Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Ter herinnering aan Jaap Wolf. (te Rolduc gestorven.) Nu smukt met roze en lelies, maagdlijk-blanke, En immergroen zijn droeve doodenkluis En laat met bloeiend vroom vertrouwen 't kruis Zijns doods me, en met gebeên devoot omranken. Groeide in Gods heining hij niet schoon en slank Van elk bemind, voor alles vroom en kuisch? Klaarde niet licht de luister van Gods Huis Bij zijner zuivre stemme zilverklanken? 't Klonk tot den hemel op - en als bij 't klaren Het leeuwrikslied met d' eersten vleugelslag Ten hooge streeft, - zoo is hij opgevaren Van de aarde, waar hij 's levens morgenlach Genieten mocht en jonge vreugde garen, En niet des avonds droeve donker zag. Vorige Volgende