Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] LI Het kreunen wordt weer sterker over d' aarde en het krijgt een nog smartelijker toon, - de zielen zijn 't die kreunen, om den hoon hun aangedaan kreunen ze, omdat hun waarde wordt aangetast en hun wezen ontkend. Zij kreune' omdat zij worden fijngemalen door 't rad-zonder-gena, dat rent en rent in 't ronde en laat hen geen adem meer halen. In een gruwelijk stelsel zonder hart zitten wij levenden allen gevangen - maar niet aller lot maakt het even zwart. Over de armen, de misdeelde schaar sluiten zijn wreede grijpers zich als tangen: zij zijn het, die kreunen in doodsgevaar. Vorige Volgende