| |
| |
| |
Personenregister
Aalst, C.J.K. van (1866-1939), financier; sinds 1902 directeur (vanaf 1913 presidentdirecteur) tot 1934 van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, centrale figuur in het economisch beleid tijdens de Eerste Wereldoorlog 155, 157 |
Agt, A.A.M. van (1931), jurist; minister van Justitie in het kabinet-Den Uyl (1973-1977), eerste lijsttrekker van het cda, minister-president (1977-1982) 254, 255, 257-259, 261 |
Albarda, J.W. (1877-1957), ingenieur en politicus; werd in 1899 lid van de sdap en volgde Troelstra op als partijleider, onder andere als fractievoorzitter in de Tweede Kamer (1925-1939); minister van Waterstaat (1939-1945) 193 |
Albeda, W. (1925), econoom en politicus; werkte bij het cnv en was hoogleraar te Rotterdam en Maastricht; was informateur bij de vorming van het kabinet-Den Uyl (1973) en het kabinet-Van Agt (1977), in dit laatste kabinet was hij minister van Sociale Zaken (tot 1981) 235 |
Asselin, H. (1884-?), Frans schrijver 180 |
|
Basten, M. van (1964), voetballer; debuteerde op zijn zeventiende in het eerste elftal van Ajax, topscorer van Nederland in 1984, 1985, 1986 en 1987 en wereldvoetballer in 1988, 1989 en 1992, uitgeschakeld door problemen met zijn enkelgewrichten 276 |
Beatrix (1938), koningin; oudste dochter van Juliana en Bernhard, in functie sinds 1980 243, 275 |
Beaufort, W.H. de (1845-1918), politicus en historicus; belangrijk liberaal parlementariër, overtuigd pacifist en minister van Buitenlandse Zaken (1897-1901), schrijver van een zeer informatief dagboek 153, 154, 161 |
Beauvoir, S. de (1908-1986), Frans schrijfster; nauw verbonden met Jean-Paul Sartre gaf zij mede vorm aan het links-intellectuele leven in Parijs 230 |
Bekkers, W.M. (1908-1966), rooms-katholiek geestelijke; na zijn priesterwijding belangrijk adviseur voor tal van katholieke organisaties; vanaf 1960 bisschop van 's-Hertogenbosch, in welke functie hij grote naam maakte door pastorale oplossingen te vinden voor kerkrechtelijk niet op te lossen problemen 250 |
Bernhard von Lippe-Biesterfeld (1911), prins-gemaal; werkte bij een chemieconcern in Duitsland, huwde in 1937 met kroonprinses Juliana, nam tijdens de Twee- |
| |
| |
de Wereldoorlog actief deel aan de bevrijding van Nederland, bevorderde daarna de economische betrekkingen met een groot aantal landen en, na bemiddeling voor de Lockheedfabrieken, vermoedelijk ook het eigen inkomen, wat in 1976 tot een schandaal leidde en tot terugtreden uit een aantal functies 191, 243, 244 |
Beveridge, W.H. (1879-1963), Brits politicus en econoom; maakte naam als onderzoeker van het werkloosheidsprobleem, legde tijdens de Tweede Wereldoorlog de grondslagen voor de ‘welfare state’ 208, 211 |
Bismarck, O. von (1815-1898), Duits politicus; minister-president van Pruisen (sinds 1862) en rijkskanselier van het Duitse keizerrijk (1871-1890) 84, 123 |
Blok, P.J. (1855-1929), historicus; hoogleraar te Groningen (1884) en Leiden (1894); wijdde zich vooral aan de nationale geschiedenis en haar helden 146 |
Blom, J.C.H. (1943), historicus; leidde omvangrijke onderzoeksprogramma's naar de verzuiling en de politieke cultuur in Nederland in de negentiende en twintigste eeuw, sinds 1996 directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie 216 |
Boutens, P.C. (1870-1943), dichter; schreef op verzoek van de minister van Onderwijs in 1936 ter gelegenheid van het aanstaande huwelijk van Juliana en Bernhard het gedicht ‘Een nieuwe lente op Hollands erf’, dat aan elk schoolkind werd uitgereikt 191 |
Brugghen, J.J.L. van der (1804-1863), jurist en politicus; warm voorstander van het bijzonder onderwijs, als minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor de Onderwijswet van 1857 (die door Groen zeer teleurstellend werd gevonden) 74 |
Burger, J.A.W. (1904-1986), jurist en politicus; werd in 1929 lid van de sdap, was na een kortstondig ministerschap fractieleider van de pvda (1952-1962), trad in 1973 op als (hardhandig) formateur van het kabinet-Den Uyl 196, 197, 199 |
Buys, J.T. (1828-1893), jurist; vanaf 1864 hoogleraar te Leiden, belangrijk (liberaal) commentator van het politieke leven in De Gids 98 |
|
Calcar-Schiotling, E. van (1822-1904), onderwijzeres en schrijfster; maakte aanvankelijk naam als propagandiste van de onderwijshervormer Fröbel, publiceerde enkele romans en essays, raakte vanaf 1875 in de ban van het spiritisme 108 |
Cals, J.M.L.Th. (1914-1971), politicus; stond bekend als progressief katholiek, verwierf faam als minister van Onderwijs (1952-1963), leidde korststondig een kabinet (1965-1966) dat in ‘de Nacht van Schmelzer’ ten val kwam 236, 260, 262 |
Carlos Hugo de Bourbon Parma (1930), sinds 1957 de ‘kroonprins-pretendent’ van een dynastie die de Spaanse kroon begeerde, gedragen door de Carlistische beweging, huwde in 1964 te Rome met prinses Irene, gaf in 1975 zijn pretenties op (naar aanleiding van de troonsbestijging van Juan Carlos), het huwelijk werd in 1981 ontbonden 243 |
| |
| |
Carter, J. (1924), Amerikaans politicus; president van de Verenigde Staten (1977-1981) 274 |
Cats, J. (1577-1660), jurist, staatsman en letterkundige; doorliep een fraaie politieke carrière, maar zou blijvend naam maken als dichtende opvoeder 43 |
Claus von Amsberg (1926-2002), prins-gemaal; was werkzaam in de Duitse buitenlandse dienst, huwde in 1966 met kroonprinses Beatrix 243, 245, 275 |
Cleveringa Jzn, R.P. (1894-1980), jurist; hoogleraar te Leiden (1927-1958), protesteerde op 26 november 1940 tijdens zijn college openlijk tegen het ontslag van zijn joodse collega E.M. Meijers waarna hij prompt gevangen werd gezet 200 |
Colijn, H. (1869-1944), omstreden politicus; maakte carrière als militair in Nederlands Indië, als arp-politicus (opvolger van Abraham Kuyper), als zakenman (directielid Koninklijke/Shell) en als minister op verschillende departementen; minister-president (1925-1926 en 1933-1939) 185, 187, 188 |
