Eneas en Turnus
(1976)–Lukas Rotgans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |
Eerste toneel
Lavinia, Sabine
lavinia
O Neen, Sabine, ik kan myn droefheidt niet bepaalen.Ga naar voetnoot383
De hemel haat my, en verwektme ontelbre quaalen.
sabine
385[regelnummer]
Zal dan de druk uw hart steets pynigen, mevrou,
En ik, van dag tot dag, bewogen door uw rou,Ga naar voetnoot386
De purpre roozen, daar de koningen om blaaken
En oorlog voeren, zien verbleeken op uw kaaken?
Geef my gehoor, en ban de droefheidt uit uw hart.
lavinia
390[regelnummer]
Gy wilt my troosten, en erinnert my myn smart;
Myn wonden heelen, en gy krabt die telkens open.
Hoe kan de zieken op zyn krankbedde uitkomst hoopen,Ga naar voetnoot392
Daar hy, door koorts op koorts gemartelt, in dien staat,
Verbleekt en klam van zweet, den lyfarts smeekt om raadt;
395[regelnummer]
Indien men, aangedaan van avrechts mededogen,
Zyn quaal vernieuwt, en hem zyn lyden stelt voor oogen?
Rep van geen koningen noch oorlog, zo gy my
Wilt heelen van myn leet en quelling, die ik ly.
De krygstoorts, die gy ziet voor onze muuren rooken,
400[regelnummer]
Wierdt om Lavinia, Sabine, in 't ryk ontstoken.
Men steekt om myne zaak de schorre krygsbazuin.Ga naar voetnoot401
Men spreidt myn bruiloftsbedt op smookende assche en puin,
| |
[pagina 53]
| |
Op dode beendren en gekloofde bekkeneelen.
De ryksstadt wordt ontbloot van burgers door 't krakkeelen.
405[regelnummer]
De lyken spooken voor myn bedtsponde, en hun bloet
Schreeuwt eeuwig wraak en wee in myn ontrust gemoedt.
Hoe droevig hoort myn oor de bleeke weduw klaagen
Op 't lyk van haar gemaal, door zwaardt of speer verslagen:
Terwyl de zuigeling, in zyne onnozelheidt,Ga naar voetnoot409
410[regelnummer]
De wondt met traanen wascht, en by zyn moeder schreit!
Zo breekt het wreede lot de vaste huwlyksbanden,
Om my te paaren, moet myn bruiloftsfakkel brandenGa naar voetnoot412
Op 't heldengraf, ontrust door zuchten en geween,
En duister schynen door de zwarte lyktoorts heen!
415[regelnummer]
Latynsche weduwen en moeders, die myn klagten
Veroorzaakt door uw rou; ai queekt in uw gedachten
Geen haat of vyantschap, maar ziet myn onschuldt aan:
Verwyt my 't quaadt niet, dat door 't nootlot wordt gedaan.
Geen mensch kan keeren, dat hier boven is beschoren.
420[regelnummer]
't Is waar uw onheil wierdt met my gelyk geboren:
Maar was my deze keur vergunt van hooger magt;
Nooit waar uw ramp door myn geboorte voortgebragt.
'k Hadt onder moeders hart veel eer den geest gegeeven,
Dan, als de vloek van 't ryk, tot uw bederf te leeven.
425[regelnummer]
En gy, myn zielvrindin, kloekmoedige Amazoon,
Kamille, die ten dienst der Laurentynsche kroon;Ga naar voetnoot426
De wapens voerde aan 't hoofdt van onze legerschaaren,
En Trojes magt braveerde, en zo veel krygsgevaaren;Ga naar voetnoot428
Tot gy, zo diep in 't hart getroffen door den schicht,
430[regelnummer]
Om my den dootsnik gaaft: ach! hadt ik uw gezigtGa naar voetnoot430
Met myne vingeren al bevende gelooken,
En, aan uw zyde op 't veldt in 't bloedig gras gedoken,
| |
[pagina 54]
| |
Den pyl getrokken uit uw wonde, en 't bloedt gekust,
En u vergiffenis gesmeekt! dat zou noch rust
435[regelnummer]
In deze ontsteltenis aan myn gedachten queeken.
sabine
't Is tydt, prinses, om eens uw klagten af te breeken.
