In de webbe der tijden(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Belijdenis Gedacht voor samenzang Anders in veel trachten, streve'; in 't diepste eensgezind; laat de woorde' in tastend beven, brekend uit het binnenst leven, zeggen wat ons bindt. O, de wereld, o de menschheid! 't Willen vliegt háár toe; strijden wil het hart, wil werken; leven brengen, waar zijn zerken... Maar de hand wordt moe, mat het hart; in waangestalten bijt 't verstand zich vast; het volbrachte viel in scherven, wie zich dacht rechtmaatge erve, doolt weer, vreemde gast. In verduistring, in omnachting, wordt het hart bereid. Hoe bezweken sterke beugen! Is die eeuwge drang dan leugen naar gerechtigheid? Rust het hoogste menschlijk streven, in een leege waan? Grijnst uit eeuwge eeuwigheden enkel geestloos toeval, wreede zinloosheid ons aan? Hard de dagen, wrang de nachten... Ziet: zoo smelt de wand, die 't hart uit zijn hoogmoed bouwde en zijn huiverende koude streelt een warme hand. [pagina 58] [p. 58] 't Leert: de drang, die het doet beven is geen leugenwaan; Gij hebt hem in 't hart geschreven: vuurschrift, dat bestuurt ons leven en der sterren baan. Allen mochten wij ervaren glimp van Uwe kracht; zij doet de gebrokenheden schiete' aan één, kristal van vrede, waar Uw gloed door lacht. Vorige Volgende