‘Keith, Keith. Brul niet zo,’ riep hij naar de douchecellen. Maar Keith brulde altijd en vooral wanneer anderen er last van hadden.
Pennie stond achter een cel en loerde er omheen. Hij legde zijn vinger op zijn lippen dat ik stil moest zijn. Hij kwam behoedzaam te voorschijn met geluidloze danspassen en werd door Peter gegrepen die zich in een droge cel schuil had gehouden. Ze grauwden en grijnsden elkaar aan. Keiths glad schreeuwend hoofd en naakte schouders verrezen in een mist van kolkende damp boven de douchecel uit.
‘Laat me los,’ grauwde Pennie.
‘O Pennie! O Pennie!’ schreeuwde Peter.
Het was alsof Pennie zich overgaf, maar plotseling rukte hij zich los, snelde naar het eind van de tussengang, nam een dreigende houding aan en ontknoopte zich.
‘Maak niet zo'n lawaai,’ riep Wally. Hij schudde de druppels uit de zinken pijp, zette hem terug op zijn plaats en peuterde.
‘Bemoei je er niet mee,’ snauwde Pennie.
Wally draaide onrustig in zijn stoel. Keith hield een ogenblik zijn gemak, maar Peter schreeuwde verhit boven het hortende suizen van de douche.
‘Pennie!’
Hij zag Pennies bedoeling en rukte zich met één hand open.
‘Waow,’ brulde Keith.
Terwijl Pennie behendig van zijn tijdwinst gebruik maakte en waterend opdrong, bracht Wally zijn handen beschermend voor zijn gezicht.
‘Stop! Schei uit!’ gilde hij. ‘Help!’ In zijn angst dacht hij er niet aan om weg te rijden. Keith kwam spiernaakt en dampend als een gekookte vis uit zijn cel, wijzend en brullend.
‘Pennie, Pennie,’ schreeuwde Peter.
De beweeglijke stralen wonnen aan kracht en hoogte, ze blokkeerden de deur en trokken een abstract op de vloer.
‘Godverdomme,’ krijste Wally buiten zichzelf, maaiend met zijn armen. Plotseling herinnerde hij zich zijn wielen en reed hij naar de verste hoek. Daar kwam hij tot rust.
Langs het plastic gordijn waarin ik me gewikkeld had zag ik de neergaande bogen die aan de uitputting vooraf gingen. Toen ik naar buiten ging stond de kinderlijke Pennie tegenover de zoveel volwassener Peter wijdopen in stille verkrampte lach, terwijl Wally zijn buis