Bericht.
De Tooneeldichtkunst, over het verliezen van den voorigen Schouwburg bedroefd, heeft zich in eenig eenzaam Woud afgezonderd, in het welk zy door Yver gezocht wordt, die haar, na het verhaalen van het oprichten eenes nieuwen Schouwburgs, ernstig verzoekt, den zelven, in het gezelschap haarer gewoonelyke Reien, door eenig bevallig Schouwspel, in te wyden. Zy, dit verzoek toestaande, neemt, terwyl Yver zich afzondert, om de Reien te haalen, haar afscheid van het Woud, en wordt, daaröp onmiddelyk, door Vernuft en Oordeel bejegend, die haar de noodzaakelykheid errinneren, om onderling, ten Tooneele te verschynen. Na dit onderhoud, verschynt Yver, ten geleide der Reien; en nu gereed zynde, om den nieuwen Schouwburg, door eenig Schouwspel, te gaan inwyden, vertoont zich Apollo, die de Dichtkunst en den Schouwburg in de bescherming der Regeerders van Amsteldam, aan het opzicht der aangestelde Bestuurders, in de gunst der