Uit het leven van Koning Gorilla
(1987)–S.E.W. Roorda van Eysinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
De voorgeschiedenis van het schotschriftIn het najaar van 1886 verscheen in Recht voor Allen, in vier afleveringen, het artikel Fijne Beschuit van S.E.W. Roorda van Eysinga. In de afleveringen II van 20 oktober en IV van 17 november beschreef hij onder andere de persoon van Willem III, met vermelding van een aantal anecdotes. De meesten waren in Zwitserland voorgevallen, waar Willem III vaak de zomer doorbracht. Roorda zelf woonde sedert 1872 aan het Meer van Genève en had het een en ander gehoord. Op 23 oktober werd in Recht voor Allen een reactie op Fijne Beschuit afl. II gepubliceerd: Heldendaden van een Doorrooker. De anonieme auteur voegde een aantal anecdotes aan Roorda's verhaal toe, die zich veelal afspeelden in het leger of aan het hof. Op deze twee publicaties werd later Uit het leven van Koning Gorilla gebaseerd. Uit berichten in Recht voor Allen blijkt dat het plan voor KG in januari 1887 moet zijn ontstaan. De gedachte was om bij de zeventigste verjaardag van koning Willem III (19 februari 1887) een levensbeschrijving van deze vorst in omloop te laten zijn die tegengif kon bieden aan de officiële huldeblijken. Vermoedelijk heeft de verwerping van het beroep in cassatie, door F. Domela Nieuwenhuis ingesteld tegen zijn veroordeling tot één jaar gevangenisstraf, hiertoe bijgedragen. Groot was de verontwaardiging bij de socialisten over deze veroordeling. De samensteller of samenstellers, die men waarschijnlijk in de kring van of rond de redactie van Recht voor Allen moet zoeken (zie hierna), hebben in grote haast gewerkt: een maand later, net na 's konings verjaardag, was KG verkrijgbaar. In RvA no. 7 (22 januari 1887) verscheen de aankondiging van de voorzieningen in de redactie, getroffen wegens de afwijzing (op 10 januari 1887) door de Hoge Raad van het beroep in cassatie ingesteld door F. Domela Nieuwenhuis. C. Croll zou de redactionele zaken behartigen. In hetzelfde RvA no. 7 de mededeling van redactiewege: ‘Gorilla. De levensbeschrijving van koning Gorilla, eerbiedig opgedragen aan onzen geëerbiedigden koning, bij gele- | |
[pagina 2]
| |
genheid van hoogstdeszelfs zeventigsten verjaardag, moet bij tienduizenden onder het volk worden verspreid. Dit betekende dat de lezers van Recht voor Allen geld konden storten bij het blad voor dit doel. In totaal werd er verantwoord (nos 8, 9, 11, 12, 14, 15, 18) fl 74, 80½; goed voor 2493 exemplaren à 3 cent. In RvA no. 12 (9 februari 1887) stond de advertentie: ‘Gorilla! Gorilla! Gorilla!/ Het Leven/ van/ KONING GORILLA!/ GAAT TER PERSE/ Het leven van Koning Gorilla!/ bevat niet alleen een uittreksel uit “Fijne be/schuiten”, maar is bewerkt uit tal van gegevens/ verstrekt, door personen die aan 't Hof van Gorilla/ hebben verkeerd. Deze advertentie ook in RvA no. 13 (12 februari 1887). In RvA no. 14 (16 februari 1887) verscheen de advertentie: ‘GORILLA/ LIGT TER PERSE,/ en bevat in 24 bladzijden druks, de/ levensbeschrijving/ VAN/ Koning Gorilla!/ met welgelijkend portret!!!/ Doet Uwe bestellingen. - De prijs is slechts:/ 3 Cents.’ Deze advertentie ook in RvA no. 15 (19 februari 1887). In RvA no. 16 (23 februari 1887) stond de advertentie: ‘ALOM VERKRIJGBAAR:/ GORILLA/ Dit werkje bevat in 24 bladzijden druks, de/ levensbeschrijving/ VAN/ Koning Gorilla!/ met welgelijkend portret!!!/ Doet Uwe bestellingen. - De prijs is slechts:/ 3 Cents.’ Deze advertentie ook in RvA no. 17 (26 februari 1887), no. 18 (2 maart 1887), no. 19 (5 maart 1887), en no. 21 (12 maart 1887). In RvA no. 24 (23 maart 1887) verscheen de advertentie: ‘Nog slechts enkele exemplaren verkrijgbaar van/ Het Leven/ VAN/ KONING GORILLA!/ Prijs slechts 3 Cents.’ Deze advertentie ook in RvA no. 25 (25 maart 1887). Daarna zijn er geen advertenties meer verschenen inzake dit pamflet.Ga naar voetnoot1 | |
