Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 246] [p. 246] V ‘Een drang, één kracht door alles henen stuurt... Waarheen, waarheen?’ ‘Naar volmaking. - In den wilden strijd, waar het hart van gruwt, en in de milde ontslaking. Een drang naar hooger en edeler, naar het rijker-gelede leven: toekomstharmonieën beven boven afgronden van doodsgevaar, tusschen steenmassa's van donkergrauw leed diamanten vreugden flonkren. Wees gerust, broeders: kracht werkt die alles weet en kan, in het diepe, donkre.’ ‘Zeg mij haar naam’... ‘Gij, kind, hoe kunnen wij haar benoemen? Alle zangen van sterren en bloemen, alle fluistringen waar de wind mee streelt het gras en de boomen, alle denkingen, waardoor de geest uitstijgt boven kinderdroomen en van blinde wanen geneest, - zij beelden allen te samen den eersten letter niet van dien Naam, dien Naam der Namen, waarin alle wezens verzamen, waardoor elk geschieden geschiedt.’ Vorige Volgende