| |
| |
| |
Vrouwenvergadering - In het midden Alexandra Kollontai.
| |
| |
| |
De arbeid der vrouwen bij den opbouw van den Sovjet-staat H. Ankersmit
10 jaar van arbeid liggen thans ook achter haar, 10 jaar van socialistische opbouw, 10 jaar van zelfopvoeding.
Het deel der vrouwen aan de revolutie weerspiegelt haar loop, en zeker is het een ontroerend en lichtend deel.
De vrouwen namen actief deel aan de verovering der macht. De Vrouwendag Maart 1917 werd de eerste stormaanloop. De Russische arbeidster heeft op de barricade gestaan; zij streed aan het front. Ook later vindt men haar in 't Roode Leger.
De overwinning is behaald. Heldhaftig was de houding ook der Russische vrouwen.
Nu begint de opbouw.
Den vrouwen worden alle rechten verzekerd. Volkomen wettelijke gelijkheid met den man en daar achter: volkomen bescherming en hulp van de Sovjet-staat en al zijn organen.
Maar daarvóór: eeuwen-oude tradities van onderworpenheid en slaafschheid en onmondigheid der vrouw; daarvóór onkunde en analphabetisme.
Een moedige schare communistische vrouwen trekt uit tot de arbeidsters - tot de huisvrouwen - tot de boerinnen - tot de gesluierde vrouwen van het Oosten, over gansch het onmetelijke rijk.
De opvoeding, de opbouw begint.
De vrouwen worden bereikt. Een net van centrums wordt opgebouwd in de bedrijven, onder de huisvrouwen, in het dorp, onder de Oostersche vrouwen: milieu dat de vrouw lokt, waar kameraadschap en vertrouwen haar tegemoet treedt, warmte haar omgeeft; waaraan zij zich zelf straks op zullen kunnen trekken tot medebouwers van de nieuwe maatschappij.
In de bedrijven zijn de vrouwen het makkelijkst te bereiken. De arbeidsters hebben veel, hebben alles mede gemaakt. Ze staan in 't volle nieuwe leven. Ze hebben medezeggingschap in de bedrijfsvergadering. Toch blijkt haar aparte scholing noodig, willen ze in de talrijke fabriekscommissies haar plaats kunnen innemen. Er zijn politiek geschoolde, communistische arbeidsters onder haar. Die vereenigen haar in geregelde vergaderingen, die bespreken met haar wat zij, als vrouwen, ook apart noodig hebben in het bedrijf: de crêche, de kliniek, de consultatiebureaux, de eetzaal, ook voor de oudere kinderen; baden waschhuizen, maar ook ‘De Vrouwenhoek’, in de algemeene leeszaal. Velen van haar kunnen lezen noch schrijven. | |
| |
De Vrouwenhoek wordt het brandpunt van ontwikkeling voor de arbeidsters. Hier vindt zij voorlichting in gesprek en het voorgelezen woord, het arbeidstersblad; hier volgt zij een cursus in lezen en schrijven; hier maakt ze de eerste politieke cursus mee; aanknoopend aan haar werk in het bedrijf, aan wat ze in den strijd meemaakte, wordt zij ingeleid in 't economische en politieke leven, zelf deelnemend aan de discussie. In talrijke andere cursussen tot ontwikkeling kan zij zich scholen; wordt ingeleid in de beteekenis der vakorganisatie en coöperatie, hygiëne, kinderzorg, moederbescherming. Er zijn cursussen in naaien en knippen, maar ook cursus in teekenen; er zijn comediestukjes, die opgevoerd worden, vragen uit het dagelijksch leven, rechtspraken waar 't oude en 't nieuwe leven tegenover elkander worden geplaatst en waarin speelsters en toeschouwsters allen partij zijn en deelnemen. En de club zorgt, dat de vrouwen rustig deel kunnen nemen aan het clubleven: goed verzorgd zijn haar kleintjes in de crêche en andere instellingen. Want dit is het nieuwe: De vrouwen kunnen nu daadwerkelijk zelf oprichten de instellingen, die ze noodig hebben. Zelf kunnen ze het initiatief nemen en het bedrijf, de Sovjetorganen, de coöperatie, de vakorganisatie, stelt haar in staat tot uitvoering.
