De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] VII Maar streven wij naar stoffelijk vertalen waar blijft de weidsche onbeperkte baan? Op een eng veld dat nauwe grenze' ompalen vindt elk geringe ruimte en klein bestaan. Alle dingen raken elkaar hier aan, de voet mist afstanden om in te dwalen en geduchte schokken van ginds herhalen zich als het lichte slingren van een kaan. Het leven schept genoopt zich eigen maten, 't is hier verdwergd als een kruidsoort in kloven en weet niet meer, anders te zijn geweest. Weg is de grootheid die we in waan bezaten zoodra we ons deel dragen van 't menschelijk sloven; Holland ge biedt geen ruimte als aan den geest. Vorige Volgende