. De regie is in handen van Henk van Ulsen. | |
1966Voor de Twentsche Textiel Mij. maakt Schmidt het reclameboekje Kroezehetje (Enschede 1966), dat ook verschijnt in | |
[pagina 151]
| |
een Engelse en een Duitse versie. Westendorp verzorgt de illustraties. Het gedeukte fluitketeltje (ill. Bijmoer; Amsterdam 1966) bevat nieuwe versjes voor de jeugd. Op 24 december is voor de tv (Vara) de eerste uitzending van Schmidts Ja zuster, nee zuster te zien. Deze nieuwe televisieserie duurt tot 1968 (26e aflevering, 20 april). Er verschijnen twee boeken onder dezelfde titel (1967 en 1969) en een aantal compilatie-lp's met de liedjes uit de serie. Schmidt verschijnt op tv in de stoel bij ‘Mies en scène’. | |
1967Ja zuster, nee zuster wordt door de Stichting Conamus met de Gouden Harp bekroond. Schmidt wordt geëerd met door Bijmoer ontworpen kinderpostzegels met figuren uit Het fluitketeltje. Een keuze uit Schmidts poëzie voor volwassenen, aangevuld met nieuwe liedjes, vormt de inhoud van een boek met de al eerder gebruikte titel En wat dan nog? (Amsterdam 1967). Samen met Hoekstra verzorgt Schmidt een deeltje in de serie De trapeze (Wolters, Groningen 1967), een reeks originele gedichten en verhalen voor het basisonderwijs. Een herdruk van Van schuitje varen tot Van Schendel (1954) wordt in gewijzigde vorm, onder de titel ‘Voer voor kinderen’, opgenomen in De druiven zijn zoet. Zeventien stemmen over het kinderboek. Hoe het gemaakt, gelezen en beoordeeld wordt, onder redactie van An Rutgers van der Loeff-Basenau (Wolters, Groningen 1967). | |
1968Wiplala (Amsterdam 1957) wordt bekroond met de Oostenrijkse Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur. Wim Hora Adema is de samensteller van Het beest met de achternaam. Een keuze uit wat Annie M.G. Schmidt voor kinderen schreef (Amsterdam 1968). Bijmoer, Dalenoord, Hollander en Westendorp verzorgen de illustraties. Voor Nutricia schrijft Schmidt en tekent Westendorp een serie van zes reclameboekjes, Floddertje. In het weekblad Margriet verschijnt Pluk van de Petteflet met prenten van Westendorp (nr.43, 1968 t/m nr.1, 1970). Schmidt schrijft een blijspel, En ik dan?, waarvan de première plaatsvindt op 1 november in het Nieuwe de la Martheater. De Crane doet de produktie en Berend Boudewijn de regie. | |
1969En ik dan? (Amsterdam 1969) verschijnt in boekvorm. In de serie Discoboeken verschijnt Fluitje van 'n cent (Ring, Amsterdam 1969), een muzikaal verhaal met een lp. De muziek is van Lemaire. Wiplala en Wiplala weer (Amsterdam 1969) verschijnen in één band. Schmidt schrijft een kort verhaal ‘Wat wou je dan?’ voor de bundel Kwaad bloed. Reacties van tien vrouwen op het studentenverzet (Amsterdam 1969, p. 7-16). Er komt een nieuwe musical, Met man en muis. Bannink is wederom verantwoordelijk voor de muziek. | |
1970In mei maakt Schmidt samen met Bannink en De Crane een reis naar de Verenigde Staten om naar een aantal musicals te kijken. Schmidt publiceert na lange tijd weer een avontuur in proza voor de jeugd, Minoes (Amsterdam 1970). Hollander maakt de illustraties. In de serie Discoboeken verschijnt ook een muzikaal verhaal: Jip en Janneke, muziek van Bannink, (Ring/De Arbeiderspers, Amsterdam 1970). | |
