Opwaartsche wegen(1907)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Haven-arbeider. Gij die duikt uit het donkre ruim der schepen tot het donker gewelf der blinde nacht of tot den middag, als de zonneschacht goudflitsend glijdt langs blauwe waterstrepen, - in heldre wereld schoudert gij uw vracht, en daalt weer: op en neer, langs smalle reepen; schatten der aarde voert ge door uw grepen, en wint niets, dan wat brood tot nieuwe kracht. Soms stijgt een golf van toorn u naar den kop: om vrijheid stort ge als een dolle stier voorover, waar de scherpe punte' u treffen. Dan ligt ge machteloos, een kreunend dier. - O veelgekwelde broeder zie toch op: leer kalme kracht, die ge behoeft, beseffen. Vorige Volgende