De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] V Takken die 'k gisteren zoo wild zag trekken om los te komen van hun oorsprong, dragen hun dos nu stil recht-uit; het gras, het lage waarin ik wind lange zuchten zag wekken, staat stil recht-op; en waar ik hemel-plekken nu grauw, dan blauw, tegen elkaar zag jagen troont effen 't lichtgedrenkte grijs der dagen waarin geen feil, geen rimp'ling valt t' ontdekken. Gij vraagt: hoe kan dit worden, kan dit zijn, een menschen-wereld vol harmonisch willen, en wijst haar, verwrongen van strijd en pijn; maar als de wind die zelfzucht opjaagt valt zal de menschheid in rechte vrije stille lijnen verschijnen: haar ware gestalt. Vorige Volgende