| |
| |
| |
Hoofdstuk XVI Vrijetijdsbesteding en sportbeoefening
De Nederlandse Antillen kunnen wij beschouwen als een land in ontwikkeling. Hiermee wordt bedoeld een land dat probeert andere landen in te halen die al een grote sprong voorwaarts hebben gedaan in industrie en handel, in onderwijs, wetenschap en techniek en die weten hoe de wetenschap en vooral hoe de technologie toe te passen om hun ontwikkeling verder uit te bouwen. De Nederlandse Antillen worden zoals elk ander land dat in ontwikkeling is, geconfronteerd met de problemen van de economische emancipatie, het vinden van een politieke stabiliteit en met de onderwijsexpansie. De vrijetijdsbesteding en de sportbeoefening zijn verweven met deze ontwikkelingen.
De vrijetijdsbesteding en de sportbeoefening spelen ook een grote rol bij het creëren van een nationale identiteit. De deelname van de verschillende Antilliaanse selecties aan de Olympische Spelen, de Pan-Amerikaanse Spelen, de Centraal-Amerikaanse en Caribische Spelen en andere internationale toernooien zijn hiervan een duidelijk bewijs. De sportbeoefening op de Nederlandse Antillen heeft mijns inziens het meest bijgedragen tot het bevorderen van de Nederlandse Antilliaanse identiteit.
De sportbeoefening en de mogelijkheden voor de vrijetijdsbesteding op de Nederlandse Antillen dragen eveneens bij aan de economische ontwikkeling, speciaal wanneer we deze ontwikkeling koppelen aan het toerisme.
Het is een bekend feit dat bijna elke sportbond van tijd tot tijd een of meerdere internationale evenementen heeft georganiseerd. Het allerlaatste zijn op Aruba de ‘Little League Baseball Kampioenschappen’ voor ‘Latino America’ geweest, waaraan zes landen deelnamen en het vieren van het 50-jarig bestaan van de voetbalvereniging SUBT op Curaçao met deelname van Argentinië en Haïti. De moderne toerist is niet tevreden met culturele en historische attracties alleen. Hij zoekt nog iets anders, hij zoekt natuur en activiteit.
De ‘Miss-verkiezingen’, die regelmatig werden georganiseerd en beschouwd kunnen worden als belangrijke vrijetijdsbesteding voor de jeugd, al gaat het in deze natuurlijk allereerst om het toerisme, dragen ook bij aan de ontwikkeling van de Nederlandse Antillen, zowel toeristisch, zoals ik al zei, als economisch. De ‘Miss Teen-Age Intercontinental’-verkiezing, onlangs op Aruba gehouden, bracht candidaten uit 24 verschillende landen
| |
| |
voor het voetlicht. Dit evenement werd direct via de Venezolaanse televisiestations uitgezonden uit Aruba.
Aangezien de termen sportbeoefening en vrijetijdsbesteding niet altijd duidelijk of op dezelfde wijze geïnterpreteerd worden, is het noodzakelijk hieromtrent enige opmerkingen te maken. Sport omvat een variëteit van mogelijkheden die allemaal hun eigen wetten, hun eigen karakteristiek, hun hoogtepunten, hun bevrediging en hun gevaren bezitten. Sport moet bekeken worden vanuit het standpunt van het aandeel dat zij levert aan de zelfontwikkeling van het individu. De waarde van een sport is hoofdzakelijk afhankelijk van de persoon die deze sport beoefent. Pierre de Coubertin schreef in 1912 o.a.: ‘That physical training and competitive sport not only develop the heath and strength of young people, but also exert a highly effective influence on their personality.’
In de statuten van de overkoepelende organen die de sportbeoefening op de Nederlandse Antillen vertegenwoordigen, verwijst men niet naar de sportbeoefening maar naar de lichamelijke opvoeding. Het N.A.O.C. (Nederlands Antilliaans Olympisch Comité) vermeldt in haart statuten, art. 2 lid a: Het krachtdadig bevorderen van de lichamelijke opvoeding van alle ingezetenen van de Nederlandse Antillen. In art. 2, lid a van de statuten van de A.S.U. (Aruba Sport Unie) staat: ‘Aansporing tot lichamelijke opvoeding, lichamelijke verzorging en medische sportkeuring’.