Men zal het oorlogszwaardt haast steeken in de scheê.
Eneas komt ten hove op 't sluiten van den vreê.Ga naar voetnoot438
lavinia
Gy moogt u zelve veel van dit verdrag beloven,
440[regelnummer]
Sabine, maar wy zyn 't gevaar noch niet te boven.
Twee vorsten, even groot van dapperheidt en kracht,
Verheerlykt door hun deugdt en vaderlyk geslacht,
Staan naar myn huwelyk. wie zal die minnaars scheiden?
Zal Turnus, die, om my naar 't echtaltaar te leiden,
445[regelnummer]
Zo veel gevaaren heeft in 't stryden doorgestaan,
En aan myn min zyn bloet opofferde onder 't slaan,
Den medeminnaar van zyn eisch zien zegepraalen?Ga naar voetnoot447
Of zal Eneas, die, vermoeit van om te dwaalen,
Na Trojes ondergang belandde aan deze kust;
450[regelnummer]
Daar hy door 't hoog besluit zyn lang gewenschte rustGa naar voetnoot450
En bruidt zou vinden, als hy voorgeeft, ooit gedoogen,
Dat my de Rutuler zal trouwen voor zyn oogen?Ga naar voetnoot452
Neen elk vervolgt zyn recht te sterk. Anchizes zoonGa naar voetnoot453
Houdt zich aan 't nootlot vast; en Turnus eischt zyn loon
455[regelnummer]
Voor zo veel diensten, aan ons vaderlandt beweezen.
Sabine, dit geschil vervult myn hart met vreezen.
Ik spel aan u 't gevolg van groote zwarigheên.Ga naar voetnoot457
| |
[pagina 55]
| |
sabine
Indien Eneas hier door 't gunstig lot verscheen,
Moet Turnus zwichten voor dat onbepaalt vermogen.Ga naar voetnoot459
lavinia
460[regelnummer]
Niet eer, voor dat zyn ziel, ten boezem uitgevlogen,
't Krakkeel beslecht, en dat myn vader met ons landt
Den val betreurt van dien beroemden bloetverwant.
sabine
Indien om uwe min die minnaar wierdt verslaagen,Ga naar voetnoot463-5
Zout gy als minnares zyn ongeval beklaagen,
465[regelnummer]
Of zaagtge Eneas liefst verwinnaar van den strydt?
Ik vraag te stout.Ga naar voetnoot466
lavinia
Verwacht ook 't antwoordt op zyn tydt.Ga naar voetnoot467
sabine
Heb ik my onbedacht vergrepen door myn reden
't Gezag gequetst, verschoon myn buitensporigheden.
Maar Turnus nadert ons.
| |
Twede toneel
Turnus, Lavinia, Sabine
turnus
IK kom hier niet, vorstin,
470[regelnummer]
Om naar gewoonte u weêr te spreeken van myn min:
| |
[pagina 56]
| |
Ik mogt uw ooren door dat onderhoudt verveelen;
Daar licht Eneas door 't gevry uw hart zal streelen:Ga naar voetnoot472
Tot gy, verbonden door den vasten huwlyksknoop,
In 't eindt den oorlog ziet verdwynen en myn hoop.
lavinia
475[regelnummer]
De minnenydt vervoert uw tong om zo te spreeken.
Waar is myn liefde tot Eneas u gebleeken?
turnus
't Is waar ik speurde nooit, prinses, in uw gelaat
De minnetogten, maar geen tekens ook van haat.
