Eneas en Turnus
(1976)–Lukas Rotgans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 107]
| |
Vyfde bedryfEerste toneel
Lavinia, Sabine, Marcellus, Lyfwacht
lavinia
IK klim, als zinneloos, den hoftrap op en neder.
Myn onrust ... ach! ik beef. Marcellus keert gy weder!
Zyn zy al handtgemeen, of beide neêrgevelt,
Of een van beide? of is de tweestrydt uitgestelt?
marcellus
1595[regelnummer]
Zo dra prins Turnus, en de koning der Trojaanen
Op 't afgesteken veldt, omringt van oorlogsvaanen,
Verscheenen, wierdt de vorst, omsingelt van zyn stoet,
Op zyn verheve koets in 't perk van hun begroet.Ga naar voetnoot1598
Eneas luisterde den koning iets in d'ooren,Ga naar voetnoot1599
1600[regelnummer]
Zo zacht, dat niemant van 't gevolg zyn woordt kon hooren.
Toen rees hy overent, en sprak: Marcellus, ga,
Verzeker met myn wacht prinses Lavinia.Ga naar voetnoot1602
'k Beveel aan u de zorg. bezet aan alle kanten
Haar hofportaalen, tot ik keer, met myn trouwanten.Ga naar voetnoot1604
1605[regelnummer]
Gedoog, op lyfstraf, geen bezoek van 't hofgezin.Ga naar voetnoot1605
Dat ieder buiten sta, vooral de koningin.
lavinia
Hoe! neemt myn vader my gevangen? om wat reden?
Heb ik hem ooit onteert door ongebonde zeden,
Of zyn gezag gekrenkt door ongehoorzaamheidt?
1610[regelnummer]
Waar ben ik schuldig aan, Marcellus? noem my 't feit.
| |
[pagina 108]
| |
marcellus
Ik hoop uw goetheidt zal haar onderdaan verschoonen.
Ik weet de zaak niet, maar moet my gehoorzaam toonen.
lavinia (wechgaande)
Ik wacht in hechtenis den uitslag van myn lot,
En ga u voor. volvoer het vaderlyk gebodt.
sabine (wechgaande)
1615[regelnummer]
O vreemt bevel! ik weet uw oorspronk niet te vinden;
Maar wacht den tydt, die my dit kluwen zal ontwinden.
marcellus
Gy lyfwacht, tree voor uit. ik volg. bezet de poort.
| |
Twede toneel
Amate, Julia, Marcellus
amate
HEb ik myn dochter niet in deze zaal gehoort?
Marcellus toef. waar is Lavinia gebleven?
marcellus
1620[regelnummer]
Zy heeft zich, op myn woordt, naar haar vertrek begeeven,Ga naar voetnoot1620
Dat ik door 's konings last, met lyfwacht hou bezet.
amate
Ik volg.
marcellus
Vergeef my.
amate
Wordt de toegang my belet?
| |
[pagina 109]
| |
marcellus
Haar majesteit verschoon haar dienaar, die 't behagen
Des konings volgt, en in zyn pligt zich trou moet draagen.
| |
Derde toneel
Amate, Julia
amate
1625[regelnummer]
VErmetele, ga heen, maar wacht eerlang myn wraak.
Ach! Turnus hebt gy my verraaden, en de zaak
Myn echtgenoot ontdekt? ik wilde uw onheil wreeken,
Indien gy sneuvelde, en den vreemdeling versteeken
Van d'ingebeelde vrucht des strydts. ondankbre vriendt,
1630[regelnummer]
Heeft myn genegenheidt en zorg dien hoon verdient?
julia
Maar om wat oorzaak mag de ryksprinses, gevangen
En opgesloten, u niet in haar hof ontfangen?
amate
Ik mag u dit geheim niet melden: weet alleen,
Dat my de haat vervoert tot buitensporigheên.
1635[regelnummer]
De gunst en vyantschap verbysteren myn zinnen.Ga naar voetnoot1635
Ik kan, ô Julia, die driften niet verwinnen:
Zy overweldigen de reden in myn hart.Ga naar voetnoot1637
Ik heb u dezen dag den oorspronk van myn smart,
Dien onverzoenbren wrok ontdekt: dat vier, aan 't branden,
1640[regelnummer]
Verteert natuur zelf in myn woedende ingewanden.Ga naar voetnoot1640
Dit zy genoeg. hebt gy van Turnus niets verstaan?
| |
[pagina 110]
| |
julia
Men zal haast hooren hoe de tweestrydt is vergaan.
