Rethoricale wercken(1562)–Anthonis de Roovere– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Refereyn. HEbt Darius schadt in patrimonien Alexanders goedt van Macedonien Boetius troostinge, Matusalems outheyt Vroom als de vrouwen van Amazonien Ende doueruloedtheyt van Babilonien Vergilius abelheyt, Hercules stoutheyt Josephs graenderen, Machabeus boudtheyt Ende bouen Jason bemint bekent Nochtans verdrijfdy niet drooghaerts coudtheydt Sonder te latene quaet regiment Want niet laten is weluaerts desturbauche Al hadde een Nabugodonosors sauche Quaet regiment die maecktene mat Maer wildy hem voeghen ter temperance Sijn leuen stellende ter ordonnance Teere naer neere, raedt waer hem wat Versterffenisse coempt, ofte vinden schadt Oft rijck houwelijck, dat hielde hem ongheschent Nochtans weerdet drooghaerts niet en bladt Sonder te latene quaet regiment. Magherman, Commere, Rut en Roy Schoon tooch, Poure der weduwen toy [Folio 34v] [fol. 34v] De Ratten sanck metter Nachtegale Te woeckere loopen om wesen moy Lutsen, borghen ten hende schoy Quaet regiment cant altemale Drooghaert is vadere van desen ghetale Hoe langhe dat beydt, tcomt, wacht den hendt Ende om weeren en is Conincx hof noch sale Sonder te latene quaet regiment. Prinche merckt minste middel en meeste Elck in zijnen staet hoe excellent Sy en verdrijuen nemmermeer drooghaerts feeste Sonder te latene quaet regiment. Vorige Volgende