De Trooische vyandt, die, na 't ankren aan uw stranden,
480[regelnummer]
Het Laurentynsche veldt verwoestte, en deze landen
En landtgenooten door zyn onrechtvaardig zwaardt
Vernielde, en akkerman noch burger heeft gespaart;
Wierdt door de koningin, uw moeder, nat van traanen,
Gelastert, en gevloekt van al haar onderdaanen;
485[regelnummer]
Maar gy bleeft koel, en ik hier door vol achterdocht:
Te meer toen ik vergeefs u tot myn bruidt verzocht,
Gy ongevoelig bleeft, en zonder mededogen
Uw oor sloot voor myn klagte en voor 't geween uw oogen.
lavinia
Indien uw liefde ... maar de koning komt. vaar wel.
| |
Derde toneel
Latinus, Turnus, Marcellus
marcellus
490[regelnummer]
IK heb de bende van uw lyfwacht, op 't bevel,
Met helm en beukelaar en harnas uitgestreken,Ga naar voetnoot491
Voor dit paleis verdeelt.
| |
[pagina 57]
| |
latinus
Uw vlyt is my gebleken.
Ga heen, en hou de wacht by 't volk.
marcellus
Met uw verlof.
| |
Vierde toneel
Latinus, Turnus
latinus
PRins Turnus, die uw stam verheerlykt, en myn hof,
495[regelnummer]
Ja 't gansche ryk verpligt in deze ontroerde tyden,Ga naar voetnoot495
Ik hoop dat gy haast rust genieten zult na 't stryden.
Men zal, indien ons 't lot begunstigt, het verdrag,
Tot welstant van de kroon, noch sluiten dezen dag.
Zo ziet gy 't vrolyk eindt van alle uw krygsgevaaren.
turnus
500[regelnummer]
Die vreê zal in myn hart een' nieuwen oorlog baaren,
Myn onrust spruiten uit de rust die ge u verbeeldt.
Ik heb my zelf zo lang met ydle hoop gestreelt,
Uw dochter dag op dag om wedermin gebeden,
Voor 't recht van Latium, voor u en haar gestreden;
505[regelnummer]
Nu zal myns vyandts arm, tot nadeel van myn eer,
De bruidt omhelzen, die 'k verdiende door 't geweer.Ga naar voetnoot506
latinus
't Is noch geen tydt om door die vreeze u zelf te quellen.
Men hoor' den eisch eerst, dien Eneas voor zal stellen.
turnus
Gy kent dien zwaaren eisch, den oorspronk van den strydt.
| |
[pagina 58]
| |
latinus
510[regelnummer]
Licht staat hy af. de mensch verandert door den tydt.Ga naar voetnoot510
turnus
't Waar best tot afstant hem te dwingen door den degen.
latinus
Wy streefden lang vergeefs dien grooten vyandt tegen
Met onze wapenen. myn meeste magt, door 't staal
Gesneuvelt, gaf hem stof tot roem en zegepraal.
515[regelnummer]
Gy ziet het lykhout, naar der vaadren wyze, ontstoken,
Door gansch Auzonië langs onze velden rooken.
De damp van 't lykaltaar bekleedt alom de lucht:Ga naar voetnoot517
Terwyl de zuigeling, de vrou en moeder zucht
By 't kraakende gebeente, en d'asch besproeit met traanen.
520[regelnummer]
Zo wordt myn ryk ontvolkt, ontbloot van onderdaanen,
Zo nodig in den kryg. ook keerde myn gezant
Te rug, maar zonder hulp uit Diomedes landt,Ga naar voetnoot522
Tot hoon van my en 't ryk, met d'aangebode gaaven.
Zyn haat legt onder 't puin van Trojes muur begraaven.
525[regelnummer]
Hy heeft zyn vyantschap en wrok, gelyk hy zegt,
Op 't graf van Priaam en zyn zoonen afgelegt.
Zal 't dan niet raatzaam zyn het vreêverbondt te sluiten,
Om 't schadelyk gevolg van grooter quaadt te stuiten?Ga naar voetnoot528
turnus
Heeft ons het ongeluk in dezen staat gebragt,Ga naar voetnoot529
530[regelnummer]
Dat gy geen hoop stelt op uw wapens en myn magt?
| |
[pagina 59]
| |
En zal Auzonië, door laffe vrees bezweeken,
Uitheemsche ballingen, ô schande! om vrede smeeken?