De Tyberpoort, waar voor het perk is afgesteeken,
Staat dicht aan dit paleis. prins Turnus kracht, gebleeken
1645[regelnummer]
In zo veel slagen, zal hem redden uit den noodt,
En zyn oprechte min verzeekren door de doodt
Des vyandts, dien gy haat. hy zal in 't hof verschynen,
Als winnaar, en uw zorg door zyn triomf verdwynen.
amate
Gy zoekt myn zwakke hoop in 't midden van den druk,
1650[regelnummer]
Te sterken, maar myn hart voorzegt my 't ongeluk.
Daar voel ik, hoe myn vriendt, mishandelt en bestreden,Ga naar voetnoot1651
In 't lyfgevecht bezwykt, en met vermoeide leden,
Al hygende, op den grondt zich wentelt in zyn bloedt.
De Trooische balling drukt den gorgel met zyn voet,
1655[regelnummer]
En plondert helm en zwaardt en riem en schouderplaaten.
Hy nadert, Julia, en sleept langs onze straaten
Dien ryken buit naar 't hof, en legt dat krygsgeweerGa naar voetnoot1657
Voor zyn gewonne bruidt, tot blyk der zege neêr.
Kan ik dat treurspel wel aanschouwen, en noch leeven!
1660[regelnummer]
Vergramde Godtheidt, die, van wraakzucht aangedreeven,
My door een vreemde magt tot uwen dienst verpligt,
Ai sluit myn oogen voor dat doodelyk gezigt!Ga naar voetnoot1662
Laat my rampzalige van u die gunst verwerven,
En voor de nederlaag van koning Turnus sterven.
1665[regelnummer]
Ik zal de doodt met vreugde omhelzen.
julia
Staak uw klagt.
Verban de wanhoop uit uw zinnen, leef en wacht
Een gunstig nootlot van de Goden, die voordezen
Hun zegen aan dit ryk in overvloedt beweezen.
| |
[pagina 111]
| |
amate
Hoe zou ik leeven, om te deelen in den lof
1670[regelnummer]
Myns vyandts, en zyn feest te vieren in ons hof!
Kunt gy die lafheidt van uw koningin gelooven?
Neen, Julia, ik zal my zelve 't leven rooven
Indien de hemel voor myn beê zyn ooren sluit.
Laat dan Lavinia, als eene ontzinde bruidt,
1675[regelnummer]
De huwlyksfakkel aan haar moeders lykaltaaren
Ontsteeken: myne schim zal door den tempel waaren,
En schreeuwen wraak en wee in d'ooren van de Goôn.
Ik zal haar volgen op den koninklyken troon,
En 't kroonfeest in 't gezigt der plegtigheden stooren;Ga naar voetnoot1679
1680[regelnummer]
Het volk verbaazen by 't gejuich. myn vloek en toorenGa naar voetnoot1680
Zal 't paar geleiden naar het huwlyksledekant;
De wraaktoorts dit paleis ontsteeken door myn handt.
julia
Mevrou, de koning keert.
| |
Vierde toneel
Latinus, Amate, Julia
latinus
VOrstin, wy gaan verloren.
amate
Wordt d'ondergang van 't ryk uit Turnus doodt geboren?
1685[regelnummer]
Legt hy in 't vechtperk door Eneas zwaardt gevelt?
| |
[pagina 112]
| |
latinus
O neen! hy leeft.
amate
Hy leeft? en gy, gy keert ontstelt,
En bevende van schrik. wat maakt u dus verlegen?Ga naar voetnoot1687
Nu Turnus leeft, zyn wy behouden, en zyn degen
Zal ons ....
latinus
Geef my gehoor; op dat ik u 't gevaar
1690[regelnummer]
Van onze krygsmagt en den rykstroon openbaar:
Zo zal uw ydle hoop op Turnus hulp verdwynen.
Men zag Eneas welgemoedt in 't perk verschynen.