Mijns inziens mogen we sport beschouwen als een vrijwillige handeling of bezigheid, die binnen zekere vastgestelde grenzen van tijd en plaats wordt verricht, naar vrijwillig aanvaarde, doch volstrekt bindende regels, met als doel de totale vorming van de mens, waarbij de integratie van de persoon in de maatschappij een hoofdrol speelt
De vrije tijd is er voor eigen gebruik naar eigen vrije keuze gebaseerd op de eigen wensen. Hoe deze vrije tijd besteed wordt, is zoals al eerder in ander verband is betoogd, uiteraard afhankelijk van de betrokken mens zelf. Dit probleem staat in een vaste relatie met de groeiende hulpeloosheid van de mens, die niet weet wat hij met zijn vrije tijd moet doen. De vrijetijdsbesteding wordt gekenmerkt door vele factoren, o.a.:
1. | zij bevat een minimum aan onvrijwillige sociale en familieactiviteiten; |
2. | zij heeft te maken met de individuele vrijheidsgevoelens; |
3. | zij heeft culturele en sociale waarden; |
4. | zij heeft te maken met verschillende activiteiten die gerangschikt kunnen worden van niet-belangrijk naar belangrijk; |
5. | zij wordt dikwijls gerelateerd met activiteiten die gekenmerkt worden door het spel-element. |
| |
| |
De manier waarop de mens zijn vrije tijd besteedt beïnvloedt in grote mate het sociale en culturele niveau van de maatschappij. Bij de vrijetijdsbesteding wordt gebruik gemaakt van zowel bewegingssporten als van denksporten. Onderdelen van de vrijetijdsbesteding zijn o.a.: spelen van of luisteren naar muziek, lezen, toneelspelen, dansen, handvaardigheid beoefenen, vissen, wandelen, de bioscoop bezoeken, kijken naar de televisie en luisteren naar de radio, grammofoonplaten draaien, toeschouwer zijn bij wedstrijden, enz.
Op de Nederlandse Antillen zijn er bonden en verenigingen die zich hoofdzakelijk met de openbare sport en tevens met andere activiteiten die onder de vrijetijdsbesteding vallen belasten. Andere organisaties die zich bezighouden met de sport en vrijetijdsbesteding van hun leden worden door Vera Green gecategoriseerd als ‘national, ethnic and local association’ (Green, 1974).
Op de Nederlandse Antillen vallen de volgende activiteiten onder de sportbeoefening en vrijetijdsbesteding: voetbal, volleyball, baseball, basketball, softball, tafeltennis, lawntennis, gewichtheffen, judo, karate, fieldhockey, zwemmen, badminton, boksen, schieten, athletiek, wielrennen, schermen, yachting, zeilen, vissen, biljarten, schaken, bowling, domino, dammen, gokarting, paardrijden, carnavalsfeesten, viering van de koninginnedag, missverkiezingen en clubfeesten.
Het hoogste orgaan voor de sport bij ons is het Nederlands Antilliaans Olympisch Comité (N.A.O.C.), opgericht op 23 maart 1931. Het daadwerkelijk bevorderen van de sport wordt niet door dit comité verricht, zijn werkzaamheden blijven beperkt tot het bevorderen en beschermen van de Olympische beweging en van de amateursport conform de bepalingen van het Internationaal Olympisch Comité. Verder is de N.A.O.C. betrokken bij de deelneming aan spelen georganiseerd door dit comité zelf of overeenkomstig de regels gesteld of nog te stellen door bedoeld comité.
