Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 119] [p. 119] Hoe het oordeelen naar den schijn der dingen ons hart telkens teleurstelt en bedriegt. Want zoolang we ons een beeld van 't wezen maken naar de verschijningen - doende als wie door 't onsamenhangend opgevangen woord voorgeeft tot een vast weten te geraken - en we uit daden en and're onzek're zaken die uit elk hart stijgen naar 't zichtbare oord, besluiten over 't groote vuur, dat voortbrandt diep verborgen en niet te genaken, - zoolang zullen we telkens met smart leeren dat ons hart weer verschalkt werd, en aan dingen toeschreef wat schijn was, en hun gansch ontbrak: waar we rots waanden zal een bron opspringen en als we knielend bogen over meeren tot drinken, was het klare water brak. Vorige Volgende