Maar de arbeidster kan nu ook opgedragen worden de controle op de arbeidsbescherming, ze kan de leermeesteres worden van de jongere arbeidster.
De Sovjet-staat waarborgt de gelijkheid van loon voor de vrouw; maar wat geeft die gelijkheid, als de arbeid van de vrouw overwegend ongeschoolde arbeid is? Toch geeft dit alles in de Sovjetstaat, want nu ondervinden de arbeidsters, die nu streven naar de geschooldheid der vrouwenarbeid, alle steun en hulp van den Staat, om de ongelijkheid in scholing op te heffen: Steeds grooter wordt de plaats, die aan het meisje wordt ingeruimd in de bedrijfsschool; de vakschool, de arbeiders-technische school; steeds meer vakscholen voor meisjes worden opgericht, voor zoover de middelen der Sovjet-organen het maar veroorloven.
Maar ook de oudere arbeidsters krijgen nu gelegenheid om beter en meer te produceeren. Wat in de kapitalistische staat alleen maar door opzicht over 't werk der arbeidsters verkregen wordt, wordt nu doelbewust door scholing en ontwikkeling der vrouwen gebracht. Dit alles verheft het heele peil der arbeidsters. We lezen van arbeidsters, die directeur worden of technisch leider. Dat zijn de uitzonderingen, zooals onder de mannen, maar talrijk worden de vrouwen die voor-vrouwen (bazinnen) worden en de arbeid van allen stijgt.
| |
| |
Maar ook de gewone arbeidsters nemen, door de algemeene bedrijfsvergaderingen en de vrouwenvergadering levendig deel aan het leven van het bedrijf. De gedelegeerden in de bedrijfsraden en in de verschillende fabriekscommissies moeten verslag en verantwoording afleggen aan de leden, krijgen opdrachten mede. Zoo kunnen allen actief aandeel nemen aan het leven van het bedrijf.
Maar ook in de vakorganisatie gaat de arbeidster nu mee spreken, krijgt haar stem ook dáár gezag: wordt haar grooter plaats ingeruimd in de besturen en verantwoordelijke functies.
Dat alles verheft de arbeidster. De kortere arbeidstijd en de meer vrije tijd die ze heeft, door de vele instellingen, die haar werk thuis verlichten, maken dat ze veel sterker deel gaat nemen aan 't openbaar leven ook buiten 't bedrijf; de Vrouwenhoek schoolde haar hiervoor.
Zoo groeit een nieuw geslacht arbeidsters op, met nieuwe psychologie, vrije, zelfbewuste vrouwen, die mede leven ieder stuk van het openbare en politieke leven, die actief deelnemen aan de opbouw van de Sovjet-staat.
Ook de huisvrouwen worden door de communistische-pioniersters in vergadering bijeengebracht; ook zij worden vandaar uit gebracht naar het centrum, ‘De Vrouwenhoek’ in de algemeene leeszalen, waar kameraadschap en vertrouwen haar tegemoet treden; waar warmte en rust haar omgeeft; waar ze haar kind verzorgd weet, en zij zelf ontwikkeling en ontspanning vindt; waar al de ontwikkelingsmogelijkheden haar worden geboden, die we hier boven noemden voor de Vrouwenhoek der arbeidsters, alleen nog meer uitgaande van, meer aanpassend aan haar eigen leven van huisvrouw en moeder: de zorg voor de kinderen, de consultatiebureaux, de kliniek, het ziekenhuis, de kinderspeelplaatsen, de eetzaal, de bad- en waschhuizen, de woningvoorziening; waar ze de groote waarde leert beseffen van de coöperatie en waar ook zij zich ten slotte kan optrekken tot deelneming aan de opbouw van dit alles, tot deelname aan het openbare leven.
