Wat mij betreft, heb ik deze verworpen omdat ik meende dat zij onverenigbaar waren met de definitie van de Hindoe-staat. Met vreugde heb ik dan ook eindelijk het Engelse besluit vernomen om aan India een onafhankelijk statuut te geven. Ik wil Engeland hier daarvoor danken.
Zolang nog scheen een conflict tussen ons, die India bevolken, onvermijdelijk. De 104de hongerstaking, die ik in verband daarmee gehouden heb, had slechts tot doel, de vrede aan de Indiërs terug te brengen. Deze vrede is nog wankel, doch ik wanhoop niet. Vóór alles wil ik de apostel blijven van de geweldloosheid, want ik denk dat binnenkort alléén deze idee zal kunnen overwinnen, en dat de volkeren eindelijk zullen begrijpen dat niet altijd het geweld beslist. Ik weet niet wat de toekomst nog voor me verborgen houdt, en ik hoef het ook niet te weten. God alleen kan deze vraag beantwoorden. Maar bovenal wil ik, in alle nederigheid en volgens de ondervinding van mijn 79 jaren, volharden in de gedachte, dat geweldloosheid de enige gedragslijn is die gerespecteerd worden moet’.