gronden. Wij gelooven het intuïtief, en wij voelen dat dit geloof aan ons leven een zin en een beteekenis geeft, die het anders niet zou hebben. Wij zijn ons bewust, dat ons leven in dienst staat van dit geloof, dat het de stralende kracht is, welke met haar gloed de sfeer van het geestelijk leven doortrekt, de kracht, die ons denken en ons doen bevrucht. Hoe meer wij van dit geloof doordrongen zijn, des te beter voelen wij ons in staat, om voor onze overtuiging te werken, te strijden, en zoo het moet te lijden, des te sterker doordringen ons innerlijke vreugde, warmte en kracht. Wij bevinden ons in zulke oogenblikken in dien ‘staat des geloofs’, waarvan William James zeide, dat hij gevormd wordt ‘uit het vertrouwen in groote dingen, het gevoel dat de wereld voor hen gereed is en dat het mogelijke oneindig grooter is dan het bestaande’.
De eenige zekerheid omtrent het socialisme, die wij kunnen hebben, zoo wij ons niet wijsmaken, dat de maatschappelijke ontwikkelingswetten tot op den grond open liggen voor ons geestelijk oog, - zij is het geloof aan den opwaartschen gang der menschheid, aan de zegepraal van een innerlijke kracht, een innerlijke drang naar volkomenheid, die haar omhoog stuwt door de tijden, ondanks alle uiterlijke belemmeringen der materie en ook ondanks alle lagere, troebele driften, alle dierlijke en demonische krachten in haar zelve. Wij weten, dat elke stap van dien gang naar omhoog in sommige opzichten belemmerd, in andere opzichten bevorderd wordt door wat wij ‘de omstandigheden’ noemen, - faktoren buiten ons zelven van verschillenden aard. Wij weten dat de konkrete doeleinden, die de innerlijke drang, de wil naar omhoog zich stelt, tot op zekere hoogte voorgeschreven en dat die wil ook in de keuze der middelen, waarmee hij streeft zijn doeleinden te bereiken, niet vrij is maar gebonden aan traditie, omgeving, produktiewijze enz. Het socialisme is voor ons ‘het-doel-van-nu’; het hoogste konkrete doel dat de eeuwige drang-naar-omhoog in de menschheid zich nu kan stellen, het hoogst bereikbare doel in dit stadium der menschelijke evolutie. Het socialisme is voor ons het kort begrip, de samenvatting van juist zooveel rechtvaardigheid, broederlijkheid en liefde in alle menschelijke verhoudingen, als wij ons in het huidige stadium der maatschappelijke evolutie kunnen voorstellen. Het is voor ons het hoogste doel, maar daarom nog geenszins het hoogste of eind-doel der menschheid; zulk een doel bestaat niet, immers het streven naar meer volkomenheid, meer liefde, meer harmonie tusschen mensch en omgeving is eeuwig, evengoed als het streven naar dieper kennis der natuur en meer beheersching van haar krachten. Daarom is het socialisme voor ons ook geen toekomst-paradijs, geen ‘Heilstaat’,