Naast de N.A.O.C. hebben de Antillen ook nationale bonden voor elke tak van sport waarvoor een internationale federatie bestaat. Enige voorbeelden zijn de N.A.V.U., de Nederlandse Antilliaanse Voetbal Unie, de N.A.V.O.B.O., de Nederlandse Antilliaanse Volleyball Bond, de N.A.B.E.F.A., de Nederlandse Antilliaanse Baseball Federatie. In deze bonden hebben zitting vertegenwoordigers van de eilandelijke bonden.
Zowel op Aruba als op Curaçao bestaat een overkoepelend orgaan voor de sport. Op Curaçao heet dit de Curaçaose Sport Federatie en op Aruba de Aruba Sport Unie. Deze organen ontvangen van de eilandgebieden subsidie voor het bevorderen van de sport en het bouwen van sportfaciliteiten.
| |
| |
Het is wel jammer dat deze subsidies niet toereikend zijn, speciaal wanneer het gaat over het betalen van gediplomeerde leiders en het bouwen van geschikte sportfaciliteiten.
De Curaçaose Sport Federatie (C.S.F.) ontvangt tussen de 50.000 en 100.000 gulden Antilliaans per jaar en de Aruba Sport Unie (A.S.U.) onlangs NAFls. 300.000. Voor een bevolking van 250.000 dus iets meer dan een gulden per jaar per persoon.
De C.S.F. beschikt zelf niet over noemenswaardige faciliteiten. De C.S.F. bestaat nog maar pas enige jaren. De A.S.U. die sinds 1941 bestaat, beschikt over twee verlichte stadions, een stadion zonder verlichting en een sportcentrum. Over het algemeen heeft de A.S.U. faciliteiten voor voetbal, baseball, softball, boksen, lawntennis, volleyball, gewichtheffen, judo en karate. Geen van de beide organen beschikt over eigen zwemfaciliteiten. Op Aruba worden in de stadions grote manifestaties gehouden. Op Curaçao zijn er twee verlichte voetbalstadions, een behoort aan de voetbalver-vereniging SUBT, de andere aan een stichting. Zowel op Aruba als op Curaçao wordt baseball beoefend in de stadions, welke eigenlijk een combinatie van voetbal- en baseballterreinen zijn.
Terwijl op Aruba vele bonden gebruik kunnen maken van de faciliteiten van de A.S.U. is dit op Curaçao niet mogelijk. Voor bepaalde sporten op Curaçao worden de speelplaatsen van de scholen gebruikt en faciliteiten van gezelligheidsverenigingen. Zowel het bestuur van de C.S.F. als dat van de A.S.U. bestaat uit leken, vrijwilligers, die naast hun dagelijkse werkzaamheden en de verzorging van hun gezin, iets willen doen voor de gemeenschap. Geen enkel bestuurslid wordt gehonoreerd. Dit geldt ook voor andere instanties die te maken hebben met de sportbeoefening en de vrijetijdsbesteding op alle eilanden van de Nederlandse Antillen.
De sport die het meest beoefend wordt op de Nederlandse Antillen is het voetbal. Er zijn meer voetbalvelden dan velden voor alle andere sporten samen. Deze dienen voor de training en ook voor het spelen van competitie-wedstrijden georganiseerd door de voetbalbonden en andere instanties, zoals de hotels, de onderwijzers, de ambtenaren, e.a. Er zijn aspirant- en junioren-afdelingen voor de jeugd. Gediplomeerde leiders ontbreken echter bij de voetbalsport evenals bij de andere sporten op de Nederlandse Antillen. Door de jaren heen zijn er wel trainers geweest, hoofdzakelijk voor de sporten voetbal, baseball en judo. Maar door gebrek aan planning en door het accent te veel te leggen op de prestaties van de nationale ploegen, kan over het algemeen gesteld worden dat de bonden gefaald hebben om door middel van buitenlandse trainers de sportbeoefening te bevorderen. Op Curaçao bestaat er nu een senti-prof afdeling voetbal. Antilliaanse elf- | |
| |
tallen hebben het soms erg ver gebracht. Men nam b.v. deel aan de Olympische Spelen van Helsinki. Er wordt steeds deelgenomen aan de voorronden van de wereldkampioenschappen en aan de Centraal-Amerikaanse Spelen.