Cort van der Linden, P.W.A. (1846-1935), jurist en liberaal politicus; minister van Justitie (1897-1901); tijdens de Eerste Wereldoorlog minister-president, bracht in die periode de ‘pacificatie’ tot stand: de toekenning van het algemeen kiesrecht en de financiële gelijkstelling van het openbare en het bijzondere onderwijs 155 |
|
Daalder, H. (1928), politicoloog; hoogleraar in de wetenschap der politiek te Leiden (1963-1993) 247, 248 |
Doorn, J.A.A. van (1925), socioloog en historicus; liberaal met grote belangstelling voor het socialisme, introduceerde de ‘moderne sociologie’ in Nederland, verwierf zijn grootste bekendheid als schrijver van een groot aantal beschouwingen in dagen weekbladpers 221 |
Drees, W. (1886-1988), politicus; sinds 1904 lid van de sdap, ontwikkelde zich tot het prototype van het sociaal-democratische streven naar een structurele verbetering van de levensomstandigheden van de bevolking, werd in 1945 minister van Sociale Zaken (bracht hier de Noodwet Ouderdomsvoorziening op zijn naam), minister-president (1948-1958), verliet in 1971 de pvda wegens het optreden van Nieuw Links 208, 234, 283 |
Drucker, W.E. (1847-1925), feministe; streed voor het vrouwenkiesrecht; een in 1969 opgerichte feministische actiegroep noemde zich naar haar ‘Dolle Mina’ 167 |
Duyn, R. van (1943), anarchist; opgekomen in de pacifistische beweging, richtte zich op een vernieuwing van het anarchisme zoals deze vorm kreeg in de Provobeweging, later vooral betrokken bij ‘groene’ politieke bewegingen 243 |
Dylan, B. (1941), Amerikaans musicus; debuteerde in 1962, met zijn album The times they are a-changin' (1964) werd hij de profeet van een generatie 238 |
| |
| |
Eeden, F.W. van (1829-1901), botanicus; zijn belangrijkste bijdrage aan de Nederlandse plantkunde is zijn Flora Batava (1868-1898), daarnaast oprichter en directeur van het Koloniaal Museum te Haarlem (1871); niet te verwarren met zijn zoon, de bekende arts en schrijver F.W. van Eeden (1860-1932) 110-112, 276, 290 |
Eichmann, A. (1906-1962), Duits organisator van de holocaust; sinds 1934 werkzaam bij het hoofdbureau van de Sicherheitsdienst en tijdens de Tweede Wereldoorlog belast met de organisatie van de vernietiging van de joden, in 1960 uit zijn schuilplaats in Argentinië ontvoerd en na een dramatisch proces door een rechtbank in Jeruzalem ter dood veroordeeld 244 |
Einthoven, L. (1896-1979), politieofficier; hoofdcommissaris van politie te Rotterdam, behoorde in 1940 tot het ‘driemanschap’ dat de Nederlandsche Unie oprichtte; was vanaf 1942 gijzelaar in Sint-Michielsgestel en vluchtte in september 1944 naar het bevrijde Zuiden; zette na de oorlog de Binnenlandse Veiligheids Dienst (bvd) op 198 |
Elout, C.K. (1870-1947), journalist; verwierf zich vanaf 1911 een groot gezag als parlementair verslaggever van het Algemeen Handelsblad 161 |
Emma van Waldeck-Pyrmont (1858-1934), koningin-moeder; na op jeugdige leeftijd te zijn gehuwd met koning Willem iii (1879) baarde zij in 1880 een troonopvolgster (Wilhelmina), werd in 1890 weduwe en koningin-regentes tot 1898; droeg sterk bij aan het herstel van de populariteit van het huis van Oranje 149, 244 |
Engels, F. (1820-1895), Duits industrieel en schrijver; begaafd auteur van verschillende politiek-economische en militaire beschouwingen; zijn voornaamste verdienste (ook naar eigen inzicht) ligt in de vrijwel voortdurende (financiële) ondersteuning van Karl Marx en na diens overlijden in 1883 in het bezorgen van diens nog niet gepubliceerde manuscripten 114, 129 |
|
Frans Jozef i (1830-1916), koning-keizer; werd uit het Huis Habsburg keizer van Oostenrijk (1848-1916) en koning van Hongarije (1867-1916) 50 |
Freud, S. (1856-1939), Oostenrijks psychoanalyticus; hield zich na een opleiding tot arts vanaf 1886 steeds meer bezig met de menselijke geest, probeerde de rationaliteit achter op het eerste gezicht onbegrijpelijke uitingen en gedragingen (van onder meer hysterici) te begrijpen, stelde het belang van seksuele impulsen centraal en ontwikkelde een methode om psychische problemen bespreekbaar te maken, te interpreteren en daarmee onder controle te krijgen 230, 232 |
|
Gaulle, Ch. de (1890-1970), Frans militair en politicus; sterk beïnvloed door een reactionair nationalisme, doorliep een militaire loopbaan, week in 1940 uit naar Londen waar hij de leiding op zich nam van de ‘Vrije Fransen’; president van Frankrijk (1958-1969) 292 |
| |
| |
Geyl, P.C.A. (1887-1966), historicus; hoogleraar te Londen (1919-1935) en Utrecht (1936-1958), maakte naam als politiek commentator en auteur van dwarse werken waarin de scheiding van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden tijdens de Opstand niet als onvermijdelijk werd voorgesteld, maar toegeschreven aan de wisselvalligheden van het krijgsbedrijf en waarin de buitenlandse politiek van het Huis van Oranje in de zeventiende en achttiende eeuw veel meer gericht was op het dynastieke belang dan met het nationaal belang overeenkwam 206 |
Gorbatsjov, M.S. (1931), politicus; werd in 1985 secretaris-generaal van de Communistische Partij in de Sovjet-Unie en voerde een beleid van glasnost en prestrojka, omschakeling van planeconomie naar markteconomie en ontspanning in de internationale verhoudingen; werd daarmee in het westen populairder dan in eigen land, zijn rivaal Jeltsin dwong hem in 1991 tot aftreden 275 |
Groen van Prinsterer, G. (1801-1876), historicus en politicus; kwam in 1828 onder invloed van het orthodox-protestantisme en gaf dit vervolgens zowel op het terrein van kerk als politiek verder vorm; was hiermee de grondlegger van wat zich later zou ontwikkelen tot de Antirevolutionairen 64, 65, 67, 70, 73, 74, 77, 78, 88, 106 |
