Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 182] [p. 182] IX. Anglusklokkenklanken wiegen Zich in lauwe lucht, Loom van bloemengeur, en vliegen Als een blanke vlucht Avondvooglen heen met zacht gerucht. Blanke kinderbeden stijgen In den nacht omhoog; Blanke bloemesterren neigen Van den blauwen boog Goudbeglansd hun droomenlachend oog. Ruischende englenwieken waren Om mij donzig-zacht; Hemelstemmen, zilverklare, Dragen u mijn klacht Fluistrend door den stillen zomernacht. Vorige Volgende