Ofschoon de scholen niet over eigen voetbalvelden beschikken, wordt er toch veel gevoetbald, waarschijnlijk vanwege de grote belangstelling die voor deze sport na school bestaat. Voetbal heeft een grote ‘carry-over value’ voor de scholen en de vrijetijdsbesteding. Door vele organisaties worden onderling regelmatig vriendschappelijke wedstrijden georganiseerd. Volle stadions (met 4 à 6.000 mensen) komen regelmatig voor op de eilanden als er belangrijke wedstrijden zijn. Voor hen die niet in de stadions aanwezig kunnen zijn, worden de wedstrijden via de radio uitgezonden en zelfs op video-tape opgenomen. Regelmatig wordt er ook een beroep gedaan op de Antilliaanse voetbalscheidsrechters om wedstrijden te leiden in de omringende landen.
Een andere sport waardoor de Antillen bekendheid genieten is de baseballsport. Deze sport werd gedurende de tweede wereldoorlog door de Amerikaanse en Portoriceinse legers op de Nederlandse Antillen geïntroduceerd. De Venezolanen en Dominikanen (Santo Domingo) die op de Nederlandse Antillen kwamen werken, hebben ook hun steentje bijgedragen om de baseballsport hier te bevorderen. Grote delen van de jeugd en de bevolking zijn echte fans of fervente beoefenaars geworden van de baseballsport. Het luisteren naar de ‘Major League’-wedstrijden via de radio en er naar kijken via de Venezolaanse Televisie is iets wat regelmatig voorkomt.
Op Aruba heeft men zelfs al twee internationale ‘Little League Baseball’ kampioenschappen voor Latijns-Amerika georganiseerd. De laatste kampioenschappen hebben tegen de NAFls. 60.000 gekost. In een week tijd werden de wedstrijden bijgewoond door 25.000 mensen. De finale tussen Aruba en Santo Domingo trok ruim 8.000 toeschouwers. Omdat Aruba slechts 61.000 mensen telt, kan men hieruit wel de conclusie trekken dat aan deze sport vele uurtjes vrije tijd worden besteed. Aruba beschikt over een officieel ‘Little League Ballpark’.
Op St. Maarten wordt de baseballsport het meest beoefend. De dames zowel als de heren doen er verder aan de softballsport. Op de scholen wordt ook regelmatig softball gespeeld onder de gymlessen. Op internationaal gebied heeft softball zowel onder de dames als onder de heren veel aanhangers gevonden. Uitwisseling tussen Venezuela en Curaçao en Aruba vindt regelmatig plaats, Softball voldoet aan een grote behoefte naar recreatie. Net als bij voetbal wordt softball echt als een vrije activiteit beoefend. Op zaterdagmiddag en speciaal op zondagmorgen worden op vele voetbalvelden
| |
| |
softballwedstrijden gespeeld. Op Aruba en Curaçao zijn er ook speciale softballvelden die aangelegd werden in samenwerking met de handel en overkoepelende organen. Er worden op beide eilanden officieel softball-kampioenschappen gehouden voor dames en heren.
Een sport die de aandacht trekt van zowel de jongeren als van de ouderen is volleyball. Dit is waarschijnlijk te danken aan de mogelijkheden die het volleyspel biedt voor de ontspanning, er zijn nl. aanpassingsmogelijkheden voor alle leeftijden en voor beide sexen. Op vele scholen hangen volleynetten op de speelplaatsen waar de kinderen onder de pauze spelen. Op internationaal gebied heeft de nationale volleyballploeg deelgenomen aan de Centraal-Amerikaanse Spelen en de CONCACAV Spelen. Het is een van de sporten die naast een heren- en een damesafdeling ook nog een jeugdafdeling heeft.