De Sovjet-staat is nog niet in staat volledig die inrichtingen te verschaffen, die de huisvrouw zullen bevrijden van haar onrationeel werk thuis; maar de Sovjet-staat betrekt zijn leden, óók de vrouwen, in de opbouw; met behulp van de Sovjetorganen, de vakorganisaties, de coöperaties, bouwt de arbeidende bevolking in Rusland zelf de nieuwe gemeenschap op; het zijn hún crêches, hún ziekenhuizen, hún eethuizen, hún bad- en waschhuizen, hún coöperatieve woningen, die door hún initiatief opgericht worden, aan wier inrichting zij zelf wer- | |
| |
ken, waarover zij de controle hebben, zooals ook de coöperatie hun coöperatie is, waarvan de besturen en de gedelegeerden van de verschillende afdeelingscommissies gekozen worden door de algemeene ledenvergaderingen, aan wie ze verantwoording schuldig zijn en van wie ze opdrachten ontvangen. Het zijn hun eigen scheppingen, evenals de Sovjets de zelfbestuursorganen zijn van de arbeidersklasse.
En de huisvrouwen, gegaan door den Vrouwenhoek, gaan deelnemen aan die opbouw, dragen mee de verantwoording, hebben een of ander deel dat speciaal aan haar zorg en verantwoording is toevertrouwd; spreken mee in de talrijke comité's, in de ledenvergadering der coöperaties, en de besturen en controlecommissies, kortom gaan actief deel nemen aan het maatschappelijk leven en de opbouw.
En dan komen ze samen in haar vrouwenvergadering in de wijk of het district, kiezen daar haar gedelegeerden naar de Stadsvrouwenvergadering, geven haar gedelegeerden opdrachten mee, en verlangen verslag en verantwoording straks van haar aan de ledenvergadering.
En als bij de arbeidsters in de bedrijven en de huisvrouwen van de stad, komen de pioniersters tot de boerinnen in het dorp. Geen dorp in het wijde Rusland meer, met zijn millioenen boerenbevolking, waar geen vrouwenvergadering gevormd is, waar geen centrum, geen ‘Vrouwenhoek’ bestaat. Vaak met naaien spinkamers beginnend, voorlezend het ..Boerinnenblad’, dat haar spreekt over haar eigen werk in het boerenbedrijf, in haar tuin, over haar kinderen. Al gauw volgt de Vrouwenhoek in de algemeene leeszaal, en evenals de arbeidsters en de huisvrouwen, vinden de boerinnen hier kameraadschap en vertrouwen, een veilige haven, leeren ze lezen en schrijven: krijgen ze de eersten cursus voor haar eigen boerenbedrijf, volgen ze den cursus voor land- en tuinverzorging, hebben ze naai- en knipcursussen, leeren ze de waarde der coöperatie; ze voeren tooneelstukjes op uit het leven, hebben de kino en andere ontspanning; en evenals de arbeidsters en de huisvrouwen in de stad kunnen zij zich in de Vrouwenhoek optrekken tot deelname aan het openbare leven van het dorp.
In het dorp heeft de dorpsarmoe veel te lijden van de groote boeren. ‘Comité's van Wederkeerige Hulp’ zijn daartegen opgericht, waar zij, die hulp noodig hebben, ze ontvangen. Al spoedig merkten de vrouwen, dat, als er vrouwen in de comité's zitten, haar nooden als huisvrouw en moeder beter begrepen worden en meer getracht wordt ze op te heffen. Die Comité's in de dorpen richten met behulp der Sovjet-organen landbouw- | |
| |
en gebruikscoöperaties op; met behulp der coöperaties richten zij weer crêches op, kinderspeellokalen; met behulp van de organisaties van Gezondheidswezen consultatiebureaux en ziekenhuizen; zij vereenigen de economisch zwakke boerinnen tot gemeeschappelijk bedrijf, spinnerij, tuinbouw, zooals in de steden de werklooze vrouwen vereenigd worden tot gemeenschappelijk bedrijf; ze bebouwen gezamenlijk stukken land, en gebruiken de opbrengst voor fondsen voor moederhulp enz. En de vrouwen in de comité's nemen vaak het initiatief voor dat alles. Ook hebben de Comité's groote interesse voor het onderricht der kinderen.
En de boerinnen gaan deelnemen aan het maatschappelijk leven van het dorp; naaien linnengoed voor het ziekenhuis, richten een crêche in; en het gebeurt, dat de arbeidsters uit de steden komen om haar te helpen (hare kameraden in het bedrijf doen dan haar werk zoolang voor haar) en ze brengen de geschoolde kracht mee voor de crêche, in afwachting dat het dorp haar eigen krachten er voor laat opleiden.
