Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Over het ongeloof der menschen aan de liefde die geestelijk is. Het zachte aanschijn van mijn verzen stelt oogen gerust op hen gericht vol strijd: menschen wantrouwen dezen toon altijd om dwalingen waarin zij zijn gekneld. Hun hart leeft met alles wat voorbijsnelt en als een onder hen bevend belijdt ‘niet hieraan heb ik het mijne gewijd’ dan worden ze ongeloovig of ontsteld. En al het licht ebt uit hun oogen weg, hun monden spotten met het woord van dezen dat een gedachte hem ontroert waaraan al zijne zinnen vreemd zijn: maar ik zeg dat diepste ontroering voor den mensch kan wezen zoodanig een gedachte te verstaan. Vorige Volgende