Het ontbreken van goede banen op de Nederlandse Antillen belemmert de technische en tactische vooruitgang van deze sport.
Het gewichtheffen dat onder zeer slechte omstandigheden beoefend moet worden, heeft de Antillen de hoogste internationale eer gebracht. Op het gebied van gewichtheffen hebben wij sinds wij voor het eerst deelnamen aan de Pan-Amerikaanse Spelen in 1955, waar wij verschillende medailles wisten te veroveren, goede prestaties geleverd op alle andere internationale toernooien, inclusief de Olympische, Pan-Amerikaanse en Centraal-Amerikaanse Spelen. Dat de beoefening van het gewichtheffen achteruit is gegaan is te wijten aan de slechte trainingsfaciliteiten. Een onderdeel van het gewichtheffen, nl. ‘bodybuilding’ wordt ook onder de jeugd beoefend.
Judo geniet vooral onder de jeugd grote belangstelling. Het is een van de best geregelde sporten op de Nederlandse Antillen. Zowel op Aruba als op Curaçao zijn er vele verenigingen met bevoegde en/of ervaren trainers. Op internationaal gebied heeft de Antillen ook in deze sport weer presaties geleverd. Gedurende de laatste gehouden Centraal-Amerikaanse Spelen werd er een gouden medaille behaald.
Een van de nieuwste takken van sport die er momenteel ingang heeft gevonden is karate. De Aruba Karate Federatie alleen al telt over de 300 leden. De belangstelling ervoor op Curaçao is ook enorm groot.
Als men weet dat er op de Antillen meer dan duizend personen basketball spelen in competitie-verband, ondanks het feit dat er op de gehele Antillen niet één fatsoenlijke basketball-baan is, is dit zeker toe te juichen. Zowel de Arubaanse als de Curaçaose Basketball Bonden organiseren kampioenschappen voor dames, heren en junioren. Bij het voortgezet onderwijs wordt basketball zowel door de meisjes als door de jongens veel beoefend. Aangezien om top-basketball te kunnen spelen een overdekte baan een
| |
| |
‘must’ is, is het ontbreken ervan een van de klemmendste redenen waarom de basketballsport geen hogere prestaties heeft bereikt. De resultaten van wedstrijden tegen Amerikaanse en Venezolaanse ploegen zijn hiervan een duidelijk bewijs. De publieke belangstelling voor basketball is groot. Nu worden basketballwedstrijden ook via de radio uitgezonden.
Het badmintonspel heeft eveneens zijn intrede gedaan op de Nederlandse Antillen. Op Aruba en Curaçao zijn hiervoor bonden opgericht die regelmatig kampioenschappen organiseren.
Tafeltennis is zowel op Aruba als op Curaçao en Bonaire een belangrijke bezigheid geworden. Naast de velen die aangesloten zijn bij verenigingen zijn er nog een groot aantal mensen die slechts voor de recreatie spelen.
Arubaanse en Curaçaose ploegen hebben het klaargespeeld om deel te nemen aan toernooien die gehouden werden in China en Zuid-Afrika.
Lawntennis, vroeger een elite-sport voor de Antillianen, is nu een sport die door de doorsnee Antilliaan beoefend kan worden. Het aanleggen van tennisvelden bij de lokale hotels heeft mede gezorgd voor de bloei van deze sport. Bij de Lago en de Shell werd jarenlang tennis gespeeld. Nu zijn er buiten de terreinen van deze twee maatschappijen ook enige velden die aan verenigingen behoren, b.v. de Eagle Club op Aruba en de R.C.C. en C.S.C. op Curaçao. De internationale tennis-toernooien georganiseerd door de Marlboro sigaretten-importeur hebben de Antilliaanse spelers de gelegenheid gegeven om topspelers in actie te zien. Waren er meer tennisbanen dan zou de tennissport zeer zeker nog meer beoefend worden. Een toeristische attractie is deze sport zeer zeker.