Gy helden, die, door 't staal getroffen in 't gevecht,
Uw eeretekens door uw doot hebt opgerecht,
535[regelnummer]
Het oorlogslot heeft u ver boven ons verheven,
En 't eerlyk hart doorboort, om niet veracht te leeven!
Maar hoor, doorluchte vorst, voor 't lest myn woorden aan:
't Is waar, de krygskans diende Eneas onder 't slaan;
Doch 't voordeel stont hem dier. de bloem der Trooische helden,Ga naar voetnoot539
540[regelnummer]
Door schicht op schicht ontzielt, vertreden op de velden
Van paardevoeten, en mishandelt door 't geweer,Ga naar voetnoot541
Getuigt, hoe dier hy kocht die kleene zege en eer.
Het weifelent geluk draait sneller dan de winden,
Begrimt den voorspoedt van zyn eerstgestreelde vrinden,Ga naar voetnoot544
545[regelnummer]
En hanthaaft met veel zucht de zaak van hun party.Ga naar voetnoot545
Verwacht een gunstig lot, myn heer, aan onze zy,
Na zo veel rampen en ontworstelde ongelukken.Ga naar voetnoot547
Nooit moet de wanhoop in 't verlies den moedt verdrukken.Ga naar voetnoot548
't Vervallen werk wordt meest door vlyt en moedt herstelt.Ga naar voetnoot549
550[regelnummer]
Wie zich lafhartig toont, zal zwichten voor 't geweldt.
Heeft Diomedes u geweigert hulp te zenden;
'k Verzeker u van volk en uitgekeurde benden:Ga naar voetnoot552
Betrou myn vlyt; als gy voor dezen hebt gedaan.
latinus
Wanneer de zeeman op den woesten oceaan,
555[regelnummer]
Door tekens van de lucht, het onweer ziet genaaken,
Dan vindt hy raatzaam, eer de noodt hem tref, te waaken.
| |
[pagina 60]
| |
Hy toont zich vlytig in 't bezorgen van zyn heil,
En strykt by tydts, eer hem de storm verrass', het zeil.
Wy hebben, maar te dwaas, door hoogmoedt aangedreven,
560[regelnummer]
Het zeil te hoog in top getrokken en verheven:
't Is tydt te zwichten, eer wy in den krygsorkaan,
Die daaglyks opsteekt, met den hulk van 't ryk vergaan.Ga naar voetnoot562
't Is geen lafhartigheidt in hachelyke tyden
Te spreeken van verdrag na 't edelmoedig stryden;
565[regelnummer]
Wanneer men, van 't geluk verlaaten en veracht,
Den wissen ondergang uit 's vyands voordeel wacht.
't Afgunstig nootlot, in ontelbre nederlaagen,
Het hoofdt te bieden, en hartnekkig uit te daagen,
Is wanhoop, die 't verderf veroorzaakt. toom uw moedt;
570[regelnummer]
Verschoon u zelf, uw volk en het Latynsche bloedt.
turnus
De koning zoekt vergeefs myn heldenvier te blusschen.
Zou ik Eneas, met myn bruidt, op 't vorstlyk kussen
Van uw verheven stoel zien pronken na uw doot,
Of by uw leven 't ryk gebieden? neen: te groot
575[regelnummer]
Is Turnus glorizucht en liefde, om voor zyn oogen
Dat kroon- en bruiloftfeest lafhartig te gedoogen.
latinus
Ik zoek den vrede niet te koopen tot dien prys;
En zal myn oogmerk u ontdekken, tot bewys,
Dat ik uw trouwen dienst niet wil verongelyken.
580[regelnummer]
Een ruime landtstreek legt beslooten in myn ryken:
Aruns en Rutuler, vereenigt door 't verbondt,Ga naar voetnoot581
Bezaajen 't hoog gebergte en ploegen daar den grondt,
Terwyl hun' herders 't vee door vruchtbre beemden weiden.
