Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] XXVI De arm van onze meesters reikte àl verder, hun hiel drukte àl meerdre zwakken ter neer. 't Verre werd opgenomen in de sfeer van hunne macht; overal ging de ster der blijheid onder; er was slechts duisternis en de gesmoorde klacht der ongetelden.... Ja ook nog het gebaar der enkle helden die wisten, dat vrijheid het hoogste is.... Er werd geleden en er werd geweend in al die goudgroen-fonklende waranden bevrucht door den kus van een vuurge zon; de rijke pracht van 't heilige gesteent kruimelde in den greep van schennende handen; 't leven vervreemdde van zijn oude bron. Vorige Volgende