[Voorwoord]
Bij de voltooiing van mijn arbeid breng ik in de eerste plaats hartelijk dank aan Mejuffrouw P. Langhout, die mij met ijver en inzicht behulpzaam was bij het bijeenbrengen en rangschikken van het materiaal. Verder betuig ik mijn warme erkentelijkheid aan mijn vrienden Anton Pannekoek en Augusta de Wit, die beide alle proeven doorlazen. De opmerkingen van den eerste wat den inhoud, die van de tweede wat den vorm van mijn werk betreft, zijn mij van zeer veel nut geweest bij het vaststellen van de definitieve redactie.
Tengevolge van de onmogelijkheid van de revolutionairen der verschillende landen om met elkaar te verkeeren of elkaar te schrijven, en van het uitvoerverbod van revolutionaire bladen, door de meeste regeeringen uitgevaardigd, is het materiaal, waarover ik beschikte voor het relaas der massa-aktie gedurende den wereldoorlog, helaas zeer onvolledig. Bij een volgenden druk, zoo deze noodig wordt, hoop ik deze leemten te kunnen aanvullen. Pas bij herstel van het vrije postverkeer tusschen de verschillende landen zullen ook de bestaande plannen tot een russische en een anglo-amerikaansche uitgave van dit werk verwezenlijkt kunnen worden; een zweedsche is reeds in voorbereiding.
Laren, Februari 1918.