1682.
9. OP Kers-nacht, alswanneer ick meynde met de gemeynte te communiceren: ontsteken zijnde met een innigh verlanghen ende begeerte om eens oprecht herboren te worden: verscheen in my een licht met een inwendighe inspraeke, dat ick soude wachten om te communiceren, want dat ick inde tweede Misse soude herboren worden; als wanneer ick met een levendigh geloof ende sterck betrouwen de heylige Communie ontfonck: ende bevont my in het Stalleken van Bethlehem, ende siende het Kindeken Jesus op den schoot van sijne ghebenedijde Moeder, ick met eene Goddelijcke liefde onsteken zijnde, scheen het Kindeken Jesus my te omhelsen met sijn armken.
10. Ende soo ick badt voor eenighe persoonen dat sy oock met hem mochten vereenight worden; soo scheen het Kindeken Jesus my ende hun saemen te omhelsen, biddende oock voor mijnen geestelijcke Directeur; sagh ick hem knielende in het Stalleken ontrent twee stappen van het Goddelijck Kindeken in een eenvoudighe gelaetenheyt, waer in het Kindeken Jesus sijn behaeghen scheen te nemen, welck inwendigh gesicht my eenighen tijdt by-bleef. Ende soo ick oock badt voor jmant van mijnen kennisse die mijne ghebeden versocht had-