invloed moest een breede plaats worden ingeruimd, evenzoo den comici en hun ‘comédie’, dit typische fransche genre. Van de adepten van het Théâtre Libre heb ik slechts hen kunnen kiezen voor een nadere beschouwing, die in latere jaren tot naam zijn gekomen. Figuren als Salandri, Céard, Ancey, Boniface, Jullien e.a. hebben op dit oogenblik meer historische dan litteraire beteekenis.
Wat de ‘Jongeren’ betreft, onze vaderlandsche bibliotheken zijn zoo arm aan dramatische litteratuur, dat ik mij heb moeten beperken tot de werken die mij met veel moeite in handen zijn gekomen. Het gebied van het moeizaam of geheel niet gespeelde is natuurlijk onbegrensd. Wel geloof ik echter hieruit het meest belangrijke te hebben samen gebracht.
Mr. C.P. van Rossem.
Huis ter Heide. 1918.