Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Lente-wandeling. Hoe juichen de jonge geluiden: ‘Luister, luister 's weer!’ Hoe spreken de spruitende kruiden: ‘Buig je, buig je neer.’ Het boschje is vol fluiten en tjuiken, Vol zonnige stilte het land. Mij zegt een geruisch in de struiken: ‘Er is iets bizonders op hand.’ Der primula's krullende blaêren Sprieten omhoog al zoo zacht En steken mij toe, waar ik stare, Handekens van smaragd. En 'k ruik weer de geuren der aarde En 'k voel weer een wel en een vreê, Als toen ik voor jaren ze gaarde En nam ze voor moedertje mee. Vorige Volgende