1971Minoes (Amsterdam 1970) wordt bekroond met een Zilveren Griffel. De Arbeiderspers durft een uitgave van Pluk van de Petteflet niet aan. De Crane zoekt contact met Kuipers (ondertussen uitgever van Querido). Querido besluit een voor die tijd grote eerste druk van Pluk van de Petteflet te maken (30000 ex.). Na Pluk van de Petteflet komen alle boeken van Schmidt, ook de herdrukken van oudere uitgaven, geleidelijk uit bij Querido (tenzij anders vermeld). In Carré vindt op 5 november de première plaats van de musical En nu naar bed (muziek: Bannink, produktie: Disper Producties bv/John de Crane). Schmidt vertaalt voor De Crane een musical van Neil Simon, Sex à la meunière (oorspronkelijke titel: The Last of the Red Hot Lovers), waarvan de première plaatsvindt op 2 november in het Nieuwe de la Martheater. | |
[pagina 152]
| |
1972Pluk van de Petteflet (Amsterdam 1971) wordt bekroond met een Zilveren Griffel. In verband met de gezondheid van haar man verhuist Schmidt naar Le Rouret, Alpes Maritimes in Zuid-Frankrijk. Samen met illustratrice Mance Post (1925) begint Schmidt aan een serie schoolboekjes, De bril van opa, Hoog en laag, Het lege huis en De tunnel (Wolters-Noordhoff, Groningen 1972, serie: Waaidorp). Ze beëindigt haar werk als redactrice van de Gouden Boekjes. | |
1973De reclameverhaaltjes van Floddertje worden uitgegeven in één boekje (Amsterdam 1973). Niet met de deuren slaan (De Arbeiderspers, Amsterdam 1973) bevat versjes uit De spin Sebastiaan en Ja zuster, nee zuster. Water bij de wijn (Amsterdam 1973) bevat liedjes afkomstig uit cabaret en musical. Opnieuw vindt er in Carré een première plaats van een musical van Schmidt, Wat een planeet (muziek: Bannink, produktie: Planeet Produkties bv/John de Crane). | |
1974Er verschijnt een klein boekje Het fornuis moet weg! (Amsterdam 1974), dat wordt geïllustreerd door Westendorp. | |
1975Op 7 december gaat een nieuwe televisieserie van Schmidt van start. Pleisterkade 17 (kro) zal tot 24 februari 1977 (12e en laatste aflevering) te zien zijn. De regie is in handen van Paul Pouwels, Bannink maakt de muziek. De zoon van Schmidt, Flip van Duyn, speelt een rol in de serie. Hetzelfde jaar krijgt Schmidt de Edmond Hustinx-prijs, de toneelprijs voor Nederlandstalige toneelauteurs. In samenwerking met Guus Vleugel schrijft Schmidt cabaretteksten en -liedjes voor Je moet er mee leren leven..... (première: Frascati, Amsterdam, 15 oktober). Bannink maakt de muziek en de regie is in handen van Paddy Stone. De Crane doet de produktie. Voor hem vertaalt Schmidt weer een musical van Neil Simon, The Sunshine Boys (première: 18 februari in het Hofpleintheater, Rotterdam). | |
1976De verhalen van Jip en Janneke verschijnen met nieuwe illustraties (nog steeds met zwart-wit silhouetjes van Westendorp, maar nu gesitueerd in een kleurige omgeving) in het kindertijdschrift Bobo (nr.40 1976-nr.52 1980). | |
1977Samen met Post maakt Schmidt vier nieuwe deeltjes in de Waaidorp-serie, Met de eend naar zee, Omdat de kraan liep, De sjaal en Troep op de stoep (Wolters-Noordhoff, Groningen 1977, serie: Waaidorp). Voor Jan Marinus Verburg schrijft Schmidt de teksten van zijn verhaal bij zijn prentenboek Tom Tippelaar (Amsterdam 1977). Schmidt werkt met Bannink, Stone en De Crane samen aan de musical Foxtrot (première: 20 oktober in Carré, Amsterdam). | |
1978Het hele schaap Veronica (4e druk) wordt opnieuw geïllustreerd, ditmaal door Westendorp. In het Amstelhotel in Amsterdam krijgt Schmidt de Gouden Margriet (prijs van het weekblad Margriet) uitgereikt. | |