Eneas kan zyn volk, indien 't hem lust, geleiden
| |
[pagina 61]
| |
585[regelnummer]
(Dat zal ik voorslaan) naar die grens, en zonder schroom
Zyn tenten nederslaan aan myn' Tuskaanschen stroom,Ga naar voetnoot586
Zyn steden stichten, en met ons in vrientschap leeven.
Of wil hy over zee zich elders heen begeeven,
En vreemde volkeren bezoeken met zyn magt:
590[regelnummer]
Men zal hem, naar 't gebruik, den ryksrok, groot van pracht,Ga naar voetnoot590
Den gulden wagenstoel en gout en zilver schenken,Ga naar voetnoot591
Om eeuwig aan 't verbondt van Latium te denken.
Ook zal men hem voorzien met schepen op zyn reis,
En alles voor 't vertrek bezorgen naar den eisch.
turnus
595[regelnummer]
Hoe kuntge u zelf en my met zulk een voorslag vleien?
Eneas zal zo licht niet van uw oever scheien,
Noch zich vernoegen met dat aangeboden landt.
Geen koninklyk geschenk van gout of diamant,
Geen sierlyk elpenbeen, noch purpre troongewaaden,
600[regelnummer]
Bezaait met peerlen en gestikt met gulde draaden,
Noch dierbre schatten, door uw kunstenaars gewrocht,Ga naar voetnoot601
Zyn by het ryksjuweel, dat hier zyn heerschlust zocht,
Prinses Lavinia, in waarde te gelyken.
Hy wil, door haare min, zich met uw kroon verryken.
605[regelnummer]
En zou hy afstant doen, door minder schat bekoort?
Geloof dat niet.Ga naar voetnoot606
latinus
Ik hoor gewag voor deze poort.
| |
[pagina 62]
| |
Vijfde toneel
Latinus, Turnus, Marcellus
marcellus
MYn heer, Eneas is in uw paleis verscheenen,
En wacht hier buiten in de voorzaal.Ga naar voetnoot608
latinus
Ga straks heenen;
Gelei hem hier Marcel'. ô hemel! die den brandt
610[regelnummer]
Van dezen oorlog hebt ontsteeken in myn landt,
En d'yzre tempeldeur ontsloten; droog de traanen,Ga naar voetnoot611
Verzoet de klagten van myn treurende onderdaanen;
Begunstig ons verdrag: dan zal myn dankaltaar
Eerbiedig rooken na 't ontworstelde gevaar!
turnus
615[regelnummer]
Gy, die hier boven heerscht, onsterfelyke Goden,
Die 't menschelyk geslacht verpligt aan uw geboden,
Ai stort in dezen staat op 't ryk uw zegen neer!
'k Beveel aan u myn min, myn leven en myn eer!
| |
Zesde toneel
Eneas, Latinus, Turnus, Thyrenus, Achates, Serestus
eneas
DOorluchte vorst, doordien de stilstant is geslooten,
620[regelnummer]
Ben ik met kleen gevolg van myne togtgenooten,
| |
[pagina 63]
| |
Verzekert van uw woordt, gekomen in uw wal;Ga naar voetnoot621
Om d'onderhandeling van vrede, in dit geval,
(Zo 't vergelyken van den twist u mogt behaagen)Ga naar voetnoot623
Zelf by te woonen, myn besluit u voor te draagen,
625[regelnummer]
En 't antwoordt op myn eisch te hooren uit uw mondt.
Ik zal uw majesteit het breeken van 't verbondt,
Bezworen by de Goôn in 't ankren aan uw paalen,Ga naar voetnoot627
Met scherpe woorden niet verwyten noch herhaalen.Ga naar voetnoot628
Steets drukt rechtvaardigheidt, door ramp en tegenspoedt,
630[regelnummer]
't Bewijs van ongelyk in 't overtuigt gemoedt.
