Opwaartsche wegen(1907)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Land-arbeider. Gij die gebogen ever d' aard, haar geuren insnuift, en meedraagt door uw stoplig haar, u zoent de zon op 't lijf, windbeten kleuren uw vel, wolkentranen dringen tot waar uw wezen wortelt. Door heel 't ronde jaar leeit ge aan d' ingang van diep natuur-gebeuren als aan diep woud: uit haar geluiden beuren uw zinnen veel gemijmer, wijsheid-zwaar. Maar nog omhullen wolligtrage dampen uw brein, zooals boven drassigen grond de nevels staan in troebelwitte meeren. O hef het hoofd op! over d' aardsche kampen strijkt reinigend een sterke en ruime wind: hij blaast de nevels voor zich uit als veeren. [pagina 10] [p. 10] Amerika, die leunt over het water dreigend de trotsche meesters van Euroop, onze oogen gaan vol dagende hoop naar uw schoon ver gelaat, o jonge Mater dat tusschen zeedamp schittert als een doop- kind tusschen sluiers. Hoor 't gromt in den krater van haar diep oog; en door haar flanken gaat er onstuimige adem in zwoegenden loop. Aan oude kusten wachten we op die tijding van u: ‘mijn millioenen proletaren staan op’. - Hun schreeuw dreunt in de luchten na. O dat schiet als een ster over de baren hel in ons hart! Neem weer, als eens, de leiding en maak ons vrij, Amerika. [pagina 11] [p. 11] Wie kent de liefste, eer zij te samen leden; Wie weet uw binnenst hart, proletariaat, dan die uw polse' omklemt wanneer gij gaat door de vallei-der-smart, van elk gemeden? Omvergeworpen door den golf van haat, machtloos gebeukt, met lamgeslagen leden, wanend te sterven, zien, daar diep beneden zich zien, dat edel, bleek, ontzind gelaat - samen met haar de jammerzee te drinken, één oogenblik alles voelen wegzinken, voelen of men niet langer leven kon - dan, rijzend, een zwemmer gelijk, den hemel weervinden, diep-fonklend van stergewemel, aan 't hart de liefste, die 't eerst nu gansch won. Vorige Volgende