Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Nocturne. Uw bleeke vingren over 't blank klavier En bleekgeel lamplicht op uw blank gelaat, Terwijl ik op der klanken zachten zwier Mijn stille droomen zachtjes zweven laat... Der golven zilvren kabb'ling, diep van klank En eindloos heimwee, kust de zoomen zacht Waar maantintglanzend-licht en schemerblank Zandpaden dwalen door den bloesemnacht; Waarover blank der gaarden bloeigeboomt De lichte sier van zijn guirlanden hangt, Dat zalig van uw teere schoonheid droomt, Wijl klagend water naar uw komst verlangt. - Uw blanke handen rustig in mijn hand En zacht uw wang aan mijne wang gevleid Drijven wij droomend henen, 't lichte land Te moet, waarheen de melodij geleidt... Vorige Volgende