Op boksgebied heeft de Nederlandse Antillen pugilisten van wereldformaat afgeleverd. Beroepsboksen was op de Antillen de activiteit die de meeste toeschouwers trok. De naam van de Antilliaanse bokser Sugar Boy Nando betekent veel voor de boksliefhebbers. Wereldkampioenen zoals Joe Louis, Jersey Joe Walcot, Sandy Saddler en Casius Clay (Muhammad Ali) zijn allemaal opgetreden in de Antilliaanse boksringen. Amateur-boksen is nog steeds een trekpleister en wordt op Aruba, Bonaire, Curaçao en de Bovenwinden nog steeds beoefend. Goede trainers en permanente faciliteiten ontbreken echter.
Men mag gerust zeggen dat meer dan 50 % van de Antilliaanse bevolking niet kan zwemmen, ondanks de mooie stranden die er zijn. Op Curaçao is een openbaar zwembad. Op de andere eilanden, inclusief Aruba, zijn die er niet. Het ontbreken van voldoende gediplomeerde zweminstructeurs en het gebrek aan geschikte zweminstructiebaden zijn de redenen waarom de meeste Antillianen de zwemkunst niet beheersen. De gehele Antilliaanse bevolking is trots op Enid Brigitha, die wereldberoemd is geworden van- | |
| |
wege haar prestaties bij het zwemmen, een bewijs dat met goede begeleiding ook andere Antillianen de top zouden kunnen bereiken. Ofschoon de zwemkunst ontbreekt, bezoekt de bevolking gelukkig toch regelmatig de stranden. Op sommige feestdagen zijn de stranden enorm vol. De vele verdrinkings-gevallen die er plaatsvinden, zijn meestal te wijten aan het niet kunnen zwemmen.
De vader van alle sporten, de athletiek, vroeger te San Nicolas op Aruba vaak een groot evenement, is nu met uitzondering van nog enige actieve clubs op Aruba, helemaal uitgestorven. Slechts op dit eiland kan men bewijzen dat de athletiek ondanks het alweer ontbreken van de nodige faciliteiten beoefend kan worden met nog redelijke resultaten.
Wielrennen, ook eens een topsport op de Antillen, is wegens het ontbreken van een wielerbaan en het gevaarlijke verkeer op de wegen helemaal aan het uitsterven.
Wat het vissen betreft, zijn er op de Antillen verschillende Yachtclubs. Deep-sea fishing en trolling is voor velen, zelfs met hun kleine vissersboten, een belangrijke bezigheid. Speervissen en SCUBA diving, vroeger enorm veel beoefend, zijn wegens het gebrek aan vis door deze groepen zelf weggejaagd of geschoten, aan het teruglopen. Op bepaalde tijden van het jaar, b.v. als de ‘masbango's’ binnen komen, vindt men de kusten vol met amateur vissers.
Bowling is de laatste jaren met grote sprongen vooruitgegaan. De allermodernste ‘bowling alleys’ zijn op de Antillen te vinden.
Van de denksporten is het dominospel verreweg de populairste. Een gezellige partij domino komt regelmatig voor gedurende de weekends. Het uitschrijven en verspelen van officiële kampioenschappen is nu een traditie geworden. In vele hoeken van vele bars en gezelligheidsverenigingen kan men dagelijks de ‘professionele’ dominospelers bezig zien. Hier gaat het veelal meer om de knikkers dan om het spel.
Naast de sportbonden die de sport en de vrijetijdsbesteding bevorderen, bestaat er op de Antillen ook de Katholieke Jeugd Centrale, opgericht 25 juni 1934. Deze centrale had de volgende afdelingen: de Katholieke Padvindsters, de Jonge Wacht, De Koningskinderen, De Katholieke Jeugd Vereniging, de Filomena Club, Jeugdbond ‘La Salle’, de Katholieke Sportcentrale Curaçao, Huize St. Jozef, St. Vincentius Gesticht Scherpenheuvel, Imelda Hof, Jongensstad Brakkeput en Hobbyclubs met clubgebouwen.