Groeneweg, S. (1875-1940), onderwijzeres en politica; in 1918 gekozen tot het eerste vrouwelijke lid van de Tweede Kamer (sdap), bleef tot 1937 afgevaardigde 168 |
Grootveld, R.J. (1932), Amsterdams Lieverdje; sinds het midden van de jaren zestig een bekende figuur in Amsterdam, op eigen kracht met zelfgeorganiseerde happenings, maar ook als middelpunt van provo-acties; maakte later naam als bouwer van grote vlotten van piepschuim 242 |
Groskamp-ten Have, A. (1887-1959), schrijfster; publiceerde vertaald en eigen werk (waaronder de roman Moeder in 1937), maar verwierf vooral autoriteit als raadgeefster op het doornige terrein van gedragsregels en omgangsvormen 239 |
|
Hahn, A. (1877-1918), tekenaar; plaatste regelmatig tekeningen in sociaal-democratische periodieken, zijn beroemdste spotprenten keerden zich tegen Abraham Kuyper 136 |
Haley, B. (1925-1981), Amerikaans musicus; brak als eerste blanke door met ‘rock'n-roll’, in 1954 met 1,2,3 O'clock, een jaar later met Rock around the clock 219 |
Hampton, L. (1909-2002), Amerikaans musicus; befaamd als drummer, vibrafonist en bandleider 219 |
Harting, P. (1812-1885), medicus en bioloog; hoogleraar in de farmacologie, plantenfysiologie, vergelijkende anatomie en zoölogie te Utrecht (1843-1882) 99 |
Haveman, J. (1944), socioloog; nam deel aan het grote onderzoek naar de ‘massajeugd’, promoveerde op een geruchtmakend boek over ongeschoolde arbeiders en hun cultuur 228 |
| |
| |
Heek, F. van (1907-1987), socioloog; hoogleraar te Leiden (1948-1972), publiceerde over een scala aan onderwerpen, bekend geworden als leider van het Talentenproject (1961-1967), waarin onderzocht werd in welke mate intelligente kinderen uit de lagere sociale klassen doordrongen tot het middelbaar en hoger onderwijs 222 |
Heldring, E. (1871-1954), koopman en financier; bewoog zich als directeur van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (1899-1937), als commissaris (later president-commissaris) van De Nederlandsche Bank en als president van de Nederlandsche Handel-Maatschappij in de hoogste financiële, economische en politieke kringen; vervulde tal van functies op het gebied van de kunsten en liet een zeer informatief dagboek na 183, 196, 213 |
Heldt, B.H. (1841-1914), werkman-politicus; begon als meubelmaker, richtte een vakbond op en vervolgens een landelijke vakcentrale, het Algemeen Nederlandsch Werklieden Verbond; liberaal lid van de Tweede Kamer (1885-1901) 123, 124 |
Hendrik van Mecklenburg-Schwerin (1876-1934), prins-gemaal; huwde in 1901 met koningin Wilhelmina, verwekte een troonopvolgster (Juliana) en mocht zich verder slechts bezighouden met het Rode Kruis en de padvinderij 244 |
Hitler, A. (1889-1945), Duits politicus; belangrijkste vormgever van het nationaalsocialisme, van 1933 tot zijn dood door zelfmoord rijkskanselier 188, 195, 197, 203 |
Hodges, Ch.H. (1764-1837), schilder; aanvankelijk hofschilder van Lodewijk Napoleon, maar haastte zich in 1814 voor Amsterdam een portret te schilderen van Willem i 43 |
Huizinga, J. (1872-1945), historicus; werd in 1905 hoogleraar te Groningen en vanaf 1915 (tot 1941) te Leiden, vestigde zijn wereldnaam met Herfsttij der Middeleeuwen (1919), en ontwikkelde zich in de jaren dertig tot een gezaghebbend criticus van zijn tijd 192, 228 |
|
Irene van Lippe-Biesterfeld (1939), prinses; wekte in 1964 opschudding door over te gaan naar de katholieke kerk en enkele maanden later te huwen met Carlos Hugo, van wie zij in 1981 scheidde; trad op bij een betoging tegen de kruisvluchtwapens en richtte zich in later jaren op een intensief contact met de natuur (met name bomen) 243 |
|
Jacobs, A. (1854-1929), arts en feministe; de eerste vrouw die, na toestemming van Thorbecke, een universitaire studie volgde (Groningen), vestigde zich na haar promotie in de medicijnen (1979) als arts in Amsterdam, werd een pionier op het terrein van de geboortebeperking maar maakte vooral naam als strijdster voor het vrouwenkiesrecht 81 |
Jong, A.M. de (1888-1943), schrijver; geboren in Noord-Brabant in een arm rooms arbeidersgezin dat ten slotte in Rotterdam terechtkwam; werd sociaal-democraat,
|
| |
| |
schreef de autobiografische serie over Merijntje Gijzen (vanaf 1925), publiceerde ironische stukken over zijn ervaringen als gemobiliseerd militair tijdens de Eerste Wereldoorlog (Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928) en verplichtte menigeen aan zich met zijn strip over Bulletje en Bonestaak; werd door Nederlandse nationaalsocialisten vermoord 116 |
Jong, L. de (1914), historicus; directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (1945-1979), schreef en presenteerde tussen 1960 en 1965 de televisieserie De Bezetting en publiceerde het zeer omvangrijke overzicht Geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (1969-1991) 244 |
Juliana (1909), koningin; dochter van Wilhelmina en Hendrik van Mecklenburg-Schwerin, trouwde in 1937 met Bernhard von Lippe-Biesterfeld, kreeg vier dochters, volgde haar moeder in 1948 op als koningin, welke functie zij tot 1980 vervulde 13, 166, 184, 191, 213, 225, 243, 244 |
|
Kan, W. (1911-1983), cabaretier; richtte samen met zijn echtgenote Corry Vonk het abc-cabaret op (1936), werd na de Tweede Wereldoorlog 's lands grootste conferencier van zijn tijd, die een enorme populariteit verwierf dankzij zijn regelmatige conferences op oudejaarsavond, sinds 1954 door de radio uitgezonden en sinds 1973 door de televisie 230 |
Kappeyne van de Coppello, J. (1822-1895), politicus; was een aantal jaren kamerlid en werd min of meer beschouwd als partijleider van de liberalen, ging met veel animo de strijd aan met confessionele politici, formeerde in 1877 een kabinet dat met de schoolwet van 1878 de schoolstrijd in een nieuwe fase bracht 92-94 |
