Verworpen vaderland
(1979)–René de Rooy– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
[pagina 9]
| |
De beste wijze om ervan te genezen en zich te ontdoen van het vaderland - de moeder aller kwalen - is niet, niet al hoor je het dan niet, Juan, zoals jij beweert, door het te verkopen of te verraden. Niets zou gemakkelijker zijn dan ergens op een schutting een bordje te plaatsen met de woorden: land te koop en dan rustig te wachten op imperialistische, kapitalistische of andere landhongerige elementen die er een appel of een ei voor zouden willen bieden. Maar ik verkoop het vaderland niet; niet voor een bord met linzen- of pindasoep en niet voor dertig zilverlingen; niet aan barbaren of Byzantijnen; niet aan Britten of buitenlanders; niet aan hindoes of mohammedanen; noch aan negers of Nederlanders; noch minder aan creolen die het toch nimmer zullen kunnen bezitten en bewerken. Ik zou het weg kunnen schenken aan Indianen of desnoods Indonesiërs, of nog liever, eigenlijk nog het liefst, aan kinderen wier ogen nog niet verduisterd werden door de eerste verziekelijking. Maar het verraden, het met dezelfde munt terugbetalen, zou ik nooit kunnen. Want het vaderland heeft míj verraden: het heeft mijn eerste liefde geroofd en gedood omdat deze te hoog en onaantastbaar was voor zijn bezoedeling. Het vaderland heeft mijzelf bedreigd en belasterd; het vaderland heeft mij tenslotte een dolkstoot in de rug toegebracht. Daarom moet ik mij nu verweren. Ik moet mij wreken op dit trouweloze, op dit perfide vaderland, dat een vaderland zonder erbarmen is gebleken. | |
[pagina 10]
| |
Ik zoek echter niet de zoetheid van de wraak, want mij kan deze slechts bitter smaken: bitter as wormwood, and as salt as pain. Maar ik wreek mij op het vaderland omdat ik besef dat het mij zal antwoorden met de dierlijke haat die het eigen is. Met een haat die mij elke pas tot een terugkeer zal afsnijden: onherroepelijk! Hier, aan de hoogste oever van Chapala,* verbrand ik mijn schepen en in de rosse gloed aan de hemel zie ik de schim van Hernán Cortés zich afwenden van de kusten van Yucatán: nunca volveré a ti.
-
Er zijn herinneringen die immer als een verborgen schade blijven voortbestaan: een letsel op het vlies van de ziel, een verhuld litteken, dat nimmer zal verdwijnen en waarmee een mens totterdood verder leeft. Er zijn herinneringen aan de groene jaren. Maar pril of pijnlijk, een mens mag er zich niet vertederd of verbitterd aan vastklampen of ze blindelings verstoten. Want elke herinnering is er een aan een mens of een oord en is een onmisbaar deel geworden van zijn bestaan, een etappe van zijn levensweg, onbewust de richting bepalend van zijn verdere schreden. Waar wij thans staan, for better or for worse, is door eigen keus en door het eigen hart beïnvloed. Zo blijven wij met onzichtbare banden verbonden aan een vervlogen uur, aan een ander mens, aan een plek op aarde. Vergeet echter niet, mijn vrienden, mijn kinderen, dat er veel plaatsen zijn onder de zon, veel uren onder de uren van een levensloop en veel mensen onder allen die ons pad moeten kruisen. Daarom is het dat ik spreken moet over herinneringen: | |
[pagina 11]
| |
van plaatsen, mensen en uren, en over de moeilijke taak om onderscheid te maken tussen de plaatsen die ons niet wezenlijk toebehoren maar slechts een bedrieglijke schijn vormen, en hun herinnering is een fata morgana, een spel van lucht en zon op het heetste uur van de dag. Toch zijn er ook - en goddank - andere herinneringen aan mens en oord en rijping, die men wil behouden en behoeden, die men met de mantel der liefde wil omhullen en koesteren om ze in uren van overpeinzing op de weegschaal te stellen, zodat het overwicht van het goede en schone als een zonwitte wetenschap na blijft gloeien. Kiezen wij daarom, uit de vele plekken op talloze plaatsen, de plek die ons toebehoort. Het is een plek die slechts te vinden is als men gevoelig is voor de warme, weldadige straling die ons zal doorstromen en die bloed en hartslag in evenwicht zal brengen en die in staat is elk knagend verlangen te bezweren. Het vaderland is niet de plek waar de navelstreng weggeworpen of begraven werd en opgevreten door de wormen. Het is niet het land zonder hart, zonder de warmte die nodig is voor een gelukkig en onbewolkt bestaan. De plek die ons geboren heeft werd gekozen door het loutere toeval al zagen onze ogen niet verder dan de grens van bosrand of zee. Wie is wie in Tibet of Tenochtitlán, Cuba of Curaçao, Zambesië of Suriname? Ik heb ontheemden gezien die verdwaasd ronddoolden door een dorp in een laag duinenland en ik zag ontheemden die hun zwaarte, hun hebi mee moesten torsen in de cirkel die zij niet konden verlaten. Wie is mijn vader, wie mijn broeder, wie is mijn kind? Zijn er niet ontelbare duizenden vaders die de aarde bevolken en zijn er niet miljoenen en miljoenen kinderen, lachend of schreiend, in de dageraad of de avondnevels van deze lauwe planeet? | |
[pagina 12]
| |
Daarom hoeft het niet mijn vader te zijn die Antoine heette, noch hoeft mijn zoon of dochter René of Louise te heten. Ben ik niet de zoon van een Bruning die in een zwoele nacht te Parijs langs een dorre deur tastte, en is mijn zoon niet Carlos Ontiveros die ik onlangs voor het eerst van mijn leven ontmoette? Zoeken wij waar wij ooit staan, want waar wij ons ooit kunnen bevinden leeft wellicht onze vader en bedelt ons kind om liefde. Zoeken wij dan de vriend die ons gezonden wordt en die ons toebehoort naar het hart. Peil, kinderen, de nog onbezonken herinnering niet, maar zoek! Er is een mens die je wacht en die je nodig heeft en die van hart tot hart met je zal communiceren. Ergens is een trouwe vriend. Ergens is een onbaatzuchtige vriendin. Ergens is een vaderland. Het is de plek waar je delft en waar het gedolven erts in het zonlicht schittert. Delf naar het hart van mens en oord. Sper je ogen wijd en tast naar de diepte van andere ogen, en laat je niet bedriegen. Laat je niet uiteindelijk bedriegen! Want wie uiteindelijk bedrogen wordt is gelijkgeschakeld aan de bedrieger en het bedrog. Ze zullen in je zijn doorgedrongen, hun woekering heeft je overmeesterd en je zult ingelijfd zijn bij de horde. Wil dit niet! Zoek dan het ware vaderland op aarde, je eigen onbetwistbare plek. Leef daar waar je hart warmer klopt en je bloed in het juiste ritme stuwt. En leef dan goed: leef schoon! |
|