Het vermakelyke minne-spel, of toneel der liefde(ca. 1730)–Jakobus Rosseau– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Mars en venus. Stem: Piet je moet jou ramm'len laten. ALs Vrou Venus zat te blozen, In de schaduw van het groen, Onder veel ontlooke Rozen, Bad Vorst Mars haar om een zoen, Lag zyn Swaard voor haare voeten, Greep haar om haar blanke hals, Om zyn lusjes daar te boeten, Kusten haare lipjes mals. Deed zyn Helde oogen stralen, Op twee Borsjes als albast, [pagina 12] [p. 12] Sprak hoe kan ik my bepalen, Daar ik zo werd aangetast, Door uw tintelende vonkjes, Buig ik voor myn schoon Godin, Want uw lodderlyke lonkjes, Zyn de oorzaak van myn min. Gund aan Mars dog zo veel goedheid, Dat ik u omhels en streel, En verwin de grootste zoetheit, In Vrou Venus Lust-Priëel, Laat een Held u schoot genaken, Blyde Moeder van de Min, Laat my dog niet langer blaaken, 'k Kniel voor Pafos Koningin. Hier meê was het zoete lusjes, Lieve lachjes rys op rys, Tot zy t'zame na veel kusjes, In dat groene Paradys, Deede zoete offerhanden, Dat aan twee gelieven voegt, En na dees gebonde Banden, Waar de Krygs-God wel vernoegt. Had Venus aan Vorst Mars dien koop nooit toe geslagen, Vulkanus had ze ligt geen hoorenen gedragen. Vorige Volgende