Paradijsbloemen(1897)–A.H.M. Ruyten– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 76] [p. 76] Een Zouaaf. Het alarmsein was gegeven En het klonk door de Eeuw'ge Stad. Ach! hoe bloedde 't hart der braven, 't Heldenhart ook der zouaven, Dat om dood of zege bad! ‘Neen, geen nutloos bloedvergieten! - Pius' woord klonk als een klacht - ‘Biedt een wijle weêrstand, kindren! Zal uw moed ook niet vermindren, Wijkt en bukt voor de overmacht! Toont nog eenmaal mij uw trouwe, Vaak bezegeld door uw bloed!’ En hij zegende hen allen, En zij snelden naar de wallen, Heldenschaar met martlaarsmoed. [pagina 77] [p. 77] Bij de Porta Pia stormden De Piemonteezen aan. En het klonk door Rome's straten: ‘Op! de Paus heeft toegelaten, Eens den vijand nog te staan!’ En het daverde in de luchten Als een verre zegekreet: ‘Evviva il Papa, Broeders! Voort! wij zijn des Pausen hoeders, En, zoo 't moet, ten dood gereed!’ Aan de Porta Pia klonk het Krijgsgeschreeuw en vuurgeknal; Dáárheen stormden de zouaven. Wie er blijk van krijgsmoed gaven? Allen; maar toch één vooral. Hij was op de bres gesprongen, En hij stond er in 't geweer, Ladend, mikkend, vurend, doodend... ‘Kom, berg 't lijf!’ zoo riep men noodend, Korte weêrstand is 't, niets meer!’ ‘Laat mij, laat mij, kameraden!... Ziet ze vallen! 'k Wijk geen schreê! Neen, ik geef den Paus niet over Aan zijn vijand, aan zijn roover! Evviva il Papa-Rè!’ [pagina 78] [p. 78] De eene kogel na den andren Ging zijn weg en trof zijn doel. En hij stond er onverdroten, Schoon de kogels om hem floten, Als een held in 't stormgewoel. Eensklaps... ziet, hij wankt: een kogel Heeft het voorhoofd hem doorboord. Stervend roept hij ter victorie: ‘Leve Pius! God de glorie!’ Is zijn laatste en afscheidswoord. Vorige