1979De vier eerste deeltjes van de Waaidorp-serie voor de basisscholen worden door Querido in één boek gebundeld, Waaidorp 1 (Amsterdam 1979). Schmidt schrijft een vervolgverhaal Otje in het weekblad Margriet (nr.11 t/m nr.49, 1979). Alle laatjes open (première: 1 mei in het Nieuwe de la Martheater) is een cabaretprogramma met teksten van Schmidt, Vleugel en Michel van der Plas. Ook aan dit programma zijn de namen van Bannink, Stone en De Crane verbonden. Nog geen half jaar later gaat er een toneelstuk van Schmidt in première, Er valt een traan op de tompoes (Nieuwe de la Martheater, 26 september). In oktober maakt Schmidt opnieuw een reis naar de Verenigde Staten in gezelschap van Bannink en De Crane. | |
[pagina 153]
| |
1980Er valt een traan op de tompoes (Amsterdam 1980) verschijnt in boekvorm. Voor de jeugd komt Otje (ill. Westendorp; Amsterdam 1980) in boekvorm. Abeltje (15e druk) en De A van Abeltje (11e druk) verschijnen met nieuwe illustraties van The Tjong Khing (1933). Schmidt woont weer een groot deel van het jaar in Berkel en Rodenrijs. | |
1981Otje (Amsterdam 1980) wordt bekroond met de Gouden Griffel. Opnieuw worden vier Waaidorp-deeltjes gebundeld, Waaidorp 2 (Amsterdam 1981). Op 1 januari vindt de première plaats van de musical Madam, weer in samenwerking met Bannink (muziek), Stone (regie en choreografie) en De Crane (produktie). Van Minoes wordt een toneelbewerking gemaakt door Flip van Duyn en Jan Willem Ruyter. De première door toneelgroep Shuttle vindt plaats op 19 december. Door Henrietta ten Harmsel wordt een aantal versjes van Schmidt vertaald in het Engels onder de titel Pink Lemonade (ill. Linda Cares; Grand Rapids 1981). | |
1982Na het overlijden van haar man, in 1981, verhuist Schmidt naar Amsterdam. Pluk van de Petteflet wordt - iets gewijzigd -opgenomen als vervolgverhaal in het kindertijdschrift Bobo (nr.30, 1982 -nr.11, 1983). | |
1983Het beertje Pippeloentje (4e, uitgebreide druk) verschijnt met nieuwe illustraties van Jan Jutte (1953). Floddertje verschijnt in een aantal afleveringen in het kindertijdschrift Bobo (nr.18-nr.23, 1983). Ook verschijnt voor kinderen de bloemlezing Een visje bij de thee. Drieëntwintig verhalen en achtenzestig versjes uit eenentwintig boeken (Amsterdam 1983), samengesteld door Tine van Buul. Schmidt schrijft een aantal teksten voor het boek O ja. Herinneringen aan zes Schmidt-Bannink musicals (Van Holkema en Warendorf, Bussum 1983). Op 6 januari is een nieuwe musical in première gegaan, De dader heeft het gedaan (Carré, Amsterdam), weer in samenwerking met het trio Bannink, Stone en De Crane. | |
1984Het Theaterinstituut eert Schmidt met de tentoonstelling Kijk, Annie M.G. Schmidt. Bij de tentoonstelling verschijnt een gelijknamig prentenboek met bibliografie en discografie, samengesteld door Kuipers. Jacques van Kollenburg maakt voor de radio een serie over leven en werk van Schmidt (van 8 juni tot 5 oktober elke vrijdag van 19.30 tot 20.00 uur). Het beertje Pippeloentje krijgt de Pluim van de maand, een prijs van het kindertijdschrift Bobo en de schoolradio van de kro. Op 20 november vindt in Haarlem de première plaats van de musical PingPing. | |
1985Cisca Dresselhuys en Kees de Leeuw interviewen Schmidt voor de bundel Het glazen huis. Gesprekken met domineeskinderen (Bosch en Keuning, Baarn 1985). In november wordt Schmidt een Gouden Elpee aangeboden vanwege de enorme verkoop van de platen waarop Mieke Verstraete verhaaltjes van Jip en Janneke voorleest. | |
