Meiliederen en propaganda-verzen
(1915)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekendProletariërs Meizang.Drang naar lichtere uren,
onrust om de worstling, die wast;
de schrijning van onrechts kwetsuren,
de zwaarte van zorgenlast,
het smarten der nederlagen:
al de heftige wee'n van den tijd
vullen onze nachten en dagen
en het stormt in ons altijd.
Maar vandaag wordt stil al dat wilde:
wij hebben dien dag gesteld
om vol te zijn van het milde
nieuw geluk dat ons leven ontwelt.
Broederschap, broederschap: proletaren,
hoort de heilige klank om u heen;
driften en smarten bedaren,
aller kracht stroomt door elkeen.
Bergen en zeeën die scheiden,
vervreemding van zeden en taal
hebben wij, millioenen verspreiden,
verwonnen met eenemaal,
| |
[pagina 8]
| |
hebben elkaar gevonden
en gegrepen in d'eene leus
die nu stijgt uit tallooze monden
als de stem van een jongen reus.
Maar een klacht breekt weder en weder
droef door het klaarmachtig geluid -
‘Zij schote' onze broeders neder’.
‘Zij hongre' onze makkers uit’.Ga naar voetnoot*)
Stil, mannen... uw dappere handen...
Houdt uw dapper hart hede' in bedwang:
wij willen gelukkiger landen
ontsluiten met onzen zang.
Als een vogel, des nachts, om den luister
van den nieuwen dag zich verblijdt,
zoo breekt ons blij lied door het duister:
het voelt den komenden tijd.
Zacht streelt een wind onze wangen
die openwuift al wat bestaat:
weer groeit het oneindig verlangen...
uw lente daagt, proletariaat.
Voelt vandaag dan uw harten niet schrijnen,
niet den druk die uw denken beknelt,
voelt niet de brandende pijnen
van de makkers, verslage' en geveld;
broederschap, broederschap: proletaren,
voelt de glorie van uw geslacht,
ziet de schoonheid die uit onze scharen
de zon en de Mei tegenlacht.
(1902).
|
|