niging was die voor het condoom pleitte, nu de tijden veranderd zijn, het meeste moeite heeft om de ethiek waarin dit produkt aanvankelijk verpakt werd (toen niemand anders eraan durfde te komen), te vervangen door een wat meer aan de huidige werkelijkheid aangepaste.
De voorhoede dreigt achterhoede te worden, en wat het pijnlijk maakt: een achterhoede met de allures van de voorvechter. Degene die dit proces voor mij demonstreert is, toepasselijkerwijze, mevr. A. Romein-Verschoor, die in de redactieraad van vo zit. Zij doet dat in een brief aan het blad, die door de redactie gepubliceerd wordt als ‘de meest representatieve’ onder de vele die zij ontving als reactie op een ingezonden stuk van een jonge abonnee, Rudi Wolf. Die had in januari geklaagd over ‘het verhulde brok moraal’ dat nvsh-publikaties zo onverteerbaar maakt. Hij vond dat de taak van deze vereniging moest zijn: ‘het stimuleren van en het goede hanteren der seksualiteit, belemmering uit de weg te ruimen, risico's terug te helpen brengen tot draagbare proporties.’ Maar, zei hij, hij stuitte vaak op de ‘veelgesuggereerde, maar nooit uitgesproken stelling: geslachtelijke omgang tussen gehuwden en bijna gehuwden is goed, en al het andere is verkeerd, moet afgewezen, onderdrukt, verboden en afgeleid worden. Vooral als geslachtelijk verkeer tussen jonge mensen ter sprake komt, wordt door meestal oudere figuren maar al te vaak en te graag gezeurd over de positief genoemde “geestelijke weerstanden”, “eerbied” voor het een of ander, “verantwoordelijkheid jegens de ander”, etcetera. In feite wordt met al die fraaie frasen maar één ding bedoeld: (Jonge) mensen die geen trouwplannen hebben, behoren niet met elkaar naar bed te gaan. Mijn vraag nu aan al die zeurhannessen: Waarom niet? En bovendien: Wat gaat het jullie aan? (“'t Grappige is, dat die [jonge] mensen toch wel hun gang gaan. Maar goed, dat is weer een ander hoofdstuk.”)
Wat is nu de “representatieve” reactie van mevr. Romein hierop? Zij is erg boos geworden, zo boos dat ze een halve brief lang uitweidt over de ellenden van de minderjarige ongehuwde moeder, en zich pas dan herinnert dat Rudi Wolf het had over seksualiteit met gebruik van voorbehoedmiddelen. De mogelijkheid daarvan ziet zij met iets van wrok onder ogen, lijkt het, minder als iemand die de onvolkomenheid van de middelen