Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 119] [p. 119] Kostschool-herinnering. Der spreeuwen smeekgefluit in 't ochtendklaren En 't ijl verscheemren van den nevelsleep Waardoor de zon lijnt, rood en goud, een streep... Reeds staat ze me als een vuurbol aan te staren. En 't grijs der lucht wordt blauw, diep innig licht, En mistvrij treedt de verte klaar te voren: - O 't spreeuwgefluit roept, smeekend in mijn ooren, Nu voor mijn oogen klaar een oud gezicht: Kastanjes die de herfstpracht moede dragen Langs ijzren hekken, glinsternat van dauw, En hoog een zonn'ge wijzerplaat in 't blauw: De gouden wijzers gingen ach zoo trage.... Dáár klonk zoo zoet-meewarig van de daken Der spreeuwen smeekgefluit bij 't vroeg ontwaken. Vorige Volgende