Wy zochten in uw ryk, na 't worstlen met de baaren,
De rust te vinden voor onze afgesloofde schaaren,
En herberg voor myn schat, en vaderlyke Goôn,Ga naar voetnoot633
En heiligdommen, en den ouden Priaams kroon,Ga naar voetnoot634
635[regelnummer]
En dat ik, met gevaar van 't leven, onder 't blaaken,Ga naar voetnoot635
Noch woekerde uit de vlam der koninklyke daken.Ga naar voetnoot636
Wy zochten nooit uw volk t'ontrusten door geschil,
Maar ons te voegen naar het nootlot en uw wil.
Ik zweer u by den stam, waar uit wy zyn gesprooten;
640[regelnummer]
Dat veele volken ons verblyf, als bondtgenooten
En vrienden, in hun landt aanboden, om gerust
Te leeven; maar 't besluit voerde ons aan deze kust.Ga naar voetnoot642
De koning Dardaan zelf, geteelt aan uwe stroomen,Ga naar voetnoot643
Verscheen my dagelyks in 't zeilen, onder 't droomen,
645[regelnummer]
En preste ons met de vloot naar uw Latynsche ree.
Zo dat geen storm, noch vrees voor schipbreuk op de zee,
| |
[pagina 64]
| |
Maar 't hemelsche besluit, door dagelyksche blyken,
Ons dwong de zeilen in Auzonië te stryken.
Maar d'ingebeelde rust wierdt haast ontrust, myn heer,Ga naar voetnoot649
650[regelnummer]
Na 't opgerecht verbondt. uw landtvolk, in 't geweer,
Bestookte ons onverwacht in 't jaagen op de velden.
't Is nodeloos 't gevolg van dit krakkeel te melden,
De werking van den haat, zo diep in 't hart geprent,
Weêr op te haalen: neen; dat 's u en my bekent.
655[regelnummer]
Ik zeg in 't kort: gy ziet my met de zege praalen,
Uw magt bezwyken en den moedt der helden daalen.
Zo ver begunstigt ons de voorspoedt, dat myn handt
Haar zegestanders voor uw muuren heeft geplant.
Maar denk niet, dat de gunst der Goôn en 't overwinnen
660[regelnummer]
Ooit opgeblazenheidt zal koestren in myn zinnen.
Een edelmoedig hart beteugelt in 't geluk
Zyn hovaardy, en draagt zich moedig onder 't juk
Van tegenspoedt: dit heeft Anchizes in zyn leven,
By andre lessen van myn jeugdt, my voorgeschreven.
665[regelnummer]
Ik schat uw vrientschap hoog, en, schoon ik triomfeer,
Geeft gy de rede plaats, ik leg de wapens neêr.Ga naar voetnoot666
latinus
Nooit is myn voet van 't spoor der billikheidt geweeken,
Maar steets myn zucht tot recht in vrede en kryg gebleeken.Ga naar voetnoot668
Geen oorlogsdrift heeft ooit myn reedlyk hart vervoert,
670[regelnummer]
't Verbondt gebrooken, of den nagebuur ontroert.Ga naar voetnoot670
Nooit zocht ik met myn zwaardt, door schennis van de wetten,
En 't recht der volkeren, myn ryksgrens uit te zetten:
Maar in 't bezitten van myn erfgebiedt vernoegt,
| |
[pagina 65]
| |
Het lot te looven, van de Goôn my toegevoegt.
675[regelnummer]
En zou ik zonder reên den vreemdeling na 't landen,
Als vyandt, onverwacht bestooken aan myn stranden?
O neen, Eneas.
eneas
't Is gebleeken, en het bloet
Rookt noch op d'akkers, daar uw landtvolk heeft gewoedt.
latinus
Zy zochten 't ongelyk van Thyrrus huis te wreeken.Ga naar voetnoot679
680[regelnummer]
Askaan hadt onbedacht hun gramschap aangesteeken.