De boerinnen worden lid van de coöperatie, bezoeken de ledenvergaderingen, nemen deel aan het coöperatie leven, maar ook aan de algemeene vergadering van het dorp, aan de Sovjetverkiezingen en boerinnen nemen met succes plaats in de dorps-sovjet. De boerinnen in het dorp vereenigen zich tot een vrouwenvergadering, die haar gedelegeerden met opdracht zendt naar de districts-, de gouvernements-vrouwengedelegeerden vergadering en verlangend zien zij uit naar de vergadering, waarop de gedelegeerde verslag en verantwoording zal geven aan de leden.
En bij de gesluierde vrouw uit het Oosten, zonder eenig gegroeid recht?
Vaak moest men beginnen met een aanknoopingspunt te zoeken bij de mannen. Een net van vroedvrouwen-stations werd er gesponnen, die met de ambulance-ziekenwagens uitgangspunt worden van aanknooping. Vaak reizen de pioniersters dagen ver in onherbergzame streek, om de vrouw te spreken, die ze deel kunnen maken van de kern, die men gaat vormen voor het toekomstige centrum.
De ‘Club’ wordt in het Oosten het middelpunt van de ontwikkelingsarbeid onder de vrouwen. In de club treden de pioniersters de Oostersche vrouwen tegemoet als kameraad, leven gansch met haar. In de club gebeurt alles. In de club leeren de vrouwen lezen en schrijven; daar maken ze kennis met de vrouwenbladen: de club is haar politieke lagere school; daar ontvangen ze opvoedingscursussen, maar ook vroedvrou- | |
| |
wencursus wordt er gegeven; daar is hun koortje en hun dansclub en ook hun tooneelclub (in het Oosten vervulden mannen de vrouwenrollen op het tooneel); daar hooren ze lezingen over hygiëne, geslachtsziekten en kinderziekten; maar daar is ook het consultatiebureau zelf en de polikliniek; ook het bemiddelingsbureau voor juridische hulp; daar zijn ook verkoopplaatsen der coöperatie; daar zijn de naai- en kniplessen, de teekenlessen, maar ook de cursus voor onderwijzeres en telefoniste. Daar vormt zich de correspondente, de gedelegeerde, maar daar leeren ook de andere vrouwen deelnemen aan 't openbaar leven; vrouwen, die straks mede gaan inrichten de crêche, actief lid worden van de coöperatie, naar de fabriek gaan, tuinen aanleggen van moerbeiboomen voor de zijdeteelt. ‘De Club’ is het brandpunt van het nieuwe leven. Ook hier is de vrouwenvergadering, waar de leden uren ver komen gereden en geloopen om er actief deel aan te nemen, om haar gedelegeerden opdrachten mee te geven naar de districts- of gouvernements-vergadering; en weer komen ze uren ver gereden en geloopen, om te luisteren naar het verslag van de gedelegeerde aan de leden.
En al die gedelegeerden van de arbeidsters uit de bedrijven, van de huisvrouwen uit de steden, van de boerinnen uit het dorp, van de vrouwen uit het Oosten, wisten de pioniersters samen te vereenigen, districts- gouvernements gewijs en ten slotte - het gansche rijk omspannend - in die wonderbaarlijke grootsche gedelegeerden vergaderingen voor partijlooze sympathiseerende vrouwen.
Hier brengen de gedelegeerden de ervaring en opdrachten van de tallooze vrouwenvergaderingen; hier worden in dagenlange discussies de nieuwe lijnen van actie getrokken en de honderdduizenden vrouwen der bedrijven, der steden, der dorpen en van 't Oosten zien verlangend het verslag tegemoet.
De besten van haar worden in de Sovjet-instituten en besturen geschoold, om dan daarna weer terug te gaan naar haar district en hare ervaring te deelen met allen.
En het resultaat? Wij zullen enkele cijfers geven, cijfers die echter reeds lang achterhaald zijn door hoogere (deze cijfers zijn voornamelijk genomen uit het verslag van Artjuchina op de 4de Int. bespreking van de Ekki over den arbeid onder de vrouwen: Mei 1926).
