Fragmenten uit een dagboek, gehouden in Groenland, in de jaren 1770-1778
(1818)–Hans Egede Saabye– AuteursrechtvrijHans Egede Saabye, Fragmenten uit een dagboek, gehouden in Groenland, in de jaren 1770-1778. Wybe Wouters, Groningen 1818
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 227 K 5, scan van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Fragmenten uit een dagboek, gehouden in Groenland, in de jaren 1770-1778 van Hans Egede Saabye uit 1818. Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
Voorrede
p. 6 vanvangen → vangen: ‘om de overvloeijende traan op te vangen’.
p. 14: behalve → (behalve: ‘(behalve bij de diepste treurigheid, en wanneer zij volstrekt niet willen huwen)’.
p. 17: Goenlanders → Groenlanders: ‘De vaartuigen der Groenlanders’.
p. 40: zendelingsgenootschaap → zendelingsgenootschap: ‘Julianeshaab, alwaar eerst sinds 40 jaren een zendelingsgenootschap opgerigt werd’.
p. 60: annemen → aannemen; vertrokken → vertrekken: ‘Zelden laten zich de kandidaten eerder tot zendelingen aannemen, dan wanneer zij, na verloop van eenige weken, naar Groenland vertrekken’; Duits: ‘bevor sie nach einigen Wochen nach Grönland abreisen’.
p. 60, noot: Groenlansche → Groenlandsche: ‘De Groenlandsche taal heeft, behalve eenige weinige met de IJslandsche verwante woorden’.
p. 61: onderwepen → onderwerpen: ‘over dagelijks voorkomende onderwerpen’.
p. 62, noot: op jaren → op 6 jaren: ‘voor eenen ongehuwden zendeling op 6 jaren’; Duits: ‘für einen unverheiratheten Missionar zu 6 Jahren’.
p. 64: bewijs → bewijst: ‘bewijst het volgende antwoord van eenen buitensporigen Groenlander’; Duits: ‘beweiset’.
p. 69: landsvoortbrenselen → landsvoortbrengselen: ‘om den Groenlanders hunne landsvoortbrengselen af te koopen’.
p. 72: landsvoortbrenselen → landsvoortbrengselen: ‘een kolonist is aangesteld, die hun hunne landsvoortbrengselen afkoopt’.
p. 78, noot: voorttreffelijkheid → voortreffelijkheid: ‘van wege de voortreffelijkheid dezer voortbrengselen’.
p. 89: wetenschapelijk → wetenschappelijk: ‘deels in een wetenschappelijk, deels in een ander opzigt’.
Dagboek
p. 2: Nyk → Nyt: ‘Gamm. og Nyt om Grönl. Beligg’.
p. 6: vouwenboot → vrouwenboot: ‘Zoo voer, terwijl ik mij in Groenland ophield, eene vrouwenboot van mijne, naar de andere zijde van den zeeboezem’; Duits: Weiberboot)
p. 15, noot: Tylteboer → Tyltebaer: ‘Hier groeijen braambessen (Tyltebaer) in menigte’; Deens en Duits: Tyltebaer
p. 31, noot: Proest → Praest: ‘de Groenlandsche uitspraak van het Deensche woord Praest’; Duits: Praest)
p. 38: kleedederen → kleederen: ‘in hare dagelijksche kleederen, en heeft hare haren niet opgebonden’.
p. 55: teruggeven → teruggegeven: ‘. Ja! wij waren aan elkander teruggegeven!’; Duits: ‘Ja! Wir waren einander wiedergegeben!’.
p. 72, noot: evendigheid → evenredigheid: ‘De overige behoeften moesten zij naar dezelfde evenredigheid betalen’; Duits: ‘nach selbigem Verhältnisse bezahlen’.
p. 84-85: spoedig dig → spoedig: ‘Ga spoedig binnen!’.
p. 86 bad → had: ‘zoodra ik mijne kleeding weder eenigzins in orde had gebragt’.
p. 97: Jaagt → “Jaagt: ‘“Jaagt haar voort! doodt haar!”’.
p. 110: zamengegedrukte → zamengedrukte: ‘hij kan welligt spoedig slap worden, als eene zamengedrukte blaas’.
p. 116: moete → moeten: ‘dat menschen, die op de ruime vlakte zijn, zich op den grond moeten werpen’.
p. 124: Heidenden → Heidenen: ‘Zij genieten, als gedoopten in geenerlei opzigt voordeelen boven de Heidenen’.
p 132, noot: uitelling → uittelling: ‘Niet uit eene soort van kwakzalverij, maar om mij niet, gedurende mijne uittelling, door lagchen verdacht te maken’; Duits: ‘während ich abzählte’.
p. 138: ververzocht → verzocht: ‘Ik verzocht mijne vrouw om kamfer spiritus te warmen’.
p. 141: herinnner → herinner: ‘of dat anderen het betrokken hadden, herinner ik mij niet meer’.
p. 143: Groeenlander → Groenlander: ‘het volgende gesprek tusschen mijnen Groenlander en mij’.
p. 150: Ik → “Ik: ‘“Ik was zoo verheugd,” zeide hij nu’.
p. 198: Fuhnen → Fühnen: ‘dat hij in eene stad in Fühnen bijzonder onderwijs gaf’; Duits: ‘Fühnen’.
p. t.o. 214: de afbeelding is afkomstig uit exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 227 K 5.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, 94, II, t.o. 215, 216) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
FRAGMENTEN
UIT EEN DAGBOEK,
GEHOUDEN IN
GROENLAND,
IN DE JAREN 1770-1778,
door
HANS EGEDE SAABIJE,
Weleer geordend Zendeling in de
Distrikten Claushavn en Chris-
tianshaab, thans Predikant te
Udbije in het Stift Fühnen.
Uit het Deensch in het Hoogduitsch vertaald
door
G. FRIES
Weleer Koninklijk Deensch Kapitein,
en verrijkt met eene voorrede des hoog-
duitschen vertalers, bevattende eeni-
ge berigten nopens de levenswijze der
groenlanders, het zendelingschap in
groenland, benevens andere daar-
mede verknochte onderwerpen,
en eene kaart van groenland.
Volgens de Hoogduitsche vertaling in het
Nederduitsch overgebragt.
Te GRONINGEN, bij
WYBE WOUTERS. 1818.