Kater, K. (1833-1916), metselaar; lid van het Algemeen Nederlandsch Werklieden Verbond, maar toen deze bond zich voor het openbaar onderwijs en algemeen kiesrecht uitsprak, trad hij uit en richtte de orthodox-protestantse werkliedenorganisatie Patrimonium op 124 |
Keynes, J.M. (1883-1946), Brits econoom; maakte internationaal naam met zijn boek The Economic Consequences of the Peace (1919), in 1936 gevolgd door zijn hoofdwerk General Theory on Employment, Interest and Money, waarin hij, kort samengevat, wees op het economische en politieke belang van het op een zeker niveau houden van de koopkracht van de bevolking; zijn opvattingen werden na de Tweede Wereldoorlog de economische grondslagen van de ‘welfare state’ 208, 268 |
King, M.L. (1929-1968), kerkleider en politicus; leverde als baptistisch predikant een uiterst belangrijke bijdrage aan de emancipatie van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten, werd bekend door zijn rede ‘I have a dream’ in Washington (1963); neergeschoten in Memphis 241 |
Klompé, M.A.M. (1912-1986), scheikundelerares en politica; vanaf 1948 kamerlid
|
| |
| |
namens de kvp, van 1956 tot 1963 de eerste vrouwelijke minister in Nederland (op het departement van Maatschappelijk Werk) 229, 294, 285 |
Koetsveld, C.E. van (1807-1893), predikant en literator; was de auteur van de aanvankelijk anoniem verschenen Schetsen uit de pastorij te Mastland (1843), later hofpredikant in Den Haag (1849) 63 |
Kok, W. (1938), vakbondsleider en politicus; lange tijd werkzaam in het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (nvv), waarvan hij in 1973 voorzitter werd, werd in 1981 voorzitter van de Federatie Nederlandse Vakbeweging (fnv, een fusie tussen nvv en de katholieke vakcentrale nkv), stapte in 1986 over naar de politiek en volgde Den Uyl op als fractieleider van de pvda, werd in 1989 minister van Financiën in het laatste kabinet-Lubbers, van 1994 tot 2002 minister-president 267, 270, 277, 283 |
Kool-Smit, J. (1933-1981), feministe; naar aanleiding van haar artikel ‘Het onbehagen bij de vrouw’ (1967) in De Gids, menigmaal beschouwd als het startschot voor een nieuwe golf in de vrouwenbeweging, werd de actiegroep Man-Vrouw-Maatschapij opgericht (1968), die onder andere de instelling zou weten af te dwingen van een officiële Emancipatiecommissie (1974) 263 |
Kossmann, E.H. (1922-2003), historicus; hoogleraar te Groningen (1966-1987), maakte naam als historicus van de politieke theorie en toonde in zijn hoofdwerk De Lage Landen 1780/1980 (1976-1986) op even afstandelijke als erudiete wijze aan in geen enkel opzicht te zijn aangeraakt door de verzuiling 203 |
Kuyper, A. (1837-1920), theoloog, politicus en journalist; vanaf 1863 predikant, ving het gevecht aan met de elite in de Nederlandse Hervormde Kerk ter wille van meer orthodoxe leerstelligheid, sinds 1872 hoofdredacteur van het nieuwe dagblad De Standaard, sinds 1874 regelmatig lid van de Tweede Kamer waar hij de door hem opgerichte Antirevolutionaire Partij vertegenwoordigde, en minister-president (1901-1905) 87-93, 96-98, 112, 124, 136, 142, 143, 145, 154, 206, 261, 291, 294 |
|
Lieftinck, P. (1902-1989), econoom en politicus; hoogleraar economie te Rotterdam (vanaf 1934); minister van Financiën (1945-1952); genoot daarnaast bekendheid als politicus die vanuit een Christelijk-Historische achtergrond was ‘doorgebroken’ naar de pvda 210 |
Lightenvelt, L.A. (1795-1873), jurist en politicus; minister van Roomsch Katholieke Eeredienst (1848 en 1853), van Buitenlandse Zaken (1848-1849) en gezant te Parijs (1854-1867) 71 |
Linthorst Homan, J. (1903-1986), bestuurder en diplomaat; maakte naam als commissaris van de koningin te Groningen, maakte deel uit van het ‘driemanschap’ dat de Nederlandsche Unie oprichtte; na de oorlog - na een langdurig onderzoek naar
|
| |
| |
zijn opvattingen gedurende de oorlog - niet in zijn ambt hersteld; hield zich vervolgens bezig met de Europese integratie 198 |
|
Lodewijk Napoleon Bonaparte (1778-1846), broer van keizer Napoleon i en koning; wist als koning van Holland (1806-1810) zelfs een zekere populariteit te verwerven onder de bevolking, voor een deel door zijn pogingen om Nederlands te spreken (‘ik ben het konijn van Holland’), voor een deel door zijn medeleven met de slachtoffers van een aantal rampen (grote kruitontploffing in Leiden in 1807, overstroming in het rivierengebied in 1809) 19 |
Lubbers, R.F.M. (1939), politicus; maakte carrière in de organisatie van christelijke werkgevers, had goede contacten met de christen-radicalen maar bleef lid van de kvp, minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl (1973-1977), vervolgens fractieleider van het cda (1978-1982) en minister-president (1982-1994), sinds 2001 Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties 261, 270, 277 |
|
Mansholt, S. (1908-1995), politicus; boer in de Wieringermeer, sloot zich in 1946 aan bij de pvda, minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (1945-1957) en vervolgens (vice-)voorzitter lid van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschap tot 1972; na terugkeer werd hij gegrepen door de milieuproblematiek, nam afstand van zijn vroegere beleid, dat sterk gericht was op een modernisering van de landbouw, en probeerde, grotendeels vergeefs, de politieke consequenties van het Rapport van de Club van Rome (1972) op de agenda te krijgen 227 |
Marken, J.C. van (1845-1906), industrieel; stichtte in 1869 de Nederlandsche Gisten Spiritusfabriek in Delft en raakte vervolgens landelijk bekend als pionier op het gebied van arbeidsrelaties 118, 142 |
Marsman, H. (1899-1940), dichter; brak door met Verzen in 1923, zwalkte op de grondtoon van een sterk anti-democratische levenshouding tussen het extreem katholieke gemeenschapsdenken en het extreem individualisme 289 |
