In de webbe der tijden
(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend
[pagina 5]
| |
In de webbe der tijden | |
[pagina 6]
| |
[pagina 7]
| |
I De TaakEen schoone taak stond voor mij opgericht:
een der zeer edelen van ons geslacht
te beelden in haar wezen en haar werken
zóó dat de nevelbank rondom haar zwicht
en z'in àl haar lieflijkheid, àl haar kracht,
worde openbaar den zwakken en den sterken.
Halfweegs ben ik met deze taak gekomen.
De steenen bracht ik samen voor den bouw;
nu moet ik die tot schoonheid gaan herdroomen,
om recht te doen aan die volschoone vrouw;
dan zal 'k de taak weten te zijn volbracht
en vrij, mij wenden tot wat verder wacht.
vóór het schrijven van Rosa Luxemburg
| |
[pagina 8]
| |
III ZekerheidDe avondzang
is niet minder schoon dan de morgenzang,
rijper zeker en misschien rijker:
kom hart, kom ziel: wat ook bezwijke, er
leeft in u nog een diepe drang.
1 September 1935
|
|