Jeugdwerk moeten we beschouwen als een manier om de vrije tijd nuttig te gebruiken. De Katholieke Jeugd Centrale heeft door de jaren heen de jeugd van de Nederlandse Antillen weten op te vangen in zijn vrije tijd. Bekende sportverenigingen die nu op de Antillen bestaan, behoren of be- | |
| |
hoorden tot de K.J.C. Voetbalclubs als Scherpenheuvel, Sithoc, Estrella en volleyballclubs als Brazil, Don Bosco, Rapid en Sithoc hebben allemaal hun ontstaan te danken aan de religieuzen op de Antillen. Dat veel van de werkzaamheden van het K.J.C. niet meer uitgevoerd worden, komt vanwege de repatriëring van de religieuzen en door gebrek aan lokale leiders.
De laatste jaren is het buurthuiswerk in opkomst en worden er met financiële hulp uit Nederland buurtcentra gebouwd. Op Aruba is er slechts één, op Curaçao zijn er al een stuk of zes. Deze buurtcentra vangen zowel de jeugd als de volwassenen in hun vrije tijd op met sociaalvormende activiteiten. Bijscholing, sport en dansavonden zijn de belangrijkste evenementen. Buurtcentra worden druk bezocht en voldoen aan de grote behoefte aan een nuttige vrijetijdsbesteding en aan vorming.
Het speeltuinenwerk is zeer slecht ontwikkeld op de Nederlandse Antillen. Openbare speeltuinen bestaan er niet. Dit is jammer, want de bijdrage die speeltuinen zouden kunnen leveren aan het verstevigen van het gezinsverband i.v.m. de gezamenlijke vrijetijdsbesteding van ouders en kinderen komt niet tot zijn recht.
Goede ‘outdoor’ en ‘indoor’ faciliteiten ontbreken over het algemeen. Wat ‘outdoor’ faciliteiten betreft, zijn er wel voetbalvelden, die echter ook gebruikt moeten worden voor softball en baseball. In de namiddag laat het gemis zich minder voelen. Maar 's avonds wordt de vrijetijdsbesteding van de Antilliaanse bevolking wat de sport betreft erg gehandicapt door het gebrek aan faciliteiten. Met slechts vier verlichte voetbal/baseball/softball-velden bevordert men slechts de passieve recreatie. ‘Indoor’ faciliteiten ontbreken helemaal, met uitzondering van enige gymzalen en speelplaatsen van sommige scholen. Resumerend kan men de conclusie trekken dat de drukste tijd voor de sport en vrijetijdsbesteding ligt tussen 16.00 en 19.00 uur 's avonds.
Carnavalsviering. - De grote jaarlijkse carnavalsoptochten eisen veel voorbereiding. Hieraan worden heel wat uren besteed door de deelnemers. Deze uren kunnen we beschouwen als nuttig bestede vrije uurtjes. Tevens brengen deze optochten bijna de gehele bevolking op de been.
Schoolsport en vrijetijdsbesteding. - Pedagogisch verantwoorde schoolsport bestaat bijna niet op de Nederlandse Antillen. De faciliteiten en het beschikbaar materiaal ontbreken. Ofschoon er interscolaire en interinsulaire schoolsport-ontmoetingen worden georganiseerd, zijn dit meestal bliksemtoernooien en dienen ze slechts als propaganda en vlagvertoon van de sportbureaus die te vinden zijn op Aruba en Curaçao. Sportbureaus met politiek benoemde ambtenaren die beschouwd worden als deskundigen op sportgebied zonder hiervoor ooit de minste opleiding te hebben genoten.