[pagina 3]
| |
Het schotschrift en zijn auteurUit bovenstaande volgt ten eerste dat het oorspronkelijke pamflet KG tussen 19 en 23 februari 1887 is gepubliceerd, 24 bladzijden telde en voorzien was van een ‘portret’, en ten tweede dat het een haastwerk was van een of meer anonieme samenstellers. Van KG zijn verscheidene drukken bekend. Onderling vertonen ze enige tekstvariatie. Van drie hiervan, aangeduid als A, B en C, is de datum van verschijnen niet bekend, en deze zouden in aanmerking kunnen komen als het origineel. De bovenvermelde nadere omschrijving bestempelt echter A tot origineel, en B en C tot latere drukken waarvan verder niet vaststaat wanneer ze gepubliceerd zijn. Het is aannemelijk dat ze dateren van vóór de herziene druk van 1897. Immers, zonder deze varianten zou een herziene druk niet nodig zijn geweest. Als auteur van KG werd vroeger Roorda gezien. Dit geschiedde al kort na de publicatie, door de zogenaamde burgerlijke pers. Roorda heeft dit daarentegen onmiddellijk en fel bestreden: ‘Alvorens mijn gewone bijdrage voort te zetten wensch ik af te rekenen met de laffe Arnhemsche Courant, die, te oordelen naar het Overzicht der pers van de &ag in de valsche “Oprechte”, mij beschuldigt van “opruiende” geschriften. Zij spreekt van een onlangs verspreid “pamflet” en bedoelt zeker: Uit het leven van Koning Gorilla. Daarin komt niets anders van mijn hand voor, dan wat ik, met mijn naam onderteekend, schreef in Recht voor Allen en wat ik, zou ik tot verantwoording worden geroepen, zoude bewijzen met een wolk van getuigen. Maar men wacht zich wel naar die bewijzen te vragen, die te Clarens en Montreux ieder en daarbuiten menig Zwitser zoude kunnen leveren. Men vindt het beter te spreken van een “schandelijk schotschrift” (Zie het Handelsblad) en van opruiing, of het misleide volk om te koopen voor het plunderen en neersabelen van de Socialisten.’Ga naar voetnoot2 | |
[pagina 4]
| |
Men lette op de nadrukkelijke formulering. Roorda aanvaardde in deze reactie opnieuw de verantwoordelijkheid voor wat hij eerder in FB II en IV over Gorilla had geschreven - maar niet voor KG zelf of wat er in KG aan werk van andere auteurs was. Deze restrictie duidt erop dat anderen onder meer Roorda's werk gebruikten bij de samenstelling van KG. Wat bij hem kennelijk zwaar woog was dat de beweringen over gebeurtenissen die hij in FB had gedaan, feitelijk juist waren. Dit kon de overheid van een eventuele strafvervolging afschrikken. Roorda's scrupules lijken eerder ingegeven door de omstandigheden van het geval. Zoals ook in FB, deinste hij inzake inhoudelijke kwalificaties niet snel voor iets terug. Zo betitelde hij koningin Emma als een ‘verachtelijke hoer.’ Een lezer van het Groninger Weekblad vond dit (niet onvoorstelbaar) te ver gaan: Roorda herhaalde het alleen maar nog eens, voegde eraan toe een citaat dat ze de zweep verdiende, en nam niets terug.Ga naar voetnoot3 Een ander argument om Roorda niet als de auteur te zien, is de vermelding van de uitgever/drukker op de omslag. Deze vermelding, bedoeld door de uitgever/drukker om zich te vrijwaren voor strafvervolging, had geen zin indien de dader van het drukpersdelict strafrechtelijk niet vervolgbaar was, bv. omdat deze gevestigd was buiten het Rijk in Europa (d.w.z. buiten Nederland). Roorda woonde in Zwitserland. Verder heeft H. Boontjes er op gewezen dat de stijl van KG te rommelig is om van Roorda afkomstig te kunnen zijn. Hij vermoedt dat eerder een aantal mensen het in elkaar heeft geflanstGa naar voetnoot4. Bij vergelijking valt inderdaad op dat KG op een aantal plaatsen (zo mogelijk) veel sterker of grover van toon is dan FB en HD. Met deze argumenten tegen Roorda, en gelet op het tempo en de inhoud der advertenties in Recht voor Allen, ligt het voor de hand, de auteur (of auteurs) van KG te zoeken in de kring van of rond de redactie van Recht voor Allen. Deze auteur (of auteurs) heeft, op basis van | |
[pagina 5]
| |
FB II en IV en HD, een leven samengesteld, en dit aangevuld met nog wat anecdotes en een beschrijving van de dood van de vader van Koning Gorilla. Veel van wat in KG staat was reeds in grotere kring bekend. Waarschijnlijk zou het iemand anders niet veel moeite hebben gekost ook een dergelijk werk samen te stellen. In de negentiende eeuw was het verre van ongewoon om fel te hekelen en te polemiseren. In dit kader moet men FB, HD en KG plaatsen. Het effect van KG lag waarschijnlijk niet zozeer in de ‘onthullingen’ en de gefingeerde doodslag door Gorilla van zijn vader (eerder een literaire pastiche)Ga naar voetnoot5 maar in het feit van de publicatie zelf en de aanval op de gevestigde autoriteiten. | |
De ontvangst van het schotschriftKG was een populair pamflet, dat meermalen is herdrukt. Genoemd zijn reeds de edities B en C. Latere drukken zijn D en E uit respectievelijk 1897 en 1907. In de twintigste eeuw zijn daarop gevolgd F, G en H. Waarom is er geen strafvervolging ingesteld tegen de vermoedelijke auteurs of tegen de uitgever Liebers? Anders gezegd: was het formeel mogelijk om voor resp. FB, HD en KG te vervolgen; zo ja, waarom gebeurde dat dan niet? Wat betreft FB, Roorda woonde in Zwitserland en kon niet vervolgd worden. De strafrechtelijk verantwoordelijke was hier de redactie van Recht voor Allen, d.w.z. Domela Nieuwenhuis. Behalve voor FB had deze ook voor HD vervolgd kunnen worden indien de auteur hiervan zich niet alsnog zou hebben gemeld. Nu was Domela Nieuwenhuis al in een procedure wegens majesteitsschennis verwikkeld, dat vanwege de zwaarte der aanklacht veel opschudding veroorzaakte. Waarschijnlijk achtten de autoriteiten een tweede proces tegen hem wegens hetzelfde niet opportuun. Bovendien zou het een ondankbaar en gevaarlijk proces zijn geweest. Roorda beroemde zich erop getuigen te kunnen aandragen, en van bijvoorbeeld het incident in Montreux (KG 60) wist de regering dat het waar was. Hetzelfde geldt ten aanzien van HD. Een proces zou dergelijke beschrijvingen bekendheid geven buiten | |
[pagina 6]
| |
de kring der lezers van RvA. Bovendien zou in een procedure de waarheid ervan onderzocht moeten worden, wat tot bevestiging van anecdotes zou kunnen leiden. Bij KG ligt de zaak ingewikkelder. De auteur(s) was (waren) anoniem, maar de uitgever Liebers had vervolgd kunnen worden. Qua inhoud bood het schotschrift meer mogelijkheden. Buiten de herhaalde gestelde feitelijkheden van FB en HD bevat dit stuk in ieder geval een lasterlijke beschrijving van de doodslag op zijn vader, gepleegd door Gorilla. Waarschijnlijk heeft ook hier de overweging, dat een proces dat wat bewezen kon worden een ongewenste ‘echtheidsverklaring’ zou hebben gegeven, en dat het ongewenste publiciteit zou geven, de doorslag gegeven om niet tot vervolging over te gaan. |
|