Hy scheen een leeuw, die, lang getergt, vol ongedult,
Zyn vyandt afwacht, en afgryslyk tiert en brult,
1695[regelnummer]
Zyn klaauwen scherpt, en streeft met opgereze mannen.Ga naar voetnoot1695
Het veldt, omsingelt van Latynen en Trojaanen
En Rutulen, bekleedt met helm en beukelaar,Ga naar voetnoot1697
Verbeeldde een krygstoneel. de priesterlyke schaarGa naar voetnoot1698
Ontstak de vlammen op 't altaar van groene zoden,
1700[regelnummer]
En keelde 't offervee geheiligt aan de Goden.
Eneas trekt zyn zwaardt. hy slaat zyn oogen naar
Den hemeltroon, en zweert voor ons Latynsch altaar;
Een eindeloos verbondt godvruchtig t'onderhouwen.
Hy neemt d'alziende zon, d'Auzonische landouwen,Ga naar voetnoot1704
1705[regelnummer]
Noch rookende, en gemest met heldenbloet, en zweet;
En al de Goden tot getuigen van zyn eedt.
Zo gaat hy voor. ik volg, terwyl onze offers branden;
En raak 't gewyde altaar eerbiedig met myn handen;
En zweer, by hemel, aarde en golven, by de kroon
1710[regelnummer]
Van vader Faunus, en by d'afkomst van Latoon.Ga naar voetnoot1710
Zo dra de Rutulen hun koning zien genaaken
| |
[pagina 113]
| |
Voor 't offervier, en, met verbleekte en dootsche kaaken,
Zich tot het lyfgevecht bereiden; wordt hun hart
Bewogen door 't gevaar van Turnus, dat hun smart.
1715[regelnummer]
Elk spelt de nederlaag alrede in zyn gedachten,
En ziet de stryders aan, als ongelyk van krachten.
Zy morren onder een, verwerpen het ontzag,Ga naar voetnoot1717
En vloeken openbaar 't bezworen krygsverdrag.
Ja zelf 't Latynsche volk, dat heden, moe van stryden,Ga naar voetnoot1719
1720[regelnummer]
Om vrede schreeude, slaat, vervoert van medelyden,
De handen aan 't geweer, en schendt ons vreêverbondt.Ga naar voetnoot1721
De Trooische krygsmagt, die naast onze benden stondt:
Wordt wakker op 't gemor van Turnus oorlogsknechten.
De legers wederzydts staan vaardig om te vechten.
1725[regelnummer]
Eneas schreeut: laat af. wat dolheidt gaat u aan,
Trojaanen? 'k moet alleen myn vyandt tegengaan.
Wat helsche tweedragt kan den verschen vrede stooren!Ga naar voetnoot1727
Men eer' de voorwaarde en 't verbondt, zo dier bezworen.
Hier zweeg Anchizes zoon; toen een vervlogen schichtGa naar voetnoot1729
1730[regelnummer]
Op 't harnas langs zyn borst afschampte, in ons gezigt.Ga naar voetnoot1730
amate
Wat hoor ik! waar zyn ziel de borstwonde uitgevloogen,Ga naar voetnoot1731
En mogt Amate 't lyk beschimpen voor elks oogen,
En juichen om de doodt van dien verrader?
latinus
Staak
Dien wensch. dat voorval prest zyn onderdaan tot wraak.
1735[regelnummer]
Straks wordt men handtgemeen. men treft met speer en degen.Ga naar voetnoot1735
De schichten snorren door de lucht. een yzre regen
Bedekt ons groene veldt in 't aanzien van de stadt.Ga naar voetnoot1737
| |
[pagina 114]
| |
D'een grypt het brandthout van 't altaar, met bloet bespat,
En blaakt met offervier d'onthelmde bekkeneelen.
1740[regelnummer]
't Gewyde wierookvat, ontheiligt in 't krakkeelen,
Knarst, door een sterke vuist gedreeven, op 't metaal
Van borst- en schouderplaat. de blinkende offerschaal,
Noch schuimende van 't bloet der verschgekeelde schaapen,
Vliegt door de legerbende, en kneust den helm en 't wapen.Ga naar voetnoot1744
1745[regelnummer]
Een ander opent met zyn sabel, scherp van sneê,
De vyantlyke kruin, en past op zucht noch beê.Ga naar voetnoot1746
Ja 't uitgespatte brein der afgestrede schaarenGa naar voetnoot1747
Vermengt zich onder 't bloet der rundren by d'altaaren.