Maar dit vernieuwen der geschillen dient ons niet.Ga naar voetnoot681
Men zwyge dat voorheen by toeval is geschiedt.Ga naar voetnoot682
Gy zoekt, gelyk gy zegt, dit oorlogsvier te smooren:
Nu wenschte ik uit uw mondt de voorwaarde aan te hooren,
685[regelnummer]
Waar op men wederzydts zal sluiten dit verbondt.
eneas
Ik heb op uw belofte alleen myn eisch gegrondt.
't Volbrengen van uw woordt zal my vernoeging geeven,
En ik, als onderdaan, met u in vrientschap leeven.
Beraad u met de Goôn: ik eisch door hun besluit
690[regelnummer]
Uw erfgenaam, prinses Lavinia, tot bruidt.
Maar hoe! myn heer, ik zie verandring in uw wezen.
Ben ik de ryksprinses min waardig dan voor dezen,
Toen gy door myn gezant, na 't ankren van de vloot,
My noodde in uw gebiedt, als zoon en bondtgenoot?
695[regelnummer]
Of waant gy door deze echt uw vorstlyk huis te hoonen?
Geef my gehoor: ik zal het tegendeel vertoonen.Ga naar voetnoot696
Verstrekt het huwelyk van Dardaans bloetverwant,Ga naar voetnoot697
En vorst Anchizes zoon Latinus stam tot schandt?
| |
[pagina 66]
| |
Waar zag men Ilium en d'Aziaansche steden,Ga naar voetnoot699
700[regelnummer]
Weleer van elk gevreest, van vorsten aangebeden,
Daar ik zo heerlyk wierdt aan d'oevers voortgebragt,Ga naar voetnoot701
Ooit zwichten voor uw ryk in heerlykheidt en magt?
Gy huwt uw dochter, door onsterflyke geboden,Ga naar voetnoot703
Aan geen verlaaten man, maar gunsteling der Goden.Ga naar voetnoot704
turnus
705[regelnummer]
Die glans van gunst bescheen uw' vaderlyken stam,
En straalde op Priaams kroon uit Agamemnons vlam.Ga naar voetnoot706
De weldaân, die de Goôn aan uw geslacht beweezen,
Staan noch in 't smookent puin van Trojes muur te leezen.
eneas
Nooit smaalt een eedle ziel op iemants ongeval,
710[regelnummer]
Maar troost hem in zyn ramp. 't is waar, ik zag myn walGa naar voetnoot710
Door Argos vier vergaan; en myn doorluchte neeven,Ga naar voetnoot711
En Hektor, die met bloet zyn daaden heeft beschreeven,Ga naar voetnoot712
Door 's overwinnaars staal vernielen op den grondt,
Daar eer de trotse muur van 't oude Troje stondt.
715[regelnummer]
Ik zag den koning zelf met zyne gryze haarenGa naar voetnoot715
Voor Pyrrhus moortgeweer bezwyken by d'altaaren;Ga naar voetnoot716
Zyn dochters in triomf, met ketenen beknelt,
Tot slaverny gedoemt, wechsleepen over 't veldt.
Maar d'ondergang van 't ryk en al myn landtgenooten
720[regelnummer]
En eedle maagen heeft den Goden lang verdrooten.
| |
[pagina 67]
| |
Hoe wierdt de Grieksche vloot, verheerlykt met trofeen,Ga naar voetnoot721
In 't keeren, op den togt van windt en zee bestreên,Ga naar voetnoot722
Vervolgt, verstrooit, vervoert naar onbekende streeken!
De zoon van Atreus, die, om 't ongelyk te wreeken,Ga naar voetnoot724
725[regelnummer]
Een ry van koningen verdagvaarde, om het staal
Op zy te gespen voor vrou Helenaas gemaal:Ga naar voetnoot726
Hy, die tot ons bederf, door hoogmoedt aangedreven,
Zich zelf tot opperhoofdt der Grieken had verheven,
Wierdt deerlyk omgebragt, toen Troje lag verbrandt,Ga naar voetnoot729-30
730[regelnummer]
Door Klytemnestres byl, en 's overspeelers handt.
