Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen

[p. 26]

VIII

Er is iets ontwaakt
in de bundels krachten,
die door d' eeuwen volbrachten
mechanisch hun taak.
O niets van 't gevoel,
niets van de gedachte:
blinde stroomen
doorbruisen 't heelal.
Tusschen d' eeuwige energieën,
overgaand in elkander,
van af d' aanvang der tijden
tot hun kracht is verbruikt,
wordt een nieuwe wakker,
ontwaakt met een stoot
ergens op d' onafzienbare akker
Begeerte, levens morgenrood.