Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] [Ik vraag mijn dagen niet den schoonen schijn] Ik vraag mijn dagen niet den schoonen schijn Van roem en eer en gunst van eedle vrouwen; Ik wil op ander heil mijn leven bouwen: Ik wil gelukkig om mij zelven zijn. En voor de praal van 't wereldlijk festijn Van lof en prijs - hoe kan 'k den lover trouwen? Begeer ik niet dan aardes schoon te schouwen En stil de zanger van mijn droom te zijn. Weest, dagen, mij der Schoonheid afgezanten En zegt de wondren mij van kleur en lijnen, En laat den glans der dingen in mij schijnen, En leert de taal van steenen mij en planten: Tot 'k heel de wereld en haar toover zoet Hervind in de muziek van mijn gemoed. Vorige Volgende