De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 143] [p. 143] VII De groote stilgeworden wijzen hebben niet in dien toon geleefd; koel als een bosch, stil als paleizen was de sfeer die hun stem omgeeft. Een ster zond door den wrong der takken stralen, een zoele wind stond op in 't zuid en zulk een hand sloeg aan de teedre schalen en maakte hun ziel vol geluid. Laat zoo geheimzinnig het zoet gebeuren mij geworden in mijmerij; als ik beweeg is het of spiegels scheuren; en het schoone beeld breekt in mij. Stil moet ik en eenzaam verbeiden, den stroom der wereld langs mij heen zien gaan dan komt geluk, gelijk in verre tijden glijdt het mij tegen als een zwaan. [pagina 144] [p. 144] Maar in uw volten voel ik niet 't bewegen van binnenst leve' als een moeder haar vrucht; ik luister of de liefste teekens zwegen en merk alleen mijn eigen zucht. Vorige Volgende