De priesters grypen noch 't mishandelt overschotGa naar voetnoot1749
1750[regelnummer]
Der heiligdommen, van 't verwoede graauw bespot,
En vlieden langs den weg, bezaait met duizent dooden.
Ik volg hen in de stadt met myn geschonde Goden.Ga naar voetnoot1752
Daar klom ik op den muur en hoogen torentrans,
Die dit paleis bewaakt. ik zag van ver de kans
1755[regelnummer]
In eenen ogenblik prins Turnus zy verlaaten.
Eneas triomfeert, en streeft met zyn soldaaten
Recht naar de wallen, om te stormen op de stadt.
Waar berg ik u, vorstin, myn dochter en myn schat,
Myn huisgoôn, en de kroon en purpre troongewaaden!Ga naar voetnoot1759
1760[regelnummer]
Eneas zal zyn wraak tot walgens toe verzaaden,
En zuivren in ons bloet de schennis van 't verdrag.
Wy gaan verloren, en 't Latynsche ryksgezag
Vervalt in Trojes magt. de burger slaat aan 't muiten,
En dreigt de poorten voor den vyandt op te sluiten.Ga naar voetnoot1764
1765[regelnummer]
Men geeft aan my de schuldt van dezen oorlogsbrandt.
Ik raakte noch alleen en zonder lyftrouwantGa naar voetnoot1766
Door 't oproer in myn hof, en ben 't gevaar ontweeken.
| |
[pagina 115]
| |
amate
Hou moedt, myn heer, geef last de krygstrompet te steeken.
Verdeel de burgers voor de poort en op den wal.
1770[regelnummer]
Ga voor, en moedig 't volk door uw gezag. ik zal,
Gewapent, met een ry van juffren, u verzellen,Ga naar voetnoot1771
En, vechtende aan uw zy, den stormtroep nedervellen,
De ladders stooten van de muuren met myn handt.
Zo dra prins Turnus merkt dien dappren tegenstandt,
1775[regelnummer]
Zal hy de veege stadt ontzetten met zyn benden,
En, vallende onverwacht den rover op de lenden,
Ons redden. gryp geweer. waak op. geef my gehoor.Ga naar voetnoot1777
Vlieg naar de muuren, vorst. wy volgen u op 't spoor.
Myn haat zal feller dan Eneas toortsen branden,
1780[regelnummer]
En bliksemen op 't heir van 't hoofdt der dwingelanden.
Breng wapens, Julia, kom volg my in den noodt:
Laat ons de slaverny ontvluchten door de doodt,
Of over 't stormgevaart des vyandts triomfeeren.
latinus
Hou stant. gy tracht vergeefs de vesten te verweeren.
julia
1785[regelnummer]
Thyrenus nadert ons.
| |
Vyfde toneel
Latinus, Amate, Julia, Thyrenus
latinus
WAt brengt gy?
thyrenus
Vorst, ik keer,
Doch met een droeve maar. prins Turnus leeft niet meer.
| |
[pagina 116]
| |
latinus
Helaas! verhaal zyn doodt.
amate
Nu gaat myn ryk verlooren.
'k Vertrek om dit verhaal, zo doodlyk, niet te hooren.
Doorluchte ziel, ik weet wat ik u ben verpligt.
| |
Zesde toneel
Latinus, Thyrenus
thyrenus
1790[regelnummer]
VErgramde Eneas dreigde uw muur in ons gezigt;Ga naar voetnoot1790
Toen Iüturnes gunst, uit zuiver mededogen,Ga naar voetnoot1791
Haar broeder in den strydt ontvoerde voor myn oogen,
En steets zyn hoop bedroog. maar Turnus, die 't gevaarGa naar voetnoot1793
Van uw verheve vest, en rykstroon wordt gewaar,
1795[regelnummer]
Ontslaat zich van de zorg der zuster; viert, vol toren,
Den teugelriem, en noopt zyn oorlogspaardt met spooren.
Gy helden, schreeut hy, rust, verandert uw besluit,
Verschoont de vesten; laat ons vechten om de bruidt:
Herroept met my 't verbondt. de tweestrydt zal ons scheiden,Ga naar voetnoot1799
1800[regelnummer]
En ik Eneas met zyn wapens hier verbeiden.
Zo dra Anchizes zoon de stem van Turnus hoort,
Ontsteekt de vreugdt zyn moedt, op 't uitgesproken woordt.
