Het vermakelyke minne-spel, of toneel der liefde(ca. 1730)–Jakobus Rosseau– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 154] [p. 154] Bruilofts-Zang. Stem: Pierelala. WEg met al het Snaar gegons, Want ziet dit jonge Paar, Verlange om na het zagte dons, Te treede met elkaâr, Daar Cupido trots een Zoldaat, De eerste nacht op Schildwacht staat, Dus gund die klyn gevlerkte God, De Liefjes veel genot. Dit Paar vereenigt door de Trouw, Zyn morgen aan den dag, Bekend hoe echte Man en Vrouw, Te zamen leven mag, Dan weten zy in zulken staat, Hoe dat het spel der minne gaat, Dus gund die klein gevlerkte God, De Liefjes veel genot. Ziet eens hoe lagt de jonge Bruid, Zy kitteld haar al reê, En wil ter Huwlyks Zale uit, [pagina 155] [p. 155] Haar Bruidegom wil meê, Van nagt gaat wis de Maagdeblom Op rys, en komt nooit wederom, Dus gund die klein gevlerkte God, De Liefjes veel genot. Nu Bruidegom wilt als een Man, Doen blyken door den tyd, Wat zoete kunste dat gy kan, Begind met vreugd den stryd, Ontziet nog Bolwerk nogte Schans, Hou moed daar is voor u nog kans, Dus gund die klein gevlerkte God, De Liefjes veel genot. Nog Bruid vreest voor het Stormen niet, Verweerd de Ravelyn, Schoon dat men die van voore schiet, Gy moet maar dapper zyn, Dan zal uw Vyand op die Vest, Vermoeyd zyn al doet hy zyn best, Dus gund die klein gevlerkte God, De Liefjes veel genot. Vorige Volgende