In 1926 zijn er 679.000 vrouwen werkzaam in de industrie, d.i. 28,4 %.
Hiervan zijn 16 % geschoolden, 38,9 % half geschoolden en 42,6 % ongeschoold. In 't laatste jaar 1925-'26 zijn de ge- | |
| |
schoolde arbeidsters met 2.5 % gestegen, de half geschoolden met 1,7 %.
In de technische volksschool 1925, 25,3 %; 1926, 53,2 %.
Vrouwelijke leerlingen in de bedrijfsscholen: 1924, 19,6 %; 1925, 22,2 %; 1926, 35,9 %.
Vrouwelijke leden der vakvereeniging: 1926, 2.217.200 = 25,3 %; 1927 30 %.
In de Bedrijfscommissies: b.v. in de Commissie voor Arbeidsbescherming 20,4 %; werkplaats-gedelegeerden 21 %.
Arbeidsters in de coöperatie: 1924, 23,7 %: 1926 25,2 %.
In 't Bestuur: 1924, 3,2 %; 1925, 6,6 %.
In de stedelijke Sovjets vormen de arbeidsters in 1920, 5,8 %; begin 1926, 19,5 %. (Dit getal is reeds overschreden).
Boerinnen: |
bijzitsters volksgerecht |
1925, |
18,6 %. |
|
in de coöperatie |
1925, |
9,3 %. |
|
in bestuur |
|
1,7 %. |
|
in revisie-commissies |
|
5,6 %. |
Boerinnen in de dorps-sovjets 1922, 1 %; begin 1927, 10,5 %, waaronder 300 presidenten.
Clubs in 't Oosten 1925-26: 61 clubs met 150.000 leden; 160 Vrouwenhoeken met 4000 leden: 1925, 32.873 gedelegeerden. Vrouwen in coöperatie 16,6 %; in 't bestuur 4½ %: in revisiecommissies 5½%
1925 Bijzitster Volksgerecht 12,9 %.
In 1926 zijn er 500.000 gedelegeerden, hiervan
321.000 |
boerinnen, |
99.000 |
arbeidsters, |
34.000 |
beambten, |
40.000 |
huisvrouwen. |
Vrouwelijke arbeiders correspondenten in 1925, 6 %, 1926, 9 %. Vrouwenpers. Centrale bladen:
De Kommuniste, oplaag |
25.000. |
De Arbeidster oplaag |
78.000. |
De Boerin oplaag |
45.000. |
De Landarbeidster oplaag |
26.000. |
Locaal: Moscou Gouvernement:
‘De Gedelegeerde’, |
45.000. |
Alle bladen hebben talrijke correspondenten, van het land en uit het bedrijf.
Welk een stuk cultuur spreekt uit deze cijfers als men ze ziet worden!
De communistische vrouwen, de pioniersters, die uittrokken, vaak dagen reizend om de eerste aanknoopingspunten te vinden, vrouwen persoonlijk bewerkend om een eerste kern te
| |
| |
Demonstratie van Oostersche Vrouwen te Samarkand.
| |
| |
vormen, straks een milieu scheppend, waaraan de vrouwen zich zullen kunnen optrekken voor de taak die haar wacht: haar medewerking aan den opbouw van den Sovjetstaat.
En de honderdduizenden vrouwen zelf, die kwamen. die zich optrokken tot haar taak.
‘300.000 boerinnen, 2000 arbeidsters liepen in 1925 den volledigen cursus af voor lezen en schrijven’, zegt een verslag.
300.000 boerinnen, die met haar stijve, ongeoefende vingers trouwhartig leeren letters trekken, de woorden aanwijzen, ze spellend, om mee te kunnen werken, straks aan den opbouw der nieuwe samenleving!
‘Er is maar een stoot noodig, om de verborgen energie en kracht door kundige leiding rijpe vruchten te doen dragen’, zegt een ander bericht.
‘De vrouwen organiseeren en controleeren coöperaties’, schrijft een derde. ‘Zij loopen warm voor rationeele organisatie van den landbouw; zij bouwen warme stallen voor het vee, leggen groentetuinen aan; zij organiseeren crêches.’