Hy juicht in 't midden der slagorde, zwaait den degen,
En vliegt gelyk een leeuw, zyn medeminnaar tegen.
1805[regelnummer]
De hoofden ruimen plaats; terwyl de legerknecht
Met ongedult verwacht den uitslag van 't gevecht.
| |
[pagina 117]
| |
De tweestrydt, zo verwoedt als ooit myn oogen zagen,
Begint met schichten, en vervolgt met sabelslagen;
Die, klinkende op 't metaal des beukelaars, de lucht
1810[regelnummer]
En 't omgelegen landt ontroeren door 't gerucht.Ga naar voetnoot1810
Gelyk twee stieren, door de vyantschap aan 't woeden,Ga naar voetnoot1811-20
Met horens stooten, dat de borst en ribben bloeden;
En elk zyns vyandts schoft met wondt op wondt doorboort:
Terwyl de landtknaap en zyn runders op dien moordt
1815[regelnummer]
Ter zyde wyken, en van schrik en angst gedreven,
Van ver beloeren wien 't geluk zal voordeel geeven:
Niet anders zag men hier Eneas, en den heldt
Uw dappren bloetverwant op 't afgesteken veldt,
Daar duizenden verbaast den open grondt omringen,Ga naar voetnoot1819
1820[regelnummer]
Elkander, heet op wraak, met zwaardt en schicht bespringen.
't Hartnekkig lyfgevecht vergramde den Trojaan.
Hy ziet al grimmende zyn medeminnaar aan,Ga naar voetnoot1822
En drilt een taaje speer, tot Turnus val geschapen.
Hy mikt. de werpspies treft, en klooft den zoom van 't wapen.Ga naar voetnoot1824
1825[regelnummer]
De punt dringt door de heupe, en Turnus stort ter aardt.
Eneas nadert hem met uitgetogen zwaardt ....
latinus
Wie stoort ons!
| |
Zevende toneel
Latinus, Thyrenus, Marcellus
marcellus
DE prinses verzoekt den vorst te groeten,
En met ontzag haar klagt te storten voor uw voeten.
| |
[pagina 118]
| |
latinus
Ga heen, en keer terstont met haar in deze zaal.
1830[regelnummer]
En gy, Thyrenus, vaar nu voort met uw verhaal.
| |
Achtste toneel
Latinus, Thyrenus
thyrenus
TOen 't heir den Frygiaan prins Turnus zag genaaken,Ga naar voetnoot1831
Spaar om zyn vader, die met ingevalle kaaken,Ga naar voetnoot1832Ga naar voetnoot1832-9
En zwak van ouderdom, elk uur den doodt verbeidt,
Zyn leven, schreeude 't volk: de koning is bereidt
1835[regelnummer]
Den steek t'ontfangen, en den lesten snik te geeven:
Maar 't heil van Daunus hangt geschakelt aan zyn leven.Ga naar voetnoot1836
Gy moordt den vader door 't ontzielen van zyn kindt.
Gy weet, hoe teder u Anchizes heeft bemint,
En kent een vaders hart. Eneas wierdt bewogen.Ga naar voetnoot1839-47
1840[regelnummer]
Maar toen de wapenriem van Pallas in zyn oogen
Aan Turnus harnas blonk, en schitterde om zyn borst,
Wierdt door dien roof, noch versch van 's prinsen bloet bemorst,Ga naar voetnoot1842
Zyn gramschap opgewekt. durft gy, om my te hoonen,
Dien gordel, vraagt hy, van myn Pallas my vertoonen,
1845[regelnummer]
En pronken met den buit, die my tot wraak verpligt?
Hier zwygt hy, en doorstoot den heldt ín ons gezigt.Ga naar voetnoot1846
Hy geeft den geest. ik heb zyn stervend oog gelooken,
En 't allerlest vaarwel al beevende uitgesprooken.
| |
[pagina 119]
| |
latinus
Hoe droeg zich 't leger, toen de koning lag gevelt?
thyrenus
1850[regelnummer]
Elk stortte al zuchtende zyn traanen op den heldt,
Omsingelt van den drom der droeve legerknaapen.
D'een buigt zich neder, en ontgespt het glinstrent wapen.Ga naar voetnoot1852
Een ander licht den helm en kust den bleeken mondt.