| |
| |
Wat de vrijetijdsbesteding van de jeugd in schoolverband betreft is de mening van Mulock Houwer nog steeds geldig. Hij schreef in 1953: ‘Teleurstellend is de bemoeiing van de onderwijzers met de vrije jeugdbeweging en de jeugdzorg buiten schoolverband’. Drs. Römer schreef i.v.m. de gezinsstructuur het volgende: ‘Dat het kind als baby en kleuter veel aandacht krijgt, doch dat dit naarmate het ouder worden steeds meer afneemt. Men ziet dan ook zelden, dat ouders met kinderen van 5 à 6 jaar spelen. Tegen de tijd dat het kind 10 à 12 jaar is, wordt het meestal geheel aan zijn lot overgelaten. Er wordt dan nog wel met kind gespeeld, maar men leert het kind niet zelf spelen’. Gezien de pedagogische opleiding van de leerkrachten, hun dagelijks contact met het kind en hun kennis van de problemen van het Antilliaanse gezin zou men eigenlijk verwachten dat zij zich zouden inspannen om in hun vrije tijd iets te doen voor het Antilliaanse kind.
Bioscoop en televisie. - De bioscoop neemt nog steeds een belangrijke plaats in de vrijetijdsbesteding van de jeugd in. De televisie, erg genoeg, een nog grotere plaats. Wanneer de bekende ‘novelas’ op de televisie moeten verschijnen, is er in de meeste Antilliaanse huizen een periode van aandachtig kijken. Belangrijke afspraken worden soms uitgesteld omdat men bepaalde gedeelten van de ‘novelas’ beslist niet wil missen.
Schoolvakantie. - De jeugd moet zich amuseren in het eigen land en derhalve in hetzelfde milieu als waarin zij doorlopend verkeert. Aangezien er bijna niets gedaan wordt voor de jeugd in de schoolvakantie is de zo gewenste afwisseling in de vrijetijdsbezigheden, zonder hulp van buiten af, slechts voor weinigen weggelegd.
Over het algemeen mag men concluderen dat ondanks een gebrek aan de nodige faciliteiten voor de sport en de vrijetijdsbesteding en het ontbreken van de nodige leiding de gemiddelde Antilliaan zich toch niet ernstig verveelt. Zijn vrije tijd besteedt hij dan aan het bezoeken van vrienden, en/ of om in de tuin te lopen met een korte broek en al of niet met een blote rug. Dit laatste geeft de Antilliaan een gevoel van thuis te zijn.
‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ impliceert dat een geestelijk en lichamelijk gezonde jeugd grote waarborgen inhoudt voor een gezonde samenleving in de komende tijden. Het is dan ook duidelijk, dat elke overheid die zich verantwoordelijk weet, niet alleen voor het huidige algemeen welzijn dient op te komen, doch mede voor die gemeenschap die uit de tegenwoordige zal voortkomen.
‘Ledigheid is des duivels oorkussen’.
Lloyd Fitzroy van Putten
| |
| |
| |
Literatuur
Green, Vera |
: |
Migrants in Aruba, Van Gorcom & Comp. B.V., Assen, 1974, the Netherlands. |
Mulock Houwer, D.Q.R. |
: |
Kinderbescherming in de Nederlandse Antillen, 1953. |
Römer, R.A. |
: |
‘Korsow’ Van Dorp, 1974, Curaçao/Aruba, Nederlandse Antillen. |
Seunens, L. |
: |
‘Sport in the Modern World’ - ‘Chances and Problems’, ISBN. - 3 - 540-06607-1 - Springer - Verlag - Berlin-Heidelberg-New York. |
De Katholieke Jeugd op de Nederlandse Antillen, Willemstad, Curaçao, Nederlandse Antillen. |
Olympism -1972, International Olympic Committee. |
Rapport van de ‘Commissie voor de Jeugdzorg’ ingesteld bij landsbesluit van de 2de september 1952, No. 37. |
Statuten van Het Nederlands Antilliaans Olympisch Comité, Willemstad, Curaçao, Nederlandse Antillen. |
Statuten van de Aruba Sport Unie, Oranjestad, Aruba, Nederlandse Antillen. |
Statuten van Het Nederlands Antilliaans Olympisch Comité, Willemstad, Curaçao, Nederlandse Antillen. |
|
|