De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] IV Wat leven we zeldene keeren tijden dat de klaaglijke heerschingen aflaten en de ziel als een man aan een verlaten zee, schouwt verloren in 't eindeloos wijde! Dikwijls gaat ze, en komt veilig voorbij de grenzen van de donk're beneden-staten en bereikt de hooglanden waar het late licht nog boven de toppen toeft die scheiden de aarde van het oneindig gebied. Maar daar ze wil beginne' aan 't laatste stijgen weifelt z'en buigt over wat ze verliet: de volle zeekre dalen zijn zoo eigen, en zonder opzien vlucht z' en komt met hijgen waar men die lichte zoomen niet meer ziet. Vorige Volgende