Hoe wordt Ulysses, met zyn uitgewoede schaaren,Ga naar voetnoot731
Van d'eene aan d'andre kust geslingert op de baaren,
Door storm op storm geschokt; terwyl Penelopé
Vergeefs haar heer verwacht aan d'Ithakaasche ree!
735[regelnummer]
Maar 't zal onnodig zyn meer andren op te haalen,
Zo ver gescheiden van hun vaderlyke paalen.Ga naar voetnoot736
De gunst, daar ik op roem, die gy zoo dwaas bespot,Ga naar voetnoot737
Bleek in der Grieken straf, en hun rampzalig lot.
Die gunst verlaat my niet, maar blyft ons by in 't stryden,
740[regelnummer]
En sterkt my tegen u, en die myn heil benyden:
Dat is in slag op slag gebleeken; daar uw stoet,Ga naar voetnoot741
Ontwapent door myn volk, ontbloot van kracht en moedt,Ga naar voetnoot742
Het veldt verliet, terwyl myn sabel triomfeerde.
turnus
't Was tydt van vechten, toen de Griek uw ryk braveerde.Ga naar voetnoot744
| |
[pagina 68]
| |
eneas
745[regelnummer]
Tien jaaren hebben wy de stormen uitgestaan,Ga naar voetnoot745
Maar mosten eindelyk door Sinons list vergaan.Ga naar voetnoot746
Nooit hadt de vyandt voor de vuist of met den degen
De koninklyke vest in zyn geweldt gekreegen.
turnus
Verschoon uw neêrlaag niet door ongegronde reên.
750[regelnummer]
Een wakent oog ziet door bedrog en krygslist heen.
Een kundig krygsman kan de laagen licht ontdekken.
Daar magt te kort schiet, moet de list het werk voltrekken.
latinus
Gy heeren, staakt dien twist. Eneas, ik beken,
Dat ik aan u myn woordt gegeven heb, en ben
755[regelnummer]
Genoeg verzekert, door ontwyfelbare blyken,
Dat gy in deugden noch geboorte ons hoeft te wyken.
Door die verbintenis, die gy van my begeert,
Wordt vader Faunus noch zyn afkomst ooit onteert.Ga naar voetnoot758
Maar zekere oorzaak maakt my in myn woordt verlegen.Ga naar voetnoot759
760[regelnummer]
Ik wenschte u, eedle vorst, tot afstant te beweegen.
Verander uwen eisch: hy wordt u toegestaan.Ga naar voetnoot761
eneas
Van 't eens gegeven woordt zal ik u nooit ontslaan,
Noch afstant doen. ô neen! ik zou de Goden hoonen,
En tegens hun besluit my wederspannig toonen;
765[regelnummer]
Den haat verwekken, en hun gunst door zulk een feit
Verliezen: verg dit niet aan myn gehoorzaamheidt.Ga naar eind766
| |
[pagina 69]
| |
latinus
De zaak, van groot belang, verpligt my raadt te pleegen.Ga naar voetnoot767
Vergunme slechts een uur om alles t'overweegen.
Gy kunt de koningin en ook Lavinia
770[regelnummer]
Bezoeken, zo 't u lust, terwyl ik my berâ.
| |
Zevende toneel
Eneas, Achates, Serestus
achates
'k GEloof niet dat de vorst uw eisch zal wederstreeven.
Maar Turnus heeft noch blyk van vyantschap gegeeven.
serestus
Hoe bits verweet hy ons de neêrlaag, en den val
Van uw doorluchtig huis, en vader Priaams wal!
eneas
775[regelnummer]
Een medeminnaar kan zyn driften niet bepaalen.
Ik zal eerlang my zien gewroken van zyn smaalen.
Serestus, keer terstont naar 't heir, en zeg myn zoon;
Dat hy het offervier, ter eere van de Goôn,
Die ons begunstigen, noch heden moet ontsteeken;
780[regelnummer]
Om in dit wigtig werk hun bystant af te smeeken.
Voorts, dat hy 't leger in de wapens houde. en gy,
Getrouwe metgezel, Achates, blyfme by.
Einde van het twede Bedryf
|
|