1986Voor Schmidts vijfenzeventigste verjaardag wordt een feest georganiseerd in De Balie te Amsterdam, met Kees Fens, Ed Leeflang, Hetty Blok, Simon Carmiggelt en anderen. Schmidt opent de nieuwe kinderleeszaal van de Openbare Bibliotheek in Vlissingen, waar zij in de oorlog directrice was. Tot hier toe. Gedichten en liedjes voor toneel, radio en televisie 1938-1985 (Amsterdam 1986), samengesteld door Van Buul en Kuipers in samenwerking met de auteur, ziet het licht. Heksen en zo (5e, herziene druk) verschijnt met nieuwe illustraties van Charlotte Dematons (1957). | |
[pagina 154]
| |
1987Van Buul en Kuipers stellen met de auteur een grote verzamelbundel samen, Ziezo. De 347 kinderversjes (Amsterdam 1987), geïllustreerd door Bijmoer, Dalenoord, Hollander, Jutte, Post, The, Peter Vos en Westendorp. Schmidts hele oeuvre wordt op 11 december bekroond met de Constantijn Huygensprijs van de Jan Campertstichting. Ook wordt zij gehuldigd met de Jubileumprijs van de Scheveningen Cabaretprijs, uitgereikt door Jeanne Roos. | |
1988Tante Patent (Amsterdam 1988; in 1962 verschenen als stripverhaal in een aantal regionale dagbladen, daarna opgenomen in Het beest met de achternaam, Amsterdam 1968) verschijnt in boekvorm, met nieuwe illustraties in kleur van Westendorp. Kleinzoon Jonathan wordt geboren. Op 6 november wordt haar in de Stadsschouwburg van Groningen de Publieksprijs 1988 (voor de meest geliefde dichter van Nederland) overhandigd. In Oslo ontvangt Schmidt in september tijdens het tweejaarlijkse ibby-congres (International Board on Books for Young People) de belangrijkste internationale prijs op kinderboekengebied, de Hans Christian Andersenprijs. Op eerste kerstdag vindt de première plaats van de kindermusical De naam van de maan. Schmidt schrijft samen met Van Duyn het libretto, Kees Olthuis verzorgt de muziek. | |
1989Uit met juffrouw Knoops (Amsterdam 1989; eerder verschenen in De ark. Van mensen, dieren en dingen, 1955) wordt als apart boekje uitgegeven, met nieuwe tekeningen in kleur van Westendorp. Schmidt schrijft haar derde toneelstuk, Los zand, dat wordt opgevoerd door toneelgroep Amsterdam. Samen met Flip van Duyn en Haye van der Heyden schrijft Schmidt een nieuwe televisieserie Beppie (Avro; 1e uitzending 2 maart, 12e en laatste uitzending 25 mei). Tijdens de opening van de Huishoudbeurs krijgt ze door Sylvia Toth de Zilveren Knip uitgereikt, een onderscheiding voor personen of instellingen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Nederlandse consument. Een keuze uit haar columns, gemaakt door Van Buul en Kuipers in samenwerking met de auteur, verschijnt onder de titel Simpele zielen en nog wat (Amsterdam, 1989). | |
1990Schmidt schrijft het Kinderboekenweekgeschenk Jorrie en Snorrie (ill. Westendorp; Amsterdam 1990). | |
1991Vanaf 4 januari schrijft Schmidt wekelijks een autobiografisch getinte column ‘Wat ik nog weet’ in Het Parool. Tijdens Story International, van 15 tot 20 januari in het Bibliotheektheater in Rotterdam, staat het werk van Schmidt centraal in een vertaalproject. Korte verhalen en versjes, waaronder ‘Wat is dat, mevrouw Van Gelder?’ worden-vertaald in het Surinaams, Engels, Frans, Duits, Spaans, Arabisch, Turks, Japans en Chinees. In april verschijnt een grote uitgave van Pluk van de Petteflet, waarin voor het eerst álle tekeningen van Fiep Westendorp in kleur zijn afgedrukt. |
|