‘De boeren weigerden een Comité van Wederkeerige Hulp te vormen. Toen hebben de boerinnen het initiatief genomen. Zij huurden een korenmolen, en met de opbrengst van haar arbeid legden zij den finantieelen grondslag van het Comité’.
‘De maatschappij roept ons, wij willen alles weten wat in de wereld voorvalt.’
‘De leergierigheid der meisjes is eenvoudig niet te stillen’, zegt een verslag uit het Oosten.
Vóór ons liggen 10-tallen brieven door boerinnen, door arbeidsters zelf geschreven. Zij leggen ieder voor zich ontroerend getuigenis af van haar deelname aan 't openbare leven, maar ook van de voor haar zelf verrassende blijdschap, die over haar komt.
‘....Ik kan niet alles vertellen, maar ik moet U toch zeggen, dat het goed leven is voor de Vrouw in den Sovjetstaat; men wordt door niemand gekweld, men heeft niemand te vreezen, men gaat moedig en zeker voorwaarts, vervult met levens wil......’.
‘....Ik was een hulpelooze vrouw, maar nu werk ik in een Bemiddelings-Commissie; ik nam deel aan een analphabetencursus en voel, dat ik nu zoowel mij zelf, als mijn kameraden kan verdedigen....’.
‘....Wat ik in de gedelegeerden vergadering hoor, vertel ik alles weer aan de arbeidsters, die mij gekozen hebben. Ik had daar het bevel uit haar naam te spreken en ik leerde spreken.’ ‘....Wij komen elk jaar ter Conferentie samen en bespreken de vragen van de gemeenschap. Wij waren vroeger onwetende | |
| |
en achterlijke boerinnen, heden nemen wij deel aan den opbouw van den Sovjetstaat, wij voelen ons een klein, maar onmisbaar schroefje van de reuzen-machine van de Sovjetrepubliek....’.
Een Vrouwenconferentie uit het Oosten, schreef op den Vrouwendag:
‘....Wij zijn niet meer slavinnen, maar burgeressen en nemen deel aan het kleine opbouwwerk......’.
Een andere Conferentie:
‘....Op dit congres, vatten we de resultaten van onzen arbeid samen, en bepalen onzen verderen arbeid van den socialistischen opbouw, voor de zege van de wereld-revolutie’.
Stralende, blijde zelfbewustheid, gaat uit van haar feesten, waar nieuwe stroomen vrouwen in het werk worden betrokken; waar nieuwe instellingen worden geopend, die de vrouw bevrijden van haar huiselijk werk en haar brengen in het openbare leven; nieuwe plaatsen nemen de vrouwen in in het arbeidsproces; nieuwe instellingen worden geopend, die de geschooldheid van de vrouwenarbeid bevorderen, die haar wettelijke gelijkstelling tot werkelijke gelijkstelling maken. Wat zullen wij dan spreken, dat het alles toch nog maar het eerste begin is? Dat tegenover het leger van nieuwe vrouwen nog steeds een nog grooter leger staat van in traditie vastgeklonkenen: dat de opbouw primitief is en gansch onvoldoende, door gebrek aan middelen en krachten.
Het eerste begin is er; er wordt opgebouwd; eenvoudig, ja, maar zelf, met de hand, met het hoofd, met het hart, met de verantwoording.
Het werk rijst, het rijst! Met reuzenschreden gaat het voorwaarts, want het gansche milieu, de gansche staat werkt mee in dezelfde richting.
De vrouwen bouwen, naast de mannen en de jeugd, zelf de socialistische gemeenschap op; en doende, bouwen zij zich zelf op tot de nieuwe vrouw, de nieuwe gemeenschapsmensch. Een nieuwe psyche straalt reeds uit haar wezen: zelfbewuste, vrije, blije vrouwen, die de kern van het leven vatten en het bewust leiden.
‘Het levend socialisme wordt door de volksmassa's zelf geschapen’, zeide Lenin.
Hetzelfde geldt voor de emancipatie der vrouwen.
Wat de burgervrouwen met háár maatschappij niet vermogen te volbrengen, volbrengen de Russische vrouwen met háár samenleving.
Is dat geen prachtig stuk cultuur?
‘Gezegend haar gelukzalig hoofd.’
|
|