Een ander scheurt zyn kleedt, en wascht de versche wondt
1855[regelnummer]
Met water, in den helm geschept uit klaare stroomen.
Maar uwe burgery, van blyschap ingenomen,Ga naar voetnoot1856
Juicht op den hoogen muur, op kerk en torentrans,Ga naar voetnoot1857
En schreeut: nu naakt de tydt, ô burgers, dat de glans
En luister van dit ryk, gelyk de zon, zal ryzen,
1860[regelnummer]
En ieder Latium onsterflyke eer bewyzen.
Nu trout de ryksprinses, als Faunus heeft gespelt.
Men breekt de sloten, en ontgrendelt met geweldt
De Tyberpoort, om prins Eneas in te laaten.
Hy volgde my, van elk verheerlykt langs de straaten,Ga naar voetnoot1864
1865[regelnummer]
Naar 't vorstelyk paleis, in 't midden van zyn stoet.
latinus
Ga heen, Thyrenus, tree den winnaar te gemoet.
| |
Negende toneel
Latinus, Lavinia, Sabine, Marcellus
lavinia
MYn vorst, zal ik deze eer van uwe gunst ontfangen,
Om knielende aan uw voet ....
| |
[pagina 120]
| |
latinus
Rys op, en droog uw wangen,
Myn waarde dochter, schiet de stasitabbert aan,Ga naar voetnoot1869
1870[regelnummer]
Versier uw leden om naar 't echtaltaar te gaan.
Het lyfgevecht heeft u den bruidegom gegeeven.
lavinia
Helaas! wie triomfeert? wie zal, ten troon verheven,
Het ryk van Latium gebieden na uw doodt?
Wien van hun beide schonk my 't lot tot echtgenoot?
latinus
1875[regelnummer]
Eneas heeft ....
lavinia
Ik schrik! heeft hy den strydt verlooren?
latinus
Ik merk, Lavinia, wien gy hebt uitverkoren.
De vrees, door twyfel en onzekerheidt gevoedt,
Ontdekt ons het geheim van 't blaakende gemoedt.
Daar komt uw bruidegom. nu zal die vrees verdwynen.
| |
Tiende toneel
Eneas, Latinus, Lavinia, Sabine, Thyrenus, Serestus, Achates, Marcellus
eneas
1880[regelnummer]
MYn heer, gy ziet my niet als vyandt hier verschynen.
Het nootlot heeft myn arm de zege toegestaan.
Ik keer verwinnaar, maar ik blyf uw onderdaan.Ga naar voetnoot1882
| |
[pagina 121]
| |
En gy, prinses, om wien ik duizent krygsgevaaren,
Ontelbre zwarigheên te lande en op de baaren,
1885[regelnummer]
Kloekmoedig heb verduurt; nu leg ik 't krygsgeweer,Ga naar voetnoot1885
Myn zwaardt en beukelaar voor uwe voeten neêr.
Dit zyn de wapens my van moeders gunst geschonken.Ga naar voetnoot1887
De beukelaar, uit onwaardeerbre stof geklonken,Ga naar voetnoot1888-90
Vertoont in zyn begrip, schoon kleen, d'aanstaande magt,Ga naar voetnoot1889
1890[regelnummer]
Den roem en heerlykheidt van uw Latynsch geslacht.
Kan u de luister van den nazaat niet behaagen?
En zal u vruchteloos Eneas liefde draagen?
Ai, spreek een gunstig woordt: of sluit de schaamte uw mondt,Ga naar voetnoot1893
Bewillig met uw oog, ô schoone, ons echtverbondt,
1895[regelnummer]
Na Trojes ondergang in 's hemels raadt beschooren.Ga naar voetnoot1895
lavinia
Ik moet naar 't nootlot en de stem van Faunus hooren.
Ik eer de Goden, en gehoorzaam hun besluit.
latinus
Ontfang haar van myn handt, doorluchte prins, tot bruidt.
Aanvaart met een myn kroon en koninklyke staaten.
1900[regelnummer]
Betree den zetel, dien ik willig zal verlaaten.
eneas
Hoe zout gy leeven, en ik pronken met uw staf?
