De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] IV Landwaarts streek d'avond neer op groene reepen vol vogels veldgediert en grazend vee; boomen omwuifden z' en een oude steê dook onder dichtere kruinen begrepen. Fijn zeeg het licht, alsof het werd geslepen, op zilvergrijze en parelmoeren zee en van die boog, als van een heuvel, gleê de vloot weerom van zwart-gevlerkte schepen. Ik zag ze tot mij dale' in avond-licht en worden groot, tot ze mijn oogen vulden met rouw, maar deze die een droom omhulde bleven voor hunne diepe duiding dicht.... uit àlle werelden, hoe schoon en gulden naadren soms boden met een droef bericht. Vorige Volgende