Marx, K. (1818-1883), Duits filosoof van de politieke economie; ontwierp een visie op de geschiedenis waarin de verschillende perioden werden onderscheiden door hun ‘productiewijze’ en de daarbij passende elite, was ervan overtuigd dat na het kapitalisme en de daarvan profiterende bourgeoisie een fase zou aanbreken van socialisme dat ten gunste van het proletariaat zou uitpakken, welke overgang bespoedigd moest worden door de klassebewuste voorhoede der communisten 32, 49, 82, 114, 118, 129, 242 |
Matthes, A.W.J. (1847-1909), onderneemster; stichtte samen met haar echtgenoot J.C. van Marken de gistfabriek te Delft, waarbij zij zich vooral richtte op de sociale
|
| |
| |
kant van het zich sterk uitbreidende bedrijf; vanaf 1882 werd een ‘woonpark’ voor het personeel aangelegd dat bekend kwam te staan als her Agnetha-park 118 |
Maurik, J. van (1846-1904), schrijver en sigarenfabrikant; verwierf zich een grote naam als schrijver van gemoedelijke toneelstukken en schetsen over het Amsterdamse volksleven 147 |
Meijers, E.M. (1880-1954), jurist; hoogleraar Nederlands burgerlijk recht en internationaal privaatrecht te Leiden, op 26 november 1940 door de Duitse bezetter van zijn functie ontheven; zijn belangrijkste werk bestond na de oorlog uit het ontwerpen van een nieuw Burgerlijk Wetboek 200 |
Mierlo, H.A.F.M.O. van (1931), journalist en politicus; een van de oprichters van de partij Democraten '66, kamerlid (1967-1977), minister van Defensie (1981-1982), lid van de Eerste Kamer (1983-1986) en vervolgens weer lid van de Tweede Kamer (1986-1994); sloot zijn loopbaan in de actieve politiek af als minister van Buitenlandse Zaken in het eerste kabinet-Kok (1994-1998) 248 |
Mulisch, H. (1927), schrijver; schiep in een groot aantal werken een geheel eigen magisch-mythische levensfilosofie, werd in de jaren zestig bekend door zijn rapportages over het proces-Eichmann, zijn honende aanvallen op het establishment en zijn warme waardering voor het Cubaanse experiment van Fidel Castro; zijn hoofdwerk lijkt te worden De compositie van de wereld (1980) 244 |
Mussert, A. (1894-1946), politicus; ingenieur bij de provinciale waterstaat te Utrecht, maakte naam in een campagne tegen een ontwerp-verdrag met België (1925-1927) over de verbinding tussen Rijn en Schelde, stichtte in 1931 de Nationaal-Socialistische Beweging en werd gaandeweg de meest verachte politicus in Nederland, zeker na de inval van het Duitse leger in 1940; na de bevrijding ter dood veroordeeld en gefusilleerd 184, 185, 188, 198 |
Mussolini, B. (1883-1945), Italiaans politicus; richtte in 1919 zijn eigen revolutionaire garde op, de Fasci di Combattimento (Strijdgroepen), in 1922 eiste hij de macht op en zorgde er als Duce voor dat de treinen in Italië op tijd gingen rijden, waarna zijn buitenlandse politiek steeds meer verstrikt raakte met die van Adolf Hitler 179, 195 |
|
Napoleon i Bonaparte (1769-1821), Corsicaans militair; maakte in her revolutionaire Frankrijk snel carrière, kroonde zichzelf in 1804 tot keizer en zette de expansiepolitiek stevig voort, werd in 1813 verslagen en in 1815 (bij Waterloo) nogmaals, waarna hij zijn laatste dagen sleet als balling op het eiland Sint-Helena 19, 20, 31 |
Napoleon iii (1808-1873), Frans keizer; zoon van Lodewijk Napoleon, wist zich in 1848 als sterke man naar voren te dringen en in 1852 tot keizer te laten kronen; na de nederlaag tegen de Duitse legers in 1870 verbleef hij als balling in Engeland 50 |
Nieuwenhuis, F. Domela (1846-1919), socialist en anarchist; Luthers predikant, verliet in 1879 de kerk en richtte het blad Recht voor Allen op, werd vervolgens de cha- |
| |
| |
rismatische spil van de Sociaal-Democratische Bond (1881), lid van de Tweede Kamer (1888-1891), maar dit bevorderde slechts zijn opvatting dat er weinig heil school in parlementaire politiek; via het syndicalisme ging hij ten slotte over tot een organisatieloos anarchisme dat een zekere eenzaamheid met zich meebracht 126, 127, 131 |
|
Oerlemans, J.W.H. (1926), dichter en historicus; schreef verschillende boeken op het terrein van de intellectuele geschiedenis (met name over het nationalisme, de problematische verhouding ten opzichte van de modernisering en sociale ongelijkheid), en publiceerde ook poëzie, daarnaast gedichten waaronder De gedichten van nu en vroeger uit 1992 276 |
Oudegeest, J. (1870-1950), vakbondsman en politicus; maakte een carrière in de vakorganisatie voor spoorwegarbeiders, werd na de mislukte staking in 1903 het mikpunt van persoonlijke aanvallen (zowel van links als rechts); volgde in 1908 Polak op als voorzitter van het nvv en vervulde vele en uiteenlopende functies in de arbeidersbeweging 137 |
Oultremont de Wégimont, H.A.F.L., gravin d' (1792-1864), echtgenote van afgetreden koning; gedurende 25 jaar hofdame bij de echtgenote van koning Willem i, Wilhelmina van Pruisen; toen deze in 1837 overleed, wilde de weduwnaar in het huwelijk treden met de hofdame, wat pas mogelijk was na afstand gedaan te hebben van de troon (1840) 44 |
|
Paape, G. (1752-1798), letterkundige en politiek pamflettist; begon zijn loopbaan als schildersknecht, dichter en vertaler, maar maakte vooral naam als lid van de brede democratische beweging en scherpzinnig observator van zijn samenleving 40 |
Palm, J.H. van der (1763-1840), letterkundige en politicus; opgeleid tot predikant ontwikkelde hij zich tot een vurig patriot en een geliefd kanselredenaar, hoogleraar Oosterse Talen te Leiden (1796-1836), als Agent (minister) van Nationale Opvoeding (1799-1806) legde hij de spelling van het Nederlands formeel vast en bracht hij de eerste nationale onderwijswet tot stand 38, 39 |