Heersch, waarde vader, tot uw lykbus daalt in 't graf.Ga naar voetnoot1902
'k Zal in uw ryk een stadt voor myn Trojaanen bouwen:Ga naar voetnoot1903-5
Daar zal de werelt voor de poort den naam aanschouwen
1905[regelnummer]
Van myn Lavinia in zuiver marmersteen.
| |
[pagina 122]
| |
Gy zult uw vaders troon bekleeden als voorheen.
latinus
De Goden hebben u met recht hun gunst beweezen.
Uw grootste vyandt heeft uw deugden zelf gepreezen.Ga naar voetnoot1908
| |
Elfde toneel
Latinus, Eneas, Lavinia, Julia, Sabine, Thyrenus, Serestus, Achates, Marcellus
julia
O deerlyk ongeval!
latinus
Wat deert u Julia?
julia
1910[regelnummer]
De slag treft u, myn heer, en u Lavinia.
De koningin ...
latinus
Vaar voort.
julia
Heeft zich berooft van 't leven.
lavinia
Myn moeder!
latinus
Ach! myn lief!
| |
[pagina 123]
| |
sabine
O ramp!
thyrenus
Myn leden beeven.
latinus
Verhaal ons, Julia, het eindt der koningin.
julia
Zy stapte van uw zy met my ter slaapzaale in:
1915[regelnummer]
Toen u gebootschapt wierdt dat Turnus lag verslaagen.
My lust in eenigheidt om dit verlies te klaagen;Ga naar voetnoot1916
Zo sprakze, Julia, ga, laat my wat alleen.
'k Zal 't overkropt gemoedt ontlasten door geween,
En dan myn quelling door de rust een wyl verzachten.
1920[regelnummer]
Ik volgde haar bevel, ging heen: maar myn gedachten,
Toen ik beneden quam, voorspelden my geen goedt.
Een dodelyke schrik en angst doorkroop myn bloedt.
Ik beefde, en 't klamme zweet bevochtigde myn leden.
Ik vloog naar boven, om de kamer in te treeden,
1925[regelnummer]
Maar vondt de deur in slot. ik schreeude: ô koningin!
Doch ik kreeg geen gehoor. toen riep ik 't hofgezin.Ga naar voetnoot1926
De stoet der juffren quam verslagen toegeschooten.Ga naar voetnoot1927
Wy hebben met gewelt de kamerdeur ontslooten:
Maar openden, ô vorst, een doodlyk treurtoneel.
1930[regelnummer]
De purpre sluier knelt in ons gezigt de keelGa naar voetnoot1930
Der koningin, en haar verbleekte leden hangen
Aan 't gulde zaalgewelf. de bloesem van haar wangen,
Wel eer uw zielsvermaak, ontluistert door de doodt,
Verdween, toen zy voor 't lest haar stervende oogen sloot.
| |
[pagina 124]
| |
latinus
1935[regelnummer]
Moet ik Amates lyk in dezen staat beweenen!
Hoe schielyk is myn vreugdt door dat verlies verdweenen!
Verwacht Lavinia, maar zonder bruitsieraadt,
Voor 't huwlyksouter, prins, in 't zwarte treurgewaadt.
Ik zal geen prachtig kleedt door onzen tempel spreien,
1940[regelnummer]
Maar over 't routapyt de bruidt naar 't offer leien.
Gedoog dat ik u mag verlaaten, om myn hart
Door zuchten en geween t' ontlasten van zyn smart.
(hy gaat wech.)
eneas
Thyrenus volg uw heer: uw zorg moet ons bevrydenGa naar voetnoot1943
Voor grooter ramp. ga, troost den koning in zyn lyden.
lavinia
1945[regelnummer]
Rampzalige prinses! ô nootlot al te straf!
Nu blaakt myn bruiloftstoorts, maar op mijn moeders graf:
Ik zal haar blusschen, en besproejen met myn traanen.
Treur, treur, Auzonië, met alle uw onderdaanen.
Latynsche juffers, weent, bestrooit uw kruin met stof,Ga naar voetnoot1949
1950[regelnummer]
Verscheurt uw vlecht en borst in vorst Latinus hof.
En gy, myn bruidegom, verban uit uw gedachten
De bruiloftsvreugdt, en meng uw traanen met myn klagten.
Ik kan niet meer.Ga naar voetnoot1953
(Zy valt in de armen van Julia en Sabine.)
eneas
Haar hart, ontroert door moeders doodt,
Bezwykt: laat ons met vlyt haar redden uit den noodt.
EINDE. |
|