Passtoors, W.C.J. (1856-1916), grossier in sigaren en tabak; richtte in 1888 de R.K. Volksbond op naar aanleiding van het feit dat de gewone katholieken uitgesloten werden van de viering van het tienjarig pontificaat van Leo xiii en werd hiermee, zoals Schaepman verklaarde, ‘een Roomsche B. Heldt’ 124 |
Pius ix (1792-1878), paus; paarde tijdens zijn pontificaat (1846-1878, het tot nu toe langste uit de kerkgeschiedenis) een grote persoonlijke vroomheid en vriendelijkheid aan een even kortzichtig als hardnekkig verzet tegen de moderne tijden; het hieruit voortvloeiende martelaarschap maakte hem in de katholieke gemeenschap zeer populair 82, 83, 85 |
Polak, H. (1868-1943), vakbondsleider en politicus; betrokken bij de oprichting van
|
| |
| |
de sdap in 1894, maar met name bekend als oprichter en voorzitter van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkers Bond 134, 137 |
Posthuma, F.E. (1874-1943), landbouwingenieur en politicus; klom op als bekwaam organisator en woordvoerder van landbouwbelangen; trad in 1914 tot het kabinet-Cort van der Linden toe als minister van Landbouw, Nijverheid en Handel; vervulde na de oorlog weer tal van functies in het uitgestrekte netwerk van landbouworganisaties; schoof tijdens de crisisjaren steeds meer op in fascistische richting, bood in mei 1940 aan Mussert zijn diensten aan; werd in 1943 door het verzet geliquideerd 162 |
Presser, J. (1899-1970), historicus en schrijver; hoogleraar te Amsterdam (1948-1969), auteur van boeken over zeer uiteenlopende onderwerpen, het werk dat de meeste indruk maakte, is Ondergang (1965), over de vervolging en verdelging van de joodse Nederlanders 245 |
|
Quack, H.P.G. (1834-1917), jurist, econoom en historicus; werd na een hoogleraarschap te Utrecht directeur van De Nederlandsche Bank wat hem een inkomen bezorgde om zijn dure hobby te financieren, de aanschaf van een omvangrijke collectie socialistica, die hij verwerkte in zijn magnum opus De socialisten (1875-1897) 113, 122 |
Quay, J.E. de (1901-1985), psycholoog en politicus; was een der eerste arbeidspsychologen en gold als een van de bekwaamsten onder de katholieke jongeren; maakte in juni 1940 deel uit van het ‘driemanschap’ dat de Nederlandsche Unie oprichtte; was minister-president (1959-1963) en wist in die functie een zekere populariteit te verwerven, ondanks het steeds weer opklinken van kritiek op zijn rol in de Unie 198 |
|
Ramalho Ortigão, J.D. (1836-1915), Portugees journalist en literator; bezocht in 1883 de Amsterdamse Wereldtentoonstelling; het verslag van dit bezoek (oorspronkelijk als feuilleton in de krant verschenen) werd in 1885 onder de titel A Holanda gepubliceerd 149 |
Reagan, R. (1911-2004), Amerikaans politicus; president van de Verenigde Staten (1981-1989) 275, 282 |
Regout, P.A.H. (1827-1898), industrieel; zoon van Pierre Regout, oprichter van fabrieken voor glas, kristal- en aardewerk te Maastricht, die vanaf de jaren zeventig samen met zijn twee broers het beheer voerde over een firma die De Sphinx als beeldmerk zou voeren 119, 120 |
Rembrandt Harmensz. van Rijn (1606-1669), schilder; behoort met Vincent van Gogh (1853-1890) tot de bekendste Nederlandse schilders 12, 150 |
Renan, E. (1823-1892), Frans historicus en filosoof; werd beroemd met zijn La vie de Jésus, het eerste deel van de zevendelige Histoire des origines du christianisme (1863-1883) 13, 149 |
Reve, G.K. van het (1923), schrijver; wijzigde zijn naam in Gerard Reve, debuteer- |
| |
| |
de in 1946 met de novelle De ondergang van de familie Boslowits, een jaar later gevolgd door het sterk autobiografische werk De Avonden, vond daarna grote erkenning voor zijn ‘brievenboeken’ Op weg naar het einde (1963) en Nader tot U (1966); menig lezer kreeg later genoeg van de mengeling van homoseksualiteit en katholieke religie 285 |
Ris, K. (1821-1902), houtzaagmolenaarsknecht en petroleumventer; een van de Amsterdamse werklieden die geen belediging, hem door de lokale elite aangedaan, liet passeren, en stond daarmee aan de wieg van de opkomst van de arbeidersbeweging 122 |
Romein, J.M. (1893-1962), historicus; hoogleraar te Amsterdam; zijn belangrijkste werk was het samen met zijn vrouw Anie Romein-Verschoor geschreven De Lage Landen bij de Zee (1934), sindsdien vele malen herdrukt, en het postuum verschenen magnum opus Op het breukvlak van twee eeuwen (1967) 141 |
Romme, C.P.M. (1896-1980), politicus; maakte carrière in verschillende katholieke werkgeversorganisaties, werd in 1921 voor de rksp lid van de Amsterdamse gemeenteraad, pleitte als buitengewoon hoogleraar in Tilburg voor een corporatieve staat en maatschappij van een uitgesproken christelijke signatuur en een sterk monarchaal gezag, was minister van Sociale Zaken (1937-1939), wist in 1945 de rksp om te vormen tot de kvp, fractievoorzitter voor deze partij in de Tweede Kamer (1946-1961) 208, 224 |
Ruys de Beerenbrouck, Ch.J.M. (1873-1936), jurist en politicus; had zitting in de Tweede Kamer voor de rksp (1905-1918), werd in 1918 de eerste katholieke minister-president en vervulde deze positie - mede dank zij zijn beminnelijk optreden - lange tijd (1918-1925 en 1929-1933) 166 |
|
Savornin Lohman, A.F. de (1837-1924), jurist en politicus; rechter en raadsheer in 's-Hertogenbosch (vanaf 1866), rekende zich al vroeg tot de aanhangers van Groen, steunde (en verving zo nu en dan) Kuyper; kwam in 1879 in de Tweede Kamer, waar hij afstand nam van Kuyper naar aanleiding van een voorstel tot forse uitbreiding van het kiesrecht (1894), waarna hij vorm gaf aan een eigen Christelijk-Historische Unie 84, 85, 148 |
Schaepman H.J.A.M. (1844-1903), priester en politicus; journalist (net zoals Domela Nieuwenhuis, Kuyper en Troelstra) en lid van de Tweede Kamer (1880-1903), schreef in 1883 Eene katholieke partij. Proeve van een program en pleitte voor politieke samenwerking met de antirevolutionairen 83, 84, 148 |
Schaper, J.H.A. (1868-1934), huisschilder en politicus; viel in 1884 tijdens werkzaamheden uit een dakgoot en moest bijna twee jaar liggen om te herstellen, uit die tijd dateert zijn leeshonger; behoorde in 1894 tot de oprichters van de sdap, was vanaf 1899 lid van de Tweede Kamer, schreef een aardige autobiografie Een halve eeuw van strijd (1933, 1935) 154 |
| |
| |
Scheffer, P. (1954), psycholoog en politicoloog; was verbonden aan de Wiardi Beckman Stichting en de Universiteit van Amsterdam; tegenwoordig medewerker van nrc Handelsblad en de vpro-televisie 289 |
Schmelzer, W.K.N. (1921), politicus; tussen 1956 en 1963 voor de kvp staatssecretaris, maar zijn ster zou vooral rijzen als fractieleider van de kvp (1963-1971), waarna hij minister van Buitenlandse Zaken was tot 1973 235, 237, 248, 250, 251, 253 |
Seyss-Inquart, A. (1891-1946), Oostenrijks politicus; sloot zich na de Eerste Wereldoorlog aan bij het nationaal-socialisme, was in 1938-1939 rijksstadhouder van Oostenrijk, daarna plaatsvervangend gouverneur-generaal voor de bezette Poolse gebieden en werd in mei 1940 benoemd tot rijkscommissaris voor bezet Nederland; in het proces van Neurenberg ter dood veroordeeld 197, 200 |
Smits, J. (1813-1872), priester en journalist; begon zijn loopbaan in 1842 als hoofdredacteur van het katholieke blad De Noord-Brabander maar kreeg daar moeilijkheden over zijn onafhankelijke opstelling; richtte in 1845 De Tijd op, dat sinds 1848 als dagblad verscheen 71 |
Soekarno (1901-1970), Indonesisch politicus; een belangrijk vertegenwoordiger van de beweging voor nationale onafhankelijkheid, riep samen met Mohammad Hatta in 1945 de Republik Indonesia uit; in 1965 door generaal Soeharto uit zijn ambt gezet 213 |
Steenkamp, P.A.J.M. (1925), politicus; had functies in het bedrijfsleven en als hoogleraar te Eindhoven in het sociaal recht, was essentieel in het totstandkomen van het cda, waarvan hij tot 1980 voorzitter was 253, 254 |
|
Tempel, J. van den (1877-1955), vakbondsman en politicus; begon als schilder en maakte vervolgens carrière in de sociaal-democratische beweging; studeerde daarnaast economie en promoveerde in Rotterdam (1927); werd in 1939 minister van Sociale Zaken 193 |
Thatcher, M. (1925), Brits politica; minister-president van Groot-Brittannië (1979-1990) 282 |
Thorbecke, J.R. (1789-1872), staatsman; de grondwetgever van 1848, vormde zijn eerste kabinet in 1849, dat naar aanleiding van de Aprilbeweging in 1853 ten val kwam; zijn tweede kabinet (1862-1866) maakte onder andere een einde aan de slavernij in West-Indië, vormde in 1871 nog een derde kabinet en stierf in het harnas 46, 48, 54-56, 61, 66-69, 74, 79, 91, 100, 101, 240 |
Tinbergen, J. (1903-1994), econoom; wijdde zich als wiskundige aan de economie, hoogleraar econometrie te Rotterdam (1933-1973), medeopsteller van het Plan van de Arbeid (waarin de sdap en het nvv in 1935 voorstelden de omvangrijke werkloosheid door planmatig economisch beleid krachtig terug te dringen), had een belangrijke rol in het economisch herstel na 1945 en ijverde vervolgens intensief voor
|
| |
| |
ontwikkelingssamenwerking; niet te verwarren met zijn broer Nikolaas Tinbergen (1907-1988), die als etholoog wereldnaam maakte; beiden kregen overigens een Nobelprijs 215 |
Tönnies, F. (1855-1936), Duits socioloog; zijn beschouwing (uit 1887) over het grote verschil tussen Gemeinschaft (zoals dat tot uitdrukking kwam in traditioneel saamhorigheidsgevoel) en Gesellschaft (de doelmatige en rationele organisatie van het moderne leven, zoals in de grote stad) had vooral na de tweede druk van zijn boek in 1912 grote invloed op de sociale wetenschappen 121 |
Treub, W.M.F. (1858-1931), politicus; maakte als vooruitstrevend liberaal carrière in de Amsterdamse gemeentepolitiek, was na zijn kamerlidmaatschap (1904-1913) minister van Landbouw, Handel en Nijverheid in het kabinet-Cort van der Linden, later ingewisseld voor het departement van Financiën, waar hij (met een korte onderbreking) tot 1918 zou blijven; richtte zich hierna als kamerlid (1981-1921) op het terugdringen van de overheid 157-160, 163, 165 |
Troelstra, P.J. (1860-1930), politicus en dichter; kwam in verzet tegen de anti-parlementaire koers van Domela Nieuwenhuis, richtte in 1894 met elf medestanders de sdap op; lid van de Tweede Kamer (1897-1925) 131, 154, 164-166, 178 |
Tussenbroek, A.Ph.C. van (1852-1925), medica; was onderwijzeres, maar koos evenals haar onmiddellijke voorgangster Aletta Jacobs voor een universitaire studie in de medicijnen en vestigde zich in 1887 in Amsterdam als arts, waarbij zij zich vooral toelegde op de gynaecologie en verloskunde 109 |
|
Uyl, J.M. den (1919-1987), politicus; begonnen als journalist werd hij directeur van het wetenschappelijk bureau van de pvda en actief in de Amsterdamse gemeente-politiek, betrad in 1956 de Tweede Kamer, was minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals (1965-1966) en daarna fractieleider in de Kamer; leidde tussen 1973 en 1977 een kabinet dat vermaard is om zijn hoge ambitie-niveau en eindeloze vergaderingen, nam hierna weer zitting in de Tweede Kamer, werd minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het tweede kabinet-Van Agt (1981-1982) en stond zijn functie van fractievoorzitter in 1986 af aan Wim Kok 234, 241, 255, 256, 258, 259, 265, 267, 268, 277, 282, 284, 287 |
|
Veblen, Th.B. (1857-1929), socioloog; schreef een aantal briljante kritieken op de burgerlijke samenleving, The Theory of the Leisure Class (1899) dat beroemd is geworden door de stelling dat mensen sociaal aanzien opbouwen door zich niet, zoals vroeger, ingetogen te gedragen, maar dat het kapitalisme juist uitnodigt tot opzichtig pralen en ‘nutteloze’ consumptie 170 |
Veldkamp, G.M.J. (1921-1990), politicus; na een studie sociale wetgeving en sociale politiek (promotie in 1949) dreven een tomeloze ambitie en werkdrift hem de po- |
| |
| |
litiek in; moest zich een tijdje inhouden als staatssecretaris van Economische Zaken, belast met middenstandsvraagstukken en toerisme (1952-1961), maar tot zijn intense genoegen werd hij vervolgens minister van Sociale Zaken (1961-1967) in welke functie hij werkte aan de uitbouw van de sociale zekerheid 265 |
Verkade, W. (1905-1990), jurist en historicus; promoveerde in 1935 op de staatkundige denkbeelden van Thorbecke, hield zich later bezig met de functie van politieke partijen in de democratie 293 |
Verwey, A. (1865-1937), literator; begonnen als jeugdig en opstandig dichter, ontwikkelde zich tot een bedachtzaam dichter, literator en essayist 291 |
Vessem, L. van (1924-1990), feministe; schrijfster van korte verhalen, gebundeld in Ik ben wel gek, maar niet goed en Beppie van Vessem, steunde de organisatie van Argentijnse moeders die onvermoeibaar bleven speuren naar hun kinderen, die onder het regime-Videla waren verdwenen 259 |
Veth, P.J. (1814-1895), hoogleraar Oosterse talen te Amsterdam (vanaf 1842); leverde een belangrijke bijdrage aan de verspreiding van de kennis over Nederlands Oost-Indië in Nederland 150 |
Victoria (1819-1901), koningin van het Verenigd Koninkrijk; door haar lange bewind (1837-1901) kwam de negentiende eeuw bekend te staan als het Victoriaanse tijdperk, waarin onderdrukking van seksualiteit het hoofdkenmerk zou zijn geweest 222 |
Vliegen, W.H. (1862-1947), politicus en historicus; was van oorsprong typograaf, een van de twaalf oprichters van de sdap, parlementariër tussen 1909 en 1937, maar vooral bekend geworden als schrijver van de geschiedenis van de sociaal-democratische beweging: De dageraad der volksbevrijding (twee delen, 1902-1905) en Die onze kracht ontwaken deed (drie delen, 1924-1938) 127 |
Vollenhoven, C. van (1874-1933), jurist; vanaf 1901 hoogleraar te Leiden en groot deskundige op het terrein van het Indisch adatrecht, publiceerde daarnaast op het terein van het volkenrecht en de internationale rechtshandhaving 152 |
Vries, K.G. de (1943), politicus; opgeleid als jurist, kwam in 1973 in de Tweede Kamer waar hij zich vooral bezighield met buitenlands beleid en defensieaangelegenheden; werd in 1996 voorzitter van de ser en twee jaar later minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in 2000 verwisselde hij dat departement voor dat van Binnenlandse Zaken 12 |
Waal, A. de (1906-1981), politica; in 1952 voor de kvp lid van de Tweede Kamer en staatssecretaris van Onderwijs (1953-1957) 229 |
Weber, Max (1864-1920), Duits socioloog; grondlegger van de sociologie, schreef op bijna elk terrein van deze discipline een baanbrekende studie, is het meest bekend geworden met Die protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus (1905) 207, 240 |
Westerloo, G. van (1943), journalist; maakte vooral naam met zijn boek Ons soort
|
| |
| |
mensen. Portret van de ruggegraat van Nederland, dat oorspronkelijk in Vrij Nederland verscheen (1984); zijn verslag over een voettocht door Nederland, Voetreiziger, beleefde in twee jaar zes drukken 290 |
Wiegel, H. (1941), politicus; in 1967 in de Tweede Kamer gekozen voor de vvd, in 1971 fractievoorzitter met aanhoudende kritiek op ‘de rooien’ van Den Uyl, bereikte in 1977 snel een akkoord met Van Agt en trad als vice-premier toe tot het kabinet; verliet de actieve politiek in 1982 258-260, 268 |
Wilhelm ii (1859-1941), Duits keizer (1888-1918); dwong kanselier Bismarck in 1890 ontslag te nemen, vluchtte na de Eerste Wereldoorlog naar Nederland 164 |
Wilhelmina (1880-1962), koningin; werd in 1898 ingehuldigd als koningin, trouwde in 1901 met Hendrik van Mecklenburg-Schwerin en kreeg in 1909 een dochter, Juliana, week in 1940 uit naar Londen, keerde in 1945 als ‘moeder des vaderlands’ terug en trad in 1948 af ten gunste van haar dochter 149, 152, 158, 166, 187, 193, 203, 207, 212, 213, 244 |
Willem i (1772-1843), koning; landde na een nogal vergeefse zoektocht naar een te regeren land of gebied op uitnodiging van de Nederlandse elite in 1813 op het strand van Scheveningen en werd vervolgens de eerste koning van het nieuwe rijk dat sinds 1815 ook het huidige België omvatte, verloor dit laatste gebied in 1830, maar weigerde tot 1839 dit formeel te erkennen, trad in 1840 teleurgesteld af en huwde met Henriëtta d'Oultremont de Wégimont 14, 19, 21-24, 28, 37, 38, 43, 44, 47, 54, 59, 66, 75 |
Willem ii (1792-1849), koning; onstuimig militair, die ook een een sterke neiging had tot het voeren van een even grillige als riskante buitenlandse politiek, steunde de oppositie tegen zijn vader en volgde deze in 1840 op; gaf in 1848 opdracht tot het schrijven van een liberale grondwet 45, 48, 49, 53, 59, 69, 75 |
Willem iii (1817-1890), koning; sinds 1839 in een ongelukkig huwelijk verbonden met de begaafde Sophia van Württemberg; leefde in onmin met hun kinderen, trachtte aanvankelijk onder het koningschap uit te komen, maar kon in 1849 overgehaald worden de functie te vervullen, wat daarna leidde tot een periode die rijk gevuld was met politieke en persoonlijke problemen 69, 75, 78, 94, 149, 244 |
Wttewaall van Stoetwegen, C.W.I. (1901-1986), freule en politica; lid van de Tweede Kamer voor de chu en bleef dat zo lang (1945-1971) dat zij alleen daardoor al een vertrouwde verschijning in de politiek werd 213 |
Zeldenrust-Noordanus, M. (1928-1984), psychologe; directeur van het door haarzelf en haar echtgenoot opgerichte Instituut voor Psychologisch Marktonderzoek (1958-1983), maar verwierf vooral bekendheid als voorzitster